‘En nu terug daarin.’
Zij verkeerde thans in een staat waarin zij alle bevelen gehoorzaamd zou hebben. Daarom deed zij ook wat hij vroeg, want ze was doodsbenauwd. Met haar bundeltje en haar jurk nog steeds tegen zich aangedrukt, ging zij op de rand van de kooi zitten en keek hem aan, alsof zij verwachtte afgeranseld te worden. Hij legde de scheerriem op tafel, veegde zijn gezicht af met een handdoek en kwam op de kooi toe. Hier bleef hij staan en nam haar op. Dan gooide hij de handdoek in een hoek en pakte haar de spullen af, die zij nog steeds voor zich hield. Hij wees naar haar hemd.
‘Trek dat uit.’
‘Alstublieft…’ hijgde zij.
‘Ik ben niet erg geduldig, Heather,’ zei hij en zijn stem klonk zeer dreigend.
Haar vingers beefden toen zij de koordjes en de kleine knoopjes tussen haar borsten losmaakte. Dan pakte zij de zoom beet en trok het hemd over haar hoofd. Beschaamd hief zij haar ogen naar hem op, toen zij zijn meedogenloze blik op haar lichaam voelde.
‘Ga liggen,’ beval hij.
Zij gleed de kooi in en beefde over haar hele lichaam uit angst voor hem en voor wat komen ging. Zij probeerde zichzelf met haar handen te bedekken en voelde zich diep vernederd omdat ze naakt was en laf.
‘Laat dat,’ zei hij, gleed naast haar en trok haar trillende benen naar zich toe.
‘Alsjeblieft,’ klaagde zij, ‘ben je nou nog niet tevreden, nu je het enige wat ik had, hebt weggenomen? Blijf je me nog steeds maar folteren?’
‘Je kunt het beste je lot als minnares maar aanvaarden, schatje, en ervoor zorgen dat je de fijne kneepjes van het vak zo gauw mogelijk onder de knie krijgt. Het eerste dat ik je zal laten zien, is dat het niet noodzakelijk pijn behoeft te doen. Je hebt je nu twee keer tegen mij verzet en de laatste keer ben je zelf schuld geweest aan je ellende. Deze keer houd je je rustig en laat mij mijn gang gaan zonder je te verzetten. Misschien vind je er niets aan, maar je zult zien dat het waar is, wat ik zeg.’
‘Nee! Nee,’ schreeuwde zij en worstelde om vrij te komen, maar hij klemde zijn arm stevig rond haar middel.
‘Lig stil!’
Weer beval hij en weer gehoorzaamde zij. Zij haatte hem, maar haar angst was veel groter. Zij trilde heftig.
‘Behandel je je vrouw ook zo?’ vroeg zij, diep ongelukkig.
Hij glimlachte en boog zich over haar lippen. ‘Ik ben niet getrouwd, liefje.’
Toen zijn kus teneinde was, wist zij niets meer te zeggen en lag alleen maar gespannen te wachten. Hij deed geen poging haar te bestijgen. In plaats daarvan speelde hij heel teder met haar. Hij speelde en kietelde haar zacht, bedekte haar borsten met zijn handen en drukte zijn kussen op haar hele lichaam.
‘Ontspan je,’ mompelde hij tegen haar keel. ‘Blijf heel rustig liggen en verzet je niet. Later leer je wel wat een man graag heeft, maar nu hoef je alleen maar stil te liggen.’
Haar hersens tolden als waanzinnig en zij kon geen woord uitbrengen.
Terwijl zij daar zo lag, overgeleverd aan zijn betasting, zag zij haar leven aan zich voorbij trekken alsof zij op het punt stond dood te gaan. Zij vroeg zich af wat zij toch misdaan had dat de afgelopen jaren zo wreed voor haar geweest waren. Maar zelfs de razende, tierende tante Fanny was beter dan hier te liggen onder de handen van deze man terwijl hij zich met haar amuseerde. In de val gelopen! Gevangen! Als een vogel in een strik, en nu, vet en gebakken, lag zij op het bord te wachten, terwijl hij zijn mes wette om haar te verorberen. En als het feest voorbij was, wat dan? Weer dezelfde tafel? Hetzelfde eten? Steeds maar weer? Zelfs de stomste kip onderging haar lot maar één keer.
Haar dijen werden uit elkaar geduwd en zij kon een gehijg niet onderdrukken, toen hij zijn doel bereikte.
‘Rustig aan, liefje,’ fluisterde hij.
Zij kneep haar ogen dicht en onderdrukte haar verterende angst. Zij kon niet anders meer doen dan hem zijn gang laten gaan. Boven op haar liggend fluisterde hij, toen hij klaar was: ‘Nog pijn, m’lady?’ Zij hield haar ogen dicht en draaide haar hoofd weg. Hij schoof over haar heen en bleef op een antwoord aandringen.
‘Heb ik je deze keer pijn gedaan?’
‘Nee,’ stootte zij uit.
Hij lachte zacht en bevrijdde haar van zijn omhelzing. Toen ging hij op de rand van de kooi naast haar zitten en trok het laken over haar heen.
‘Jij blijkt toch niet zo’n koele heks te zijn, ma petite,’ zei hij en liet zijn hand over de rondingen van haar dij en middel glijden. ‘Alleen maar een beetje tegenstribbelend op het ogenblik. Maar weldra zul je ervan genieten. Leer het nu alleen maar te accepteren.’
‘Nooit,’ zei ze half snikkend. ‘Ik haat jou! Ik veracht jou! Ik walg van je! Nog in geen miljoen jaren!’
‘Je zult van mening veranderen,’ lachte hij. Hij stond op. ‘Eens komt de dag dat je erom zult smeken.’