‘Dat lijkt me heel leuk,’ zei Emily beslist.
‘Emily, doe niet zo raar. Pete is niet echt geïnteresseerd in…’ Jake beet op zijn lip. Als blikken konden doden, dan zou hij nu op weg zijn naar het mortuarium. ‘Verdorie, waar is je gezonde verstand? Deze man en jij…’
Nog zo’n dodelijke blik, en vervolgens wendde ze zich met een ruk tot Pete. ‘Zullen we gaan, Mr. Archer?’
‘Archer,’ brulde Jake. ‘Waag het niet om –’
‘De dame heeft gekozen, Jake.’
‘Dat heb ik inderdaad. U betaalt mijn salaris, Mr. McBride; ik ben níét uw eigendom. Na kantoortijd kan ik doen wat ik wil. Ook met iemand uitgaan.’ Ze keek hem strak aan. ‘Tenzij u wilt dat ik mijn ontslag indien?’ Afwachtend keek ze hem aan.
En Jake kon niets anders doen dan machteloos toezien, terwijl zijn kleine bruine mus weg fladderde met zijn voormalige vriend voor een avondje stappen.
Hoofdstuk 2
De volgende morgen sneeuwde het. Dikke natte vlokken dwarrelden uit een loodgrijze hemel omlaag.
Geweldig, dacht Jake, die toch al een slecht humeur had. Dat werd natuurlijk binnen de kortste keren een vieze brij.
Toch besloot hij te gaan lopen. Het verkeer in New York zat ’s morgens altijd al vrijwel vast, maar op een dag als vandaag zou het helemaal een ramp zijn. Van een stevige wandeling in de koude buitenlucht zou zijn humeur misschien ook wel opknappen.
Niet dus.
Eerst kreeg hij dankzij een vrachtwagen een golf smerig ijswater in zijn schoenen. Vervolgens reed een vent op skeelers – skeelers, op een dag als deze – hem bijna van de sokken.
Tegen de tijd dat hij zijn kantoor bereikte, was zijn stemming dan ook nog verder richting minpunt gedaald. Nou ja, voor Brandi hoefde hij in elk geval niet beducht te zijn. Die zette nu geen stap buiten de deur. Haar make-up of kapsel zouden er eens onder kunnen lijden! Het was niet aardig van hem om er zo over te denken, maar verdraaid nog aan toe, hij was ook niet in een aardige bui.
Je kon ook niet verwachten dat een man in een zonnig humeur was na een vrijwel slapeloze nacht. Vooral wanneer er geen enkele verklaring voor die slapeloosheid te bedenken was.
Te veel koffie, misschien? Daar waarschuwden ze voortdurend voor. Of zou het aan die afhaalmaaltijd van de Chinees hebben gelegen? Niet dat hij daar veel van had gegeten. Hij fronste zijn wenkbrauwen. Het was me het nachtje wel geweest. Geen eten, nauwelijks slaap…
De postjongen kwam op een holletje op hem af. ‘Morgen, Mr. McBride,’ groette hij opgewekt. ‘Hier is uw post.’
Jake keek de jongen vuil aan. ‘Wat moet ik daarmee?’ grauwde hij. ‘De post gaat naar mijn PA.’
‘Uw… wat?’
‘Mijn PA. Mijn DA…’ Nijdig schudde Jake zijn hoofd. ‘Mijn secretaresse. Je moet de post aan haar geven.’
‘O, Emily.’
Nu zette Jake al zijn stekels op, al begreep hij zelf niet waarom. ‘Ze heet Miss Taylor,’ zei hij kil.
‘Ja, Emily, dat zei ik toch.’ De knul grinnikte. ‘Aardig meisje. Leuke ogen.’
Werd dit soms een trend? Ging elke man nu lopen kwelen over Emily? Over haar ogen, nota bene! Ze had er twee. Nou, en? Dat hadden de meeste mensen.
‘Ik geef de post altijd direct aan haar. Maar ze is er nog niet, zo te zien. De deur zit nog op slot.’
‘Klets niet, natuurlijk is ze er,’ weerlegde Jake, zijn hand al op de deurkruk. ‘Het is na negenen. Miss Taylor zit altijd voor…’
De deurkruk zat muurvast. De knul had gelijk. De deur zat inderdaad nog op slot.
Jakes humeur daalde tot ver beneden het nulpunt. Danig gehinderd door de stapel post, viste hij zijn sleutel uit zijn broekzak om de deur te openen.
‘Als Emily soms ziek is,’ zei de postjongen, ‘wilt u haar dan zeggen dat Tommy haar –’
Jake smeet de deur dicht, waarna hij nijdig door beende naar Emily’s bureau. Zoals gewoonlijk zag het er supernetjes uit. Toch wist hij meteen dat ze er niet was. Haar computerscherm staarde hem koud en zwart aan. De lampen waren allemaal nog uit, en hij werd evenmin verwelkomd door de heerlijke geur van verse koffie.
Nadat hij de lampen had aangedaan, marcheerde hij naar zijn eigen kantoor, waar hij zijn natte jas uittrok en die vervolgens over een stoelleuning smeet.
Zou ze echt ziek zijn?
Ach, welnee! Emily was nooit ziek. Ze zou wel moeten bekomen van haar avondje doorzakken met Archer! Wie weet op welk tijdstip die vent afscheid van haar had genomen. Als hij afscheid van haar had genomen…
Niet dat het hem iets uitmaakte. Wat zij deed, en met wie, was haar zaak. Dat zou hij haar ook vertellen wanneer – als – ze nog besloot op te duiken. De vraag was alleen of hij dat zou doen voor- of nadat hij haar ontsloeg.