Waarheen De Storm Ons Voert(161)
‘Ik heb vanavond een paar conclusies getrokken, Heather, en ik wil je nu het een en ander vertellen.’
Hij liep achter haar om naar het bed, leunde tegen het massieve voeteneinde en ontmoette haar blik in de spiegel.
‘Een ding wil ik voor alles duidelijk stellen. Je kent mij nu onderhand wel goed genoeg, dat je je kunt voorstellen, wat er gebeurd zou zijn, als ik me uit alle macht tegen ons huwelijk verzet had. Als je werkelijk gedacht hebt, dat iemand op deze wereld mij dwingen kan iets tegen mijn wil te doen, dan verzeker ik je, madam, dat je je zwaar vergist. Ik was liever in de gevangenis weggerot, dan met iemand anders dan met jou te trouwen.’
Heather’s ogen werden wat groter en zij zat daar rustig, maar op haar hoede, te luisteren.
‘Heel lang geleden,’ vervolgde hij, ‘heel lang geleden was ik woedend op jou en ontzegde me datgene, waar ik het meest naar verlangde. Noem het mijn stomme trots, want het was in werkelijkheid dat beest, dat jou probeerde te kwetsen en mij op jou wraak deed nemen voor de vele dingen, die zelfs ik niet begreep. Maar ik was degene, die in feite leed, ik was degene, die zichzelf van teleurstelling op de borst sloeg, terwijl jij opgewekt op mijn hart ronddartelde enjouw haat tegen mij in simpele woorden en daden tot uitdrukking bracht. Het was niet ik, die uiteindelijk wraak nam, mijn liefste, maar jij. En nu heb ik er genoeg van nog meer spelletjes te spelen, die ik toch allemaal verlies. Ik ben het moe de buitenstaander in mijn eigen huis, in mijn eigen bed te zijn. Ik heb het punt bereikt, waarop ik een keuze moet maken. Of ik kan met jou naar bed gaan of je in de steek laten en bevrediging zoeken bij een andere vrouw. Maar ik zoek geen ander, Heather. Ik heb geen behoefte aan iemand anders. Ik wil jou.’
Hij begon zijn das los te maken, terwijl een glimlachje rond zijn lippen speelde.
‘De spelletjes zijn nu voorbij en de voorstelling is afgelopen. Ik ben een man en ik wil mijn recht hebben. Bijna een jaar heb ik geen vrouw gehad om mij te bevredigen. Nadat ik, vele nachten geleden, jouw maagdelijk lichaam gehad heb, heb ik niemand aangeraakt. Ik zegje eerlijk dat het om de verdommenis niet mee viel mijn handen van je af te houden. Maar nu wil ik geen monnik meer spelen. Ik ben niet van plan je weer met geweld te nemen. Zo’n verhouding wil ik niet. Maar als het moet, zal ik het wel doen, want ik kan niet voortdurend met jou onder een dak leven en nooit van jouw lichaam genieten. Ik heb dus het besluit genomen je vannacht te nemen. En niet alleen vannacht! Je zult je bij het feit moeten neerleggen, dat wij van nu af aan dit bed zullen delen en dat onze verhouding… heel intiem zal zijn.’
Hij trok zijn jas uit en slingerde die over zijn arm.
‘Ik laat je nu even alleen. Als ik terugkom, lig jij in dit bed, of je het nu wilt of niet. En denk eraan, schat, we zijn hier niet in het huis van Lord Hampton maar in het mijne, precies zoals jij de mijne bent. En nu zal niemand het wagen door deze deur naar binnen te komen om jou te redden.’
Heather bleef stomverbaasd achter, maar toen de deur achter hem dichtklapte. maakte een grote woede zich van haar meester. Met een armbeweging veegde zij de asbak van de kaptafel.
‘Wat verbeeldt hij zich wel? Dat hij hier maar kan komen binnenvallen, terwijl het huis vol mensen is? En onder hen die blonde heks? Dat hij mij maar kan bevelen mijn dijen voor hem te spreiden? Denkt hij dat er geen tedere woorden behoeven gefluisterd te worden? Dat mijn lichaam niet naar zijn handen verlangt? Ben ik alleen maar een ding en geen vrouw? Een hoer, die hem bevalt? Oh, hij heeft zich eens meester gemaakt van een bang meisje, maar nu ben ik niet langer bang en ook niet zo maar een meisje meer. Ik ben een vrouwen hij zal mijn kracht echt leren kennen, want ik zal vechten en krabben en klauwen en mijn dijen bij elkaar houden, totdat ik niet meer kan. Pas dan zal ik me overgeven en daar liggen als een pop. Hij heeft het recht niet…’
Een ogenblik bleef zij onbeweeglijk zitten en dacht diep na.
‘Maar dat heeft hij wel,’ beweerde haar andere ik. ‘Hij is mijn man en de vader van mijn kind. Hij bezit mij en ik heb het recht niet hem mijzelf te onthouden.’
Langzaam hief zij haar ogen op om het gezicht in de spiegel te bekijken. Haar lichaam beefde, toen zij dacht aan zijn lippen op haar borsten en aan zijn handen op haar naakte vlees.
‘Waarom aarzel ik nog?’ vroeg zij zich plotseling af. ‘Dat heb ik toch altijd al willen hebben? Daar heb ik toch altijd al naar verlangd? Dat was ik van plan, daar heb ik naar toe gewerkt. Moet mijn trots ons dan zo uit elkaar houden?’
Zij stond op uit haar stoel, terwijl haar lippen geluidloos een ontkennend antwoord vormden. Zij begon de kastladen open te trekken, totdat zij vond wat zij zocht: de blauwe nachtjapon van haar huwelijksnacht. Vervolgens haastte zij zich koortsachtig terug naar de kaptafel om zichzelf klaar te maken voor de komst van haar man. Brandon deed de deur achter zich dicht en bleef daar even staan. De herinnering aan de afgelopen minuten en de gedachte aan de ogenblikken, die nog voor hem zouden liggen, raasden door zijn hoofd. Hij hoorde de asbak op de grond terecht komen en het was alsof hem op slag de adem afgesneden werd. Uitgeput leunde hij tegen de muur.