Home>>read Voor altijd de baas free online

Voor altijd de baas(40)

By:Sandra Marton


‘Niets.’ Afgezien van het feit dat hij zich ineens afvroeg wat ze aanhad onder die jurk. Hij had heel wat die paskamer in en uit zien gaan, maar ondergoed was er niet bij geweest.

‘Nou, ik hou die kleren niet.’

‘Dat doe je wel, en daarmee basta.’ Nijdig smeet hij zijn jack op een stoel. Wat deed het er toe wat ze aanhad onder die jurk? Hem maakte het niets uit. Geen bal. ‘Ik ga de open haard aansteken. Als jij nu eens in de keuken ging kijken of je iets eetbaars kunt vinden?’

‘Gaan we op die toer? Jij bent de man, dus jij steekt de open haard aan. Ik ben de vrouw, dus ik mag een blik soep opentrekken.’

‘Wil jij de haard doen? Mij best. Leef je uit. Ik zit er niet mee om de rollen om te draaien.’

‘Nee, ik kook wel,’ zei ze nuffig. ‘Ik zit niet op een leuke voedselvergiftiging te wachten, dank je wel.’ Met een ruk draaide ze zich om.

Jake keek haar boos na. ‘Vrouwen,’ prevelde hij, en toen beende hij naar de woonkamer, waar hij neerhurkte voor de open haard.



Een halfuur later zat Jake op zijn gemak op het kleed voor de haard naar de dansende vlammen te kijken.

Hij voelde zich iets beter nu. Van een lekker vuurtje knapte hij altijd op, en er kwamen heel interessante geuren uit de keuken.

Met een zucht wierp hij nog een houtblok op het vuur. Daarna kuierde hij naar het wijnrek, vastbesloten er het beste maar van te maken.

Rood of wit, vroeg hij zich fronsend af. Hij had geen idee wat ze maakte, en hij keek ook wel link uit om het haar te gaan vragen. Het was nu lekker rustig; houden zo, vond hij.

Rood, besloot hij. Rood paste het beste bij een winterse avond met sneeuw.

Hij opende een fles merlot, rook aan de kurk en was tevreden met zijn keus. Mmm. Wat zou ze toch maken? Het rook in elk geval verrukkelijk. Zijn maag knorde luidruchtig. Ja, wat een wonder. Na die bagel vanmorgen, had hij geen hap meer gegeten. De lunch was op een of andere manier in het vergeetboek geraakt.

Ook dat was begrijpelijk. Wie dacht er aan eten als hij een mus voor zijn ogen in een zangvogel zag veranderen?

Grommend plukte hij een paar wijnglazen van een plank af. Goed beschouwd was ze aldoor al een zangvogel geweest. Ze wist dat alleen meesterlijk te verbergen. Pas wanneer je heel goed keek, besefte je ineens hoe mooi ze was, dacht hij, terwijl hij de wijn inschonk.

Mooier dan alle andere vrouwen die hij kende, die zo verrekte goed wisten dat ze mooi waren. Emily niet. Die vond zichzelf heel gewoontjes.

Toch was ze dat niet. Die zachte mond. Die donkere verdrink-in-me-ogen. Dat kittige neusje, dat prachtige haar, al die fraaie rondingen… En haar glimlach. Of haar lach, zo warm en spontaan. Haar eerlijkheid, haar intelligentie, haar afkeer van pretenties…

Het gekke was dat Pete Archer, ook al was hij een ezel, direct de echte Emily had gezien. Net als Thad Jennett. Eric trouwens ook. Was hij dan als enige blind geweest?

Met de wijnglazen in de hand liep hij naar de keuken. Ze stond voor het fornuis. In zijn denimschort, dat bijna twee keer om haar heen kon, stond ze in een pan te roeren. Genietend snoof hij nog eens goed. Knoflook, tomaten en… ‘Worst?’

Een gilletje slakend van schrik, draaide ze zich om. De hitte van het fornuis had blosjes op haar wangen getoverd, terwijl de stomende pan haar haren in een woeste krullenbos had veranderd. Er zat bovendien een rode veeg op haar kin.

Jake kreeg een raar knellend gevoel in zijn borst. Mooi, dacht hij, Emily, je bent zo mooi… Hij verstijfde. Oké, ze was dus mooi. Dat was nog geen reden om iets met haar te beginnen, terwijl hij wist dat er niets dan ellende van kon komen.

Een geforceerde glimlach tevoorschijn toverend, liep hij naar haar toe. ‘Vino voor de kok,’ zei hij monter, ‘maar je krijgt het alleen als het echt worst is wat ik ruik.’

Na een korte aarzeling nam ze met een zuinig glimlachje het glas van hem aan. Echt vrede was het niet. Meer een tijdelijk staakt-het-vuren.

‘Je ruikt inderdaad worst. Die vond ik in de vriezer.’

‘Ja, wat zit daar niet in? Ik kocht dat ding toen ik het huis kocht, gooide hem vol – en heb hem daarna nooit meer geopend,’ grapte hij, en hij hief zijn glas. ‘Proost.’

Voorzichtig nipte ze van haar wijn. ‘Mmm. Dit is lekker, zeg.’

‘Fijn. Het was een beetje een gok, omdat ik je smaak niet ken op het gebied van wijn.’

‘Alleen op het gebied van koppotige weekdieren.’

‘Ja, daar weet ik alles van,’ zei hij grinnikend.

Ze nam nog een slokje. ‘Uitgesproken ideeën over wijn heb ik niet. Ik weet alleen wat ik lekker vind en wat niet.’

‘Precies, niet zo moeilijk doen, dat vind ik nu ook altijd.’

Hun blikken kruisten elkaar, en Emily keek blozend van hem weg. ‘Nou ja, ik vond dus die worst. Er stonden wat blikken tomaten in de kast, plus een pak spaghetti. En in de koelkast vond ik kaas en knoflook, dus besloot ik een pastasaus te maken. Verwacht niet zoiets als bij La Gondola, maar –’