Het was niet de eerste keer dat Sarah op die manier naar Heather gekeken had, want zij was diep jaloers om de aandacht die Henry aan het andere meisje besteedde. Met plezier zou Sarah nog meer gedaan hebben, als dat Henry op zijn knieën voor haar gebracht had. Hun families hadden de bruidsschat al besproken, die zij mee zou brengen als zij trouwden, maar hij verzette zich halsstarrig tegen dat huwelijk. Sarah wist dat zijn dwaze verliefdheid op Heather daar de reden van was. Hoe zeer zij en de andere meisjes ook spotten met Heather’s kleren, zij wisten even goed als wie dan ook dat Heather Simmons hen allemaal in de schaduw zette, ofschoon zij zeer sjofel gekleed was. Zelfs haar eigen vader had meer dan eens betoogd over de ongewone schoonheid, die het Simmons-meisje bezat. Alle mannen, jong en oud, waren weg van het Ierse meisje. Henry fronste zijn wenkbrauwen tegen Sarah voordat hij zich weer tot Heather wendde. ‘Ik moet met je praten,’ fluisterde hij. ‘Kunnen we elkaar straks bij de vijver treffen?’
‘Ik weet het niet,’ antwoordde Heather zacht. ‘Ik moet bij oom blijven. Tante Fanny heeft niet graag dat ik op mijn eentje rondzwerf.’ ‘Als hij je in het oog kan houden, magje dan met mij praten?’ vroeg hij hoopvol.
Zij fronste even verward haar voorhoofd. ‘Ik neem aan van wel, maar niet lang.’
‘Laat je dan door hem naar de vijver brengen, voordat jullie weer weggaan,’ zei hij gehaast. ‘Ik zal daar op je wachten.’
Hij liet haar staan zonder verder nog iets te zeggen, schoot langs Sarah heen en verliet de winkel. Even later volgde het meisje hem. Later, toen Oom John zijn wagentje bij de vijver tot stilstand bracht, stapte Heather uit en liep naar de boom waar Henry stond te wachten. De jongeman kon geen woord uitbrengen toen hij haar met aanbiddende blikken aanstaarde en ieder detail van de kleine, perfecte gestalte indronk. Toen hij eindelijk iets zei, klonk zijn stem onzeker en beefde van emotie.
‘Heather,’ stootte hij uit. ‘Denk jij dat je tante iets tegen mij heeft? Ik bedoel… zou ze mij goed vinden om met jou te gaan?’
Heather keek hem verrast aan. ‘Maar Henry, ik heb geen bruidsschat.’
‘Ah, Heather, dat kan me niets schelen. Ik houd van jou en niet van wat jij meebrengt.’
Zij kon haar oren nauwelijks geloven. Hier was inderdaad de man, die haar ten huwelijk vroeg. Zij had nooit gedacht dat die zou komen opdagen, omdat ze geen bruidsschat had. Maar nu was het te laat. Zij was geen maagd meer. Zij zou het voor zichzelf nooit klaarspelen met welke man dan ook te trouwen, nu zij zo bezoedeld was.
‘Henry, jij weet net zo goed als ik dat jouw familie je nooit met mij zal laten trouwen zonder bruidsschat. Zoiets doe je gewoon niet.’ ‘Als ik jou niet krijg, zal ik nooit trouwen, Heather, en mijn familie wil kinderen van mij zien. Ze zullen gauw genoeg door de knieën gaan.’
Heather’s blik ging naar haar ineengestrengelde handen. ‘Henry, ik kan niet met je trouwen.’
De jongeman fronste zijn voorhoofd. ‘Waarom niet, Heather? Ben je bang om met een man naar bed te gaan? Als dat zo is, maak je dan maar niet ongerust. Ik zal je niet aanraken, voordat je het zelf wilt.’ Zij glimlachte triest. Hier werden haar geduld en liefde aangeboden en zij kon ze niet aannemen. Daar had kapitein Birmingham voor gezorgd. Wat een verschil tussen beide mannen! Zij kon zich niet voorstellen dat de gebaarde kapitein van de Fleetwood zoveel geduld met een vrouw zou hebben. Het was jammer dat zij niet met Henry kon trouwen, een normaal, rustig leven leiden hier in het dorp en kinderen grootbrengen, van wie zij konden houden. Maar dat was nu uitgesloten.
‘Henry,’ fluisterde ze zacht. ‘Je kunt je beter wat meer van Sarah aantrekken. Zij houdt heel veel van jou en zal een goede vrouw voor je zijn.’
‘Sarah weet niet van wie zij houdt,’ snauwde Henry. ‘Zij zit altijd achter een of andere jongen aan en op het ogenblik ben ik dat toevallig.’ Zacht wees ze hem terecht.
‘Henry, dat is niet zo. Zij kijkt alleen maar naar jou. Zij wil heel graag met jou trouwen.’
Henry wilde er niets van horen. ‘Ik wil jou als mijn vrouw, Heather. Niet zo’n gewoon meisje als Sarah.’
‘Jij moet geen dingen zeggen, die niet waar zijn, Henry,’ zei ze op dezelfde rustige en sussende toon. ‘Sarah zal een veel betere vrouw zijn dan ik.’
‘Hou nou alsjeblieft over haar op,’ riep Henry uit. Zijn gezicht had een gepijnigde uitdrukking gekregen en leek heel veel op dat van Sarah daarstraks. ‘Ik wil alleen maar naar jou kijken en aan jou denken. Heather, alsjeblieft, jij moet mij toestaan met jou om te gaan. Ik kan niet lang meer wachten om jou tot mijn vrouw te maken.’
Hier smeekte een man om haar hand. Waarschijnlijk zou haar tante verbaasd zijn. Maar het was te laat. Nu moest zij deze man ervan overtuigen dat zij niet met hem trouwen kon. Maar hij wilde niet naar haar luisteren. Wat werd er nu van haar verwacht… hem vertellen wat haar overkomen was? Dan zou hij zich beroerd voelen, vol afkeer, en zij zou zich doodschamen.