Zoals gewoonlijk werd Sybil rood en onzeker, toen zij Brandon zag en zij had de grootste moeite zichzelf meester te worden, toen hij haar hielp de pakjes weer op te rapen. Zij had haar duurste en fijnste jurk aan en voelde zich er onweerstaanbaar in. Zij bezat nu een overdosis zelfvertrouwen, dat haar aangepraat was door haar vrienden sinds zij uit haar cocon van verlegenheid gekropen was en hen hijgend op haar drempel vond, op zoek naar haar charmes. Zij was zo in de ban geraakt van hun gevlei, dat zij niet in de gaten had dat zij slechts achter één ding aanzaten.
‘Uitgerekend u moet ik hier tegen het lijf lopen, Mister Birmingham, en dat op het moment dat ik een sterke, knappe man nodig heb om me te helpen,’ flirtte zij en knipperde met haar zwaar aangezette oogleden. Zelfs onder de vele lagen cosmetica, overvloedig maar slecht aangebracht, was haar onbeduidendheid duidelijk. Zij zette haar bril recht terwijl hij beleefd aan zijn hoed tikte en de pakjes opraapte. Zij zag niet dat hij zijn wenkbrauwen optrok en in haar richting keek, toen zij ratelend verder ging.
‘Deze dingen zijn eigenlijk te zwaar voor mij. Als u mij wilt volgen, dan zal ik u wijzen waar mijn buggy staat.’
Brandon deed wat zij vroeg en luisterde beleefd naar haar eindeloos geklets.
‘Weet u, ik ben zo opgewonden voor het bal vanavond. Ik heb zo’n mooie jurk laten maken, maar ik ben wel bang dat ik zal blozen als ik hem aan heb. Ik heb nog nooit zoiets gedurfds aangehad. Maar de couturier zegt. dat ik er fantastisch in uitzie. Hij weet heel veel van vrouwenkleren af. Hij komt uit Engeland en hij vertelde me dat enkele van de mooiste vrouwen ter wereld zijn japonnen gedragen hebben. Maar je kunt je er geen voorstelling van maken, hoe hij eruit ziet. Hij is lelijk, oerlelijk. Ik zou medelijden met hem gehad hebben als hij mij niet zo eigenaardig aangekeken had. Vanmorgen nog moest ik hem op zijn vingers tikken. Toen keek hij zo geschrokken, dat ik moest lachen. Ik kon er niets aan doen. Stel je voor, zo’n man verbeeldt zich dat ik hem mijn gunsten zal schenken.’
Halverwege de straat bleef zij staan om een koets te laten passeren en zij keek hem schuchter aan.
‘Hij is helemaal het soort man niet, waarop ik val.’
Brandon kuchte niet op zijn gemak en keek om zich heen, op zoek naar haar buggy.
‘Weet u, mr. Birmingham… eh, Brandon,’ stootte zij zenuwachtig uit. ‘Ik… ik heb nu zoveel vereerders dat ik gewoon de tel kwijtraak als ik ze allemaal probeer op te noemen.’ Haar ogen zochten de zijne. ‘Maar ik noem nog niemand van hen mijn echte geliefde. Daar komt slechts één man voor in aanmerking, maar die kijkt niet naar mij om.’
‘Staat jouw buggy soms hier in de buurt?’ vroeg Brandon, niet op zijn gemak.
‘Vind je mij aantrekkelijk, Brandon?’ vroeg zij opeens.
‘Wel… ja, ja, Miss Sybil,’ loog hij vriendelijk.
Zij giechelde. hield even haar adem in en keek hem dan weer aan. ‘Even aantrekkelijk als je vrouw?’
Weer zochten zijn ogen naar de koets. Hij dacht aan Heather, zacht en liefelijk. en vroeg zich af hoe Sybil zo’n vraag durfde stellen.
‘Oh, dat was niet leuk van mij, hè kweelde zij. ‘Jij moet natuurlijk zeggen, dat zij knapper is, nietwaar? Jij bent nu immers met haar getrouwd. En als je iets anders zou zeggen, dan ben je een schooier.’
‘Ik vind mijn vrouw zeer mooi, Miss Sybil,’ zei hij en probeerde zijn ergernis te verbergen.
‘Ja, dat is zij inderdaad,’ antwoordde Sybil snel. Zij giechelde opnieuw. ‘Ze hebben ook tegen mij gezegd. dat ik mooi ben. Weet je, nog maar pas heeft Mr. Bartlett dat tegen mij gezegd.’
Geschrokken keek Brandon haar aan. Zijn nekharen gingen overeind staan bij het horen van de naam van die man alleen al. ‘Is Mr. Bartlett een van je vereerders?’
‘Ja,’ glimlachte zij. ‘Ken je hem?’
‘Ja,’ mompelde hij. ‘Of ik hem ken!’ Hij zuchtte diep en keek haar aan. ‘Miss SybiL wat zegt je moeder van al die vriendjes?’
De rimpels in haar voorhoofd verrieden haar verwarring. ‘Zij wil niet met hen praten. Waarom, weet ik niet. Zij wilde altijd dat ik een hele hoop aanbidders had en nu ik die heb. komt zij niet eens in de salon als een van hen er is.’
‘Misschien vindt zij hen wel niet het geschikte gezelschap voor jou. Miss Sybil.’
Zij giechelde opgewekt en ftapperde weer met haar dunne wimpers. ‘Brandon, Brandon, ik geloof dat jij warempel jaloers bent.’
Hij zuchtte geërgerd en voelde zich pas weer opgelucht, toen zij bij een buggy bleef staan. Hij legde de pakjes voor haar op de bank. Toen hij met een tik aan zijn hoed afscheid van haar nam en zich wilde omdraaien, glimlachte Sybil en stak haar hand uit om een denkbeeldig stofje van zijn jas af te halen, zoals zij Heather in de kerk had zien doen.