Reading Online Novel

Waarheen De Storm Ons Voert(29)



Toen zij in het dorp kwamen, gingen Heather en haar oom direct naar het dorpsplein, een stuk land van ongeveer honderd meter in het vierkant, waarop in het midden een aanplakbord stond. Oom John had de gewoonte daar altijd eerst naar toe te gaan. Het was zijn enig contact met de wereld buiten de grenzen van zijn boerderij en het dorp. Stiekem las Heather daar de advertenties. Er werd een vatenwasser gevraagd maar zij huiverde alleen al bij de gedachte. Iemand vroeg een gouvernante. Heather’s hart begon luider te kloppen, maar toen zij verder las, ontdekte zij dat er een oudere vrouw gevraagd werd, niet jonger dan veertig. Opnieuw gingen haar ogen over de advertenties en zij bad wanhopig dat zij een passende betrekking zou vinden, die zij over het hoofd gezien had. Zij wilde best als dienstmeisje werken, maar als zij iets beters kon vinden, zou zij zich gelukkiger voelen. Haar hoop verdween echter helemaal en toen haar oom zich omdraaide om weg te gaan, liep zij met tranen in haar ogen achter hem aan.

Hij nam haar mee naar een winkel, waar zij een nieuwe schaal voor Tante Fanny kon uitzoeken. Zij deed dat lusteloos, want zij was aan de wanhoop ten prooi. Toen haar oom hun kleine wagentje tot stilstand bracht in de buurt van het plein, had zij zich vreemd opgelucht gevoeld, omdat hij haar niets gevraagd had. Ofschoon zij nu nog dankbaar was voor het feit dat hij zijn mond hield en niets vroeg, wilde ze nu alleen zijn om te huilen.

Zij berispte zichzelf omdat zij zo ongeduldig was. Later zou er nog wel een advertentie komen, die voor haar geschikt was. Maar haar tante liet haar zo zelden met Oom John meegaan, dat het eeuwen duren kon voordat zij de volgende keer in het dorp zou komen. En dat zou betekenen dat zij al die tijd bij haar tante zou moeten blijven.

Meneer Peeves, de winkelier, nam de schaal aan die zij hem gaf.

‘Nog iets anders, Juffrouw Heather? Een nieuwe jurk misschien?’ Haar gezicht werd rood. Het was niet de eerste keer dat hij over een nieuwe jurk begon. Zij wist hoe iedereen haar met medelijdende blikken achter haar rug nastaarde en hoe de jonge meisjes over haar buitenmaatse kleren lachten. Zij was te trots om dat niet te voelen. Maar zolang zij nog een sprankje leven in haar lichaam had, zou zij haar hoofd altijd hoog dragen en doen alsof het haar niets kon schelen.

‘Nee,’ antwoordde zij. ‘Ik heb alleen maar die schaal nodig.’

‘Het is een heel mooie schaal, zijn geld dubbel en dwars waard. Dat is dan zes shilling, Juffrouw Heather.’

Zij haalde de geknoopte doek uit haar zak en maakte hem los. Zij telde het geld zorgvuldig uit en gaf het hem. Er bleven nog zeven shilling over, waarvan zij wist dat tante Fanny die weldra zou inpalmen. Verlangend gingen haar ogen naar een paar kleurige linten, die op een tafeltje in de buurt lagen.

‘Dat blauwe zou goed bij je haar passen, Juffrouw Heather,’ stelde meneer Peeves voor. Hij had scherpe ogen in zijn hoofd. Hij nam het lint en gaf het haar. ‘Doe het eens in je haar. Vooruit, waarom doe je het niet?’

Heather liet zich het lint door de winkelier in haar hand duwen, terwijl zij onzeker naar haar oom keek. Langzaam wendde ze zich naar de spiegel - de enige in het dorp - en sloeg haar ogen op. Het was de eerste keer dat zij zichzelf zo in een spiegel zag. Haar haar was netjes gekamd en vol krullen. Zij was goed gewassen en haar kleren waren schoon, maar de idiote omvang van de jurk deed alles te niet. De jurk van haar tante paste slechter dan welke zak ook. Haar kleine gestalte leek er nog kleiner door.

Geen wonder dat de mensen me nastaren en me uit lachen, dacht ze lusteloos.

De deur van de winkel ging open en zij maakte haar blik los van haar spiegelbeeld. Het was Henry Whitesmith, een grote, magere jongeman, eenentwintig jaar oud, en al een hele poos smoor verliefd op de nicht van John Simmons. Ofschoon Heather hem nooit aangemoedigd had, was hij altijd in haar nabijheid als zij in het dorp was. Dan staarde hij haar aan met verliefde ogen en pakte hij haar hand als dat maar even mogelijk was. Zij mocht hem graag, maar dan als een zuster. Hij kwam onmiddellijk naar haar toe en grinnikte tegen haar. ‘Ik zag de wagen vanje oom buiten staan en ik hoopte jou hier aan te treffen.’

Zij glimlachte lief tegen hem.

‘Fijn je weer te zien, Henry.’

Hij bloosde van genoegen. ‘Waar ben je geweest? Ik heb je gemist.’ Zij haalde haar schouders op en keek de andere kant op. ‘Nergens Henry. Ik ben gewoon bij Tante Fanny thuis gebleven.’ Over haar tocht naar Londen wilde ze liever niet praten. Zij voelde dat haar oom naar haar keek, maar dat kon haar nu niets schelen.

Weer ging de deur van de winkel open en Heather wist al wie de nieuwkomer was, zonder dat zij opgekeken had, omdat het bekend was dat Henry nooit zonder nasleep was. De nieuwaangekomene liep op hem toe, maar bleef met een ruk staan, toen zij Heather ontdekte. De uitdrukking op haar gezicht veranderde en Heather huiverde onder de minachtende blik.