Ondanks de honger, die aan haar maag knaagde, gleed zij weg in een droom loze slaap. Voor haar kwam de ochtend met ruwe, rukkerige bewegingen en striemende woorden, toen haar tante het gordijn wegtrok en de oude zakjurk in haar slaperige gezicht slingerde. De vrouw bukte zich en schudde haar onbarmhartig door elkaar.
‘Sta op, lui varken. Je zult de twee dagen, dat je niets gedaan hebt, moeten inhalen. Eruit!’ sneerde zij.
Wakker geschrokken uit haar sluimer zat Heather rechtop in haar bed en wreef de slaap uit haar ogen. Haar tante zag er meer dan ooit als een heks uit en dat maakte haar bang. Trillend over al haar leden sprong zij snel uit bed en trok de oude jurk over haar hoofd onder het waakzame oog van haar tante.
Zij kreeg alleen nog maar de tijd om een droog stuk brood te grijpen, voordat Tante Fanny haar wegstuurde om brandhout te halen. Toen zij naar buiten ging om dit te doen, ontdekte zij Oom John, die zo verdiept was in zijn eigen gedachten dat hij geen belangstelling had voor een gesprek met haar. De poging die hij deed om haar te ontwijken, kon haar niet ontgaan en griefde haar diep. Zij vroeg zich af, waarom hij haar negeerde. Het was alsof zij twee hoofden had en hij niet naar haar wilde kijken. Zij voelde zich plotseling niet op haar gemak en begon zich af te vragen of hij soms iets vermoedde. Maar hoe kon dat mogelijk zijn?
Gedurende die dag raakte zij er steeds meer van overtuigd dat hem iets dwars zat. Ofschoon hij geen woord tegen haar zei, hield hij haar scherp in de gaten, alsof hij probeerde haar gedachten te lezen. Zij begon zich niet op haar gemak te voelen onder deze starende blikken en kwam hem zo weinig mogelijk onder ogen. Zij had er geen flauw idee van wat hem dwars zat en zij durfde het hem ook niet te vragen.
Tegen bedtijd was zij zo uitgeput dat zij als een blok in bed viel zonder zich te bewegen. Maar haar gedachten werkten op volle toeren. Zij zag opnieuw de uitgestrekte gestalte van William Court voor zich, even duidelijk alsof zij nog bij de deur naar hem stond te kijken. Maar dat beeld vervaagde snel toen het gezicht van Kapitein Birmingham boven haar in de duisternis opdoemde. Zij zag zijn spottende grijns en zijn sterke, bruine handen, die hij naar haar uitstrekte. Opnieuw hoorde zij zijn spottende lach en met een gesmoorde kreet draaide zij zich om en begroef haar gezicht in het kussen om het snikken, dat haar deed schudden, te dempen. Zij herinnerde zich maar al te goed het gevoel dat zijn tastende handen op haar lichaam bij haar hadden opgewekt.
De dageraad kwam en zij was al op en aan het werk voordat haar tante zich bewoog. Na de slapeloze uren, die zij in haar bed had doorgebracht, had zij gezworen dat zij zou werken totdat zij erbij neerviel en geen gedachte of herinnering haar nog kon folteren. Zij zou moeten zorgen een beetje van haar slaap te genieten door oververmoeid te raken.
Toen Tante Fanny uit de andere kamer kwam en nog druk bezig was haar zelfgeweven jurk over haar enorme boezem dicht te knopen, zat Heather op haar knieën en was bezig de sintels uit de haard te halen. De vrouw liep naar de zijplaat van de haard, greep een hard gebakken haverbroodje en keek met gefronste wenkbrauwen op het meisje neer.
‘Je ziet er wat bleek uit vanmorgen, Juffie,’ sneerde Tante Fanny.
‘Zou het kunnen zijn dat je je niet gelukkig voelt, nu je weer hier bent?’
Heather schudde de rest van de as in een houten mand, stond op en streek een haarlok uit haar gezicht. Zij had een vuile veeg op haar wang en de buitenmaatse jurk die zij droeg, hing los rond haar slanke schouders, zodat een ronde borst praktisch helemaal zichtbaar was, zover viel de halsopening naar voren. Zij veegde haar handen aan de rok af, zodat de asstrepen erop zichtbaar bleven.
‘Ik ben tevreden hier,’ mompelde zij en keek de andere kant uit.
Tante Fanny stak haar hand uit en trok Heather’s gezicht naar zich toe. Haar dikke vingers knepen in het tere vlees van haar nicht. ‘Je ogen zijn gezwollen. Ik dacht al dat ik je vannacht hoorde huilen en nu zie ik dat ik gelijk had. Je treurt zeker omdat je niet in Londen bent, hè?’
‘Nee,’ fluisterde Heather. ‘Ik ben tevreden.’
‘Je liegt. Je hebt er een hekel aan hier te zijn. Jij wilt in Londen wonen en dan de grote dame uithangen, zoals jij denkt dat het hoort.’ Heather schudde ontkennend haar hoofd. Zij wilde niet teruggaan. Nu nog niet in ieder geval, niet zolang Kapitein Birmingham er nog was. Zeer waarschijnlijk zou hij zijn dreigement uitvoeren en de hele stad naar haar laten zoeken. Misschien zou hij nog een maand of drie, vier blijven om zijn lading kwijt te raken en nieuwe aan boord te nemen. Zij kon nu nog niet teruggaan.
Tante Fanny kneep haar gemeen in haar arm. ‘Lieg niet tegen me, juffie.’
‘Alstublieft…’ hijgde Heather.
‘Laat dat kind met rust, Fanny,’ zei Oom John. Hij stond in de met een gordijn afgesloten deuropening van hun slaapkamer.