Home>>read Waarheen De Storm Ons Voert free online

Waarheen De Storm Ons Voert(23)

By:Kathleen Woodiwiss


Brandon legde de laatste hand aan zijn das, toen Heather zich weer naar hem omdraaide. Haar woede was nu wat gezakt. Ondanks alle haat, die zij tegen hem koesterde, kon zij niet ontkennen dat hij werkelijk een pracht van een man was. Zijn kleren waren onberispelijk en smaakvol gekozen, volkomen volgens de mode, en zij zaten werkelijk volmaakt rond zijn breedgeschouderde gestalte. Zijn broek was zo goed gemaakt, dat zij haast als een tweede huid om hem heen sloot. De broek deed niets om zijn uitstulpende mannelijkheid te verbergen.

‘Hij is zo knap, dat hij zich waarschijnlijk de vrouwen van het lijf moet houden,’ dacht zij bitter.

Hij kwam op haar toe, drukte speels, alsof zij zijn eigendom was, een lichte kus op haar lippen en tikte haar luchtig op haar billen.

‘Ik ben gauw terug, schatje,’ glimlachte hij.

Heather had moeite haar tong in bedwang te houden en het niet uit te gillen van woede. Zij keek toe hoe hij vertrok, te zelfbewust om dragelijk voor haar te zijn. Dan hoorde zij de klik van het slot van de deur.

Terwijl de opgekropte woede in haar raasde, veegde zij met haar arm de stapel borden van de tafel.





Hoofdstuk 2


Heather verknoeide geen tijd. Zij was vastbesloten te vluchten. Als kapitein Brandon terug was, voordat zij het hazepad gekozen had, dan zouden haar vluchtplannen voor een groot deel in rook opgaan. Zij dacht erover na hoe zij George erin zou kunnen laten lopen en zij vroeg zich af of hij met geld omgekocht kon worden. Maar waarmee moest zij hem omkopen? Haar beige jurk was het enige voorwerp van waarde dat zij bezat en zij twijfelde eraan of die jurk wel voldoende was om hem aan haar kant te krijgen. Dan dacht zij aan de man die haar lichaam gebruikt had voor zijn eigen genoegen en haar omkoopplannen stierven weg. De bediende zou of te trouw zijn aan die opgedirkte fat van een zeekapitein of te bang om zichzelf in gevaar te brengen door de verleiding van de omkoperij. Nee, dat was niets. Zij moest iets beters bedenken.

Een hele massa plannen ging door haar hoofd, maar geen ervan nam een definitieve vorm aan. Zij kon hem niet omkopen, dus zou ze geweld moeten gebruiken. Maar wat kon een meisje doen tegen een man, die ongetwijfeld vele malen sterker was dan zij? Zijn spierbundels konden haar gemakkelijk voor zijn kapitein gevangen houden.

Zij begon de kajuit te doorzoeken naar iets dat haar helpen kon de man over te halen haar de sleutel van de deur te geven. Zij rukte de laden van de kasten open, woelde koortsachtig in papieren en boeken en zelfs in Brandon’s zeekist. Zij vond alleen maar een bundel met geld. Moe liet ze zich in de stoel achter het bureau zakken. Haar ogen dwaalden door de kajuit, zoekend door iedere hoek en iedere schaduw in het vertrek.

‘Hij moet toch een of ander wapen hebben,’ gromde zij ontmoedigd omdat de tijd tegen haar was.

Haar blik viel op de kast. Zij sprong op uit haar stoel, rende door de kamer en gooide de deuren van de kast open. Koortsachtig doorzocht zij ieder kledingstuk dat er hing, maar weer vond zij niets. Met een wanhopige snik begon zij de inhoud uit de kast te gooien, totdat haar blik op een kistje viel, dat in een stuk stof gewikkeld was en op de bodem van het kleine ondervak stond.

‘Waarschijnlijk zijn juwelen,’ dacht zij mismoedig, toen ze het kistje oppakte.

Zij haalde het kistje uit de beschermende doek. Zijn juwelen interesseerden haar niet, als die er tenminste in zaten. Haar belangstelling richtte zich vooral op het kistje zelf. Het was gemaakt van fijnkorrelig leer, zeer kundig bewerkt en ingelegd met goud met een grote ‘B’ aan de bovenkant. Het was geen diepe of grote kist, maar zij was er zeker van dat er iets waardevols in zat. Nieuwsgierigheid maakte zich van haar meester en zij kon haar vingers niet tegenhouden, toen die het slot openden en de deksel terugsloegen.

Heather hapte naar adem van verrassing en prevelde een schietgebedje uit dankbaarheid. Daar, ingebed in rood fluweel, lagen twee van de mooist uitgevoerde Franse vuursteenpistolen, die zij ooit gezien had. Zij wist weinig van wapens af, maar haar vader had er ook zo een gehad, maar dan niet zo fijn bewerkt. Hun kolven waren van glad Engels eiken, zo geolied, dat zij een diepe glans hadden en met zware koperen ringen aan de blauw stalen lopen bevestigd. De beugels en de kolfplaten waren van sierlijk bewerkt koper en de hanen van handgesmeed ijzer, goed geolied tegen de tand des tijds.

Zij bekeek de pistolen, maar zij slaagde er niet in te ontdekken hoe zij werkten. Haar vader had haar dat nooit getoond. Zij wist alleen maar dat de haan naar achter gebracht moest worden om hem te spannen maar hoe zo’n ding geladen werd, was haar een compleet raadsel. In stilte vervloekte zij haar onwetendheid en deed de deksel boven de prachtige wapens weer dicht, terwijl zij iets probeerde te verzinnen om het verschil in kracht met George op te heffen. Zij keek om zich heen om iets te vinden, dat als zodanig dienst kon doen. Misschien iets om hem een dreun op zijn hoofd te geven. Maar tijdens het zoeken werd zij er zich al van bewust, dat zij niet meer mocht verwachten dan dat de klap hem zou verdoven. Tenzij hij op de een of andere manier buiten gevecht gesteld werd, zou zij niet de tijd krijgen om te vluchten.