Heather wankelde uitgeput tegen Mrs. Todd. De oudere vrouw ondersteunde haar met haar arm. Zij glimlachte tegen Heather en liep met haar mee naar de deur.
‘Het is zo voorbij, mijn beste,’ zei ze en klopte Heather voor de laatste keer bemoedigend op de schouder toen de deuren openzwaaiden.
Lord Hampton bood haar zijn arm aan. Zij nam hem automatisch en liep op haar trillende benen het middenschip af. Zij voelde haar hart in haar borst kloppen en het gewicht van de bijbel in haar hand. De zware last van de sleep trok aan haar schouders en scheen haar achteruit te trekken, maar zij liep verder terwijl het grote orgel alle andere geluiden - ook het kloppen van haar hart - overstemde.
De kaarsen op het altaar brandden achter de groep mensen, die daar stond, en maakten er donkere schaduwen van in de schemerige kerk. Maar zij herkende een van hen als haar aanstaande echtgenoot. Geen mens ter wereld scheen op dat ogenblik zo groot als hij. Zij kwam dichterbij en het kaarslicht bescheen zijn gezicht. Voor een onderdeel van een seconde werd Heather tegengehouden door de koude grimmige gelaatstrekken. Het verlangen om te vluchten overweldigde haar haast. Haar onderlip beefde en zenuwachtig klemde zij de lip tussen haar tanden om het laffe bibberen in bedwang te houden, toen Lord Hampton van haar wegging en haar alleen liet staan. De groene ogen zwierven op een beledigende manier over haar heen en ontdeden haar wreed en harteloos van haar bruidsjurk. Het beven werd erger. De Yankee stak een sterke, bruine hand uit en bood haar die aan toen zijn wellustige blik een diepe blos op haar bleke wangen bracht. Met tegenzin hief zij haar ijskoude hand op en legde die in de zijne, die veel groter en warmer was. Hij trok haar de rest van de altaartrappen op.
Groot en machtig stond hij daar, vorstelijk gekleed in donker fluweel en smetteloos wit. Voor haar was hij Satan in eigen persoon. Knap. Meedogenloos. Slecht. Hij zou haar ziel uit haar lichaam kunnen scheuren zonder daar spijt van te hebben.
Als zij dapper geweest was, zou zij zich nu omdraaien voordat het jawoord uitgesproken werd en wegvluchten van de krankzinnigheid, die men haar wilde aandoen. Iedere dag brachten vrouwen bastaards ter wereld om ze dan groot te brengen op straat. Waarom kon zij die moed niet opbrengen? Bedelen om voedsel en armoede lijden waren in ieder geval veel minder erg, dan in dit hellevuur gegooid te worden.
Maar terwijl zij dit allemaal overdacht, liet zij zich op haar knieën zakken met de man naast haar en boog haar hoofd om Gods zegen af te smeken.
Terwijl de huwelijksceremonie voortging, leek de tijd stil te staan. Gedurende de hele plechtigheid schreeuwde iedere zenuw in haar tenger lichaam het uit tegen de persoon naast haar. De slanke, goed verzorgde handen hielden haar blik gevangen en de nabijheid van zijn lichaam prikkelde haar neusvleugels met een zweem parfum. De geur was niet overweldigend, zoals bij zoveel mannen, waar de geur de stank van hun ongewassen lichamen moest bedekken, maar luchtig en aangenaam, een zuivere, mannelijke geur.
‘Hij is in ieder geval schoon en gewassen,’ dacht zij. Zij hoorde hem met vaste, volle stem antwoorden op de vraag van de geestelijke.
‘Ik, Brandon Clayton Birmingham, neem u, Heather Brianna Simmons, tot mijn wettige vrouw…’
Dankbaar omdat zij erin slaagde niet te stotteren, zei zij zacht dezelfde woorden, waardoor zij zich aan deze man verbond. Het kwam haar voor dat het slechts een ogenblik later was, toen hij een gouden bandje om haar vinger schoof en zij opnieuw hun hoofden voor de geestelijke bogen.
Met trillende benen stond zij op toen haar pas verworven echtgenoot zich in zijn volle lengte oprichtte. Hij keek onvriendelijk op haar neer en zijn groene ogen deden haar aarzelende blik bevriezen. ‘Ik geloof, dat het de gewoonte is, dat de bruidegom de bruid kust,’ zei hij.
Zij antwoordde met een zenuwachtige, verwrongen stem: ‘Ja.’
Zij was bang dat zij onder zijn blik zou flauwvallen. Haar hart klopte zo onstuimig dat haar jurk op haar borst op en neer ging. Zijn lange, bruine vingers sloten zich om haar kaak en hielden haar zo stevig vast, dat zij haar gezicht niet meer weg kon draaien. Zijn andere arm gleed op haar rug onder de losse sleep. Plotseling drukte hij haar tegen zich aan in een heftige, in bezit nemende beweging. Heather’s ogen werden groot en de kleur trok weg uit haar gezicht. Zij voelde dat de ogen van de anderen op hen gericht waren, maar hij scheen er zich niets van aan te trekken. Integendeel, hij scheen te genieten van hun blikken. Zijn arm sloot als een ijzeren band rond haar middel en perste het leven uit haar tengere lichaam. Nog vaster drukte hij haar tegen zich aan. Hij boog zijn hoofd en zijn geopende lippen gleden over de hare in een hartstochtelijke kus. Zijn open mond was vochtig en verschroeiend, vragend en beledigend, en liet niet veel meer over van haar waardigheid. Haar hand worstelde zich omhoog en duwde tevergeefs tegen hem aan.