Brandon grinnikte trots en mompelde zacht tegen zijn zoon. zodat het kereltje glimlachte. Nu hun gezichten zo dicht bij elkaar waren. was het helemaal geen vraag meer. dat het vader en zoon waren. De ogen van de baby waren een weerkaatsing van die van Brandon. smaragdgroen met donkere wimpers. Heather wist nu dat. als zij Brandon nooit meer teruggezien had na haar vlucht van de Fleetwood, zij altijd aan hem herinnerd zou worden in hun zoon.
‘Zou hij naar mij toekomen?’ vroeg Leah en strekte haar handen naar de baby uit.
Beau besloot tot het tegenovergestelde. Hij gaf een protest kreet je toen hij zijn hoofdje afwendde en tegen de schouder van zijn vader legde.
‘Trek het je niet aan, Leah,’ verontschuldigde Heather zich. ‘Als zijn vader hem heeft, gaat hij niet gauw naar anderen. Hij is zeer aan hem gehecht.’ Zij hield haar hoofd wat scheef, terwijl zij haar man zeer zorgvuldig bestudeerde en vervolgde dan met een ondeugende glans in haar ogen: ‘Dat moet door zijn baard komen.’
Haar opmerking deed iedereen grinniken, toen de kinderen de veranda afstroomden om de Birminghams van dichtbij te bekijken. Spoedig slaagde het oudste meisje erin Beau van zijn vader los te maken en liep trots met hem rond over het erf. Even later excu- seerde Jeremiah zich omdat zijn plichten in de houtzagerij hem riepen. Brandon ging met hem mee. De vrouwen bleven achter in de schaduw van de veranda. Af en toe stond Leah op uit haar schommeistoelom naar het eten te kijken.
‘Ik voel me nu zo opgewonden over de komst van deze baby. Zo ben ik nog bij geen van de anderen geweest,’ bekende Leah schuchter. ‘Vroeger hadden we altijd gebrek aan geld. Soms ging het een poosje goed. maar meestal hadden we armoede. Nu lijkt het alsof we in Eden zijn en wij bidden altijd voor uw man. Hij haalde ons weg uit het niets en gaf ons alles.’
Heather liet haar theekopje even rusten en haar ogen werden plotseling vochtig. ‘Het klinkt misschien gek, Leah, maar met mij heeft hij hetzelfde gedaan. Hij haalde me weg uit een nachtmerrie en schonk mij de hemel op aarde. Mijn leven was niets. totdat hij verscheen.’
Leah keek haar even aan, ‘u houdt heel veel van hem. nietwaar?’ vroeg zij zacht.
‘Ja,’ gaf Heather snel toe en zuchtte dan. ‘Ik houd zoveel van hem, dat ik er af en toe bang van word. Ons leven schijnt zo perfect, dat ik bang ben dat er iets gebeuren zal, dat dit zal onderbreken. Als ik hem of zijn liefde zou verliezen, zou dat mijn dood zijn.’
Leah glimlachte. ‘Toen ik hem voor het eerst zag, Mrs. Birmingham, zat hij in zijn eentje in een herberg in het noorden. Zwaar opgemaakte vrouwen bewonderden hem uit de verte, maar hij keurde hen geen blik waardig. Hij staarde maar in zijn glas wijn en het was duidelijk aan zijn blik te zien, dat hij zich niet op zijn gemak voelde. Later praatte hij over u. Hij zei dat u op hem wachtte en dat u zijn kind droeg. Zijn gezichtsuitdrukking veranderde en toen dacht ik nog dat hij erg veel van u moest houden. Sinds die tijd heb ik hem beter leren kennen en mijn eerste indruk bleek juist te zijn. Ik heb nog nooit een man gezien, die zoveel van zijn vrouw houdt als hij van u.’
Heather veegde een traan van haar wang en lachte verontschuldigend. ‘Ik schijn vandaag in een rare stemming te zijn. Ik huil om niets. Je moet het me maar niet kwalijk nemen, Leah. Ik maak er geen gewoonte van.’
Leah lachte vriendelijk. ‘Integendeel Mrs. Birmingham, ik denk heel anders over u. Een vrouw, die huilt omdat zij zoveel houdt van haar man, moet inderdaad heel erg gevoelig zijn.’
Later serveerde Leah limonade voor de gasten en vroeg Heather of zij de mannen een glas van de verfrissende drank wilde brengen. Toen zij de kan voorzichtig naar de houtzagerij droeg, zag Heather de molen voor het eerst in vol bedrijf. Grote dennebomen torenden boven de gebouwen uit en de geur van hars uit het grote kookvat op het erf hing zwaar in de lucht. Grote hoeveelheden houtblokken lagen in de vijver en erachter draaide het reusachtige schoepenwiel schuimend rond. De bezige zagen zoemden en krijsten en vormden de ondergrond voor een chaos van geluiden, terwijl een ploeg muilezels zwoegde om de hongerige muilen van de zagen vol hout te houden. Op een stellage rond het kookvat stonden een paar mannen, die de pulp van de twee meter wijde ketel afschepten.
Zij vond Mr. Webster buiten de molen, waar hij een probleem met een paar knechten besprak. Hij glimlachte vriendelijk, toen hij haar zag en bood aan haar te helpen met de kan. Maar zij sloeg het aanbod af en bediende zelf de mannen, terwijl hij haar aan hen voorstelde als de vrouw van Mr. Birmingham. Zij knikten en beantwoordden haar groet vol respect. Ze waren zeer onder de indruk van haar schoonheid en keken haar na. toen ze naar een van de kleinere gebouwen liep, waar zij volgens Jeremiah haar man vinden kon. Dan beval de voorman hen op afgemeten toon hun mond dicht te klappen en zette hen weer aan het werk. Maar de meesten van hen wierpen nog een laatste steelse blik op haar, voordat zij in het gebouw verdween.