Het gladde voorhoofd van Heather vertoonde een rimpel. ‘Lord Hampton was een van de beste vrienden van mijn vader. Hij kwam heel vaak bij ons thuis. Hij heeft mij gekend vanaf het moment dat ik een baby was.’
‘Wel, alles wat jij op het ogenblik behoeft te weten, juffie, is dat hij je gaat helpen getrouwd te raken,’ zei Tante Fanny met een kille uitdrukking vol berekening op haar gezicht. ‘Ga nu in bad en maak dan dat je in bed komt. Morgen gaan we naar Londen. Dan moeten we vroeg op, willen we de postkoets niet missen als die door het dorp komt. We kunnen moeilijk in een boerenkar bij Lord Hampton aankomen. Schiet nou maar op.’
Heather stond moeilijk op, helemaal verbijsterd door al dat gepraat van haar tante. Waarom die vrouw alles wilde weten over Lord Hampton, snapte zij niet, maar Tante Fanny was een meester in het maken van sinistere plannen. Haar ernaar vragen had geen zin. Gehoorzaam liet Heather zich in het houten bad zakken. Zij voelde een zwaar gewicht in haar onderlijf alsof zij nu pas het kind ontvangen had en voordien nog al die tijd ongeschonden geweest was.
Zij twijfelde er niet aan dat zij in verwachting was. Zij had zoiets kunnen verwachten van die Yankee-stier. Sterk, potent, hartstochtelijk had hij zijn mannenwerk verricht met een gemak, dat haar haast gek maakte. Andere mannen moesten maanden en maanden bij hun partner zwoegen zonder enig succes. Waarom moest zij dan het ongeluk hebben zo’n toppunt van mannelijkheid tegen het lijf te lopen?
Ooooh, het is afschuwelijk, schreeuwde het in haar binnenste. En bevend voegde zij er in stilte aan toe,’ Hij is een duivel!
Een gesmoorde kreet kwam van haar lippen en zij beefde heftiger toen het tot haar doordrong, wat het voor haar zou betekenen als hij gedwongen werd met haar te trouwen. Haar ziel en lichaam zouden verloren zijn, als zij met zo’n schurk getrouwd was. Zij zou verdoemd zijn.
Maar het kind had dan wel een naam en daar zou dan misschien nog iets goeds uit voortkomen.
Haar gedachten concentreerden zich op het ongeboren kind. Het zou voorbestemd zijn donkere haren te krijgen, omdat zijn beide ouders zulk haar hadden. Waarschijnlijk was hij ook knap, als hij tenminste op zijn vader leek. Arm kind! Het was beter lelijk geboren te worden, dan zo’n knappe schurk te zijn als zijn verwekker.
Maar als het kind nu eens een meisje was? Het zou een grote knauw zijn voor het zelfvertrouwen van de man, als dat gebeurde, groot mannetjesbeest dat hij was. Als zij met hem trouwde, zou zij bidden om een meisje, dacht Heather bitter.
Nog voordat zij klaar was met baden, hoorde Heather haar oom in de andere kamer bewegen. Tante Fanny was daar ook naar toe gegaan, nadat zij het meisje alleen gelaten had. Terwijl zij nog in bad zat, hoorde zij hun mompelende stemmen. De vrouw had niet kunnen wachten tot de morgen. Zij moest hem nu vertellen in welke toestand Heather verkeerde.
Juist toen Heather uit de badkuip kwam en de handdoek tegen haar boezem drukte, kwam haar oom het kleine vertrek binnen. Hij scheen tien jaar ouder geworden.
‘Heather, meisje, ik moet met je praten. Alsjeblieft.’
Zij werd vuurrood en probeerde met de handdoek haar naaktheid te bedekken. Hij scheen echter niet te bemerken dat zij geen kleren aan had.
‘Heather, vertel je de waarheid? Was het die Yankee, die zijn zaad in je spoot?’
‘Waarom vraagt u dat?’ vroeg zij angstig en wantrouwend.
John Simmons wreef met bevende hand over zijn voorhoofd. ‘Heather… Heather, heeft William jou nooit aangeraakt? Heeft hij je niet op de een of andere manier pijn gedaan, meisje?’
Nu begreep Heather waarom haar oom haar sedert haar terugkeer uit Londen voortdurend in de gaten gehouden had. Hij kende William en hij had zich zorgen om haar gemaakt.
‘Nee, Oom, hij heeft mij niets gedaan. Wij raakten elkaar kwijt op de kermis. Weet u, er was een kermis en ik wilde er zo graag naar toe. Hij was zo vriendelijk dat te doen. Maar ik verdwaalde en kon hem niet meer vinden. Toen ontmoette ik die mannen en die brachten me naar hun kapitein. De Yankee is de vader.’
Een zucht van opluchting ontsnapte de man en een bevende glimlach verscheen op zijn gezicht. ‘Ik dacht… och, vergeet het maar. Laten we zeggen, dat ik me zorgen om jou maakte. Maar nu moeten we de man vinden die het kind verwekte. En deze keer laat ik je niet in de steek. Jij bent het kind van mijn broer. Deze keer kan ik me geen mislukking permitteren.’
Heather slaagde erin tegen haar oom te glimlachen. Zij kon het niet over haar hart verkrijgen hem te vertellen dat het niet nodig zou zijn met Kapitein Birmingham te gaan praten, want de man zou toch niet met haar trouwen. Zij zweeg.
Toen zij Londen bereikten, namen ze hun intrek in een herberg. Onmiddellijk stuurde Oom John een boodschap naar Lord Hampton om een afspraak te maken. De volgende dag werd hij door de man thuis ontvangen. Heather durfde niet te vragen wat er besproken was, maar zij was meer dan nieuwsgierig. Toen Oom John terugkwam, zonderde hij zich direct met zijn vrouw af. Het kwam Heather voor dat de tocht van Oom John succes gehad had, want hij was opgewekter dan zij hem in lange tijd gezien had en dan toen hij wegging.