Alleen een vent die zich al een week lang door zijn hormonen liet regeren.
Dat moest ophouden, en wel nu meteen. Hij had veel tijd gehad om na te denken, de afgelopen uren, en er was maar één conclusie mogelijk. Dit was oerstom. Nu nam hij een vrouw mee naar de plaats waar hij nooit een vrouw mee naar toe had willen nemen.
Niet zo maar een vrouw: Emily. Emily, verdorie, die waarschijnlijk geloofde dat seks een ander woord was voor romantiek en liefde en valentijnskaarten met kantjes. Hij had zichzelf in een onmogelijke positie gemanoeuvreerd, en waarvoor? Voor wat uurtjes in bed?
Wat een giller!
Kom op, zeg, hij had de onkreukbare Miss Taylor in New York al kunnen hebben. In zijn flat. Of de hare. Desnoods in een hotelsuite, met uitzicht op het Central Park, als ze dat liever had gewild. Overal, maar niet in dit huis, dat hij als zijn persoonlijke toevluchtsoord beschouwde.
Hij wilde haar hier niet. Hier wilde hij geen enkele vrouw, maar dankzij een vlaag van waanzin zat hij hier nu toch met eentje opgescheept. Alsof dat nog niet erg genoeg was, zag het er ook nog eens naar uit dat ze hier voorlopig gestrand waren.
Niet dat hij nooit eerder een weekend met een vrouw had doorgebracht – maar dan wel in de stad. Daar was altijd genoeg te doen, zodat je niet zwijgend tegenover elkaar hoefde te zitten. Wat moesten ze hier doen, na de seks? Praten? Waarover dan wel?
Bovendien wist Emily niet hoe dit spel werd gespeeld. Zij zou verwachten… Ja, wat eigenlijk? Een diepzinnig gesprek? Dat ze elkaar hun levensverhaal vertelden? Jake kreunde bijna hardop.
Om nog maar te zwijgen over maandagmorgen. Kon hij dan nog wel naar kantoor gaan en haar begroeten alsof er niets was gebeurd?
Nee. Natuurlijk niet. Zo zaten vrouwen niet in elkaar. O, ze deden wel alsof, beweerden dat seks gewoon seks was en dat je het vooral niet moest verwarren met liefde. Een aantal meende het misschien ook nog wel.
Maar Emily? Nee, die zeer beslist nooit.
Ze was zo groen als gras. Naïef, ook. Zij zou zich natuurlijk allerlei illusies gaan maken na die ene nacht.
Dat was trouwens nog iets wat hem niet beviel. Dat hij bij haar altijd het rare gevoel had dat hij zijn lot niet in eigen hand had. Onzin, natuurlijk.
Dit – het weer, de wegen – was gewoon domme pech. Net zoals het domme pech was dat hij over haar was begonnen te dromen. Of pech, dat was ronduit lachwekkend. Welke vent had nu dat soort dromen, terwijl hij wist dat er bossen mooie vrouwen stonden te trappelen om datgene te doen wat Emily enkel in die dromen deed?
Somber keek hij de voorruit. Aha, daar was het huis. Normaal vond hij het altijd fijn het te zien, nu niet. Voor hem was het groot genoeg, maar voor hem en een vrouw? Voor hem en Emily?
Man, o, man, waar was hij toch aan begonnen?
Hij drukte de knop in op het dashboard. De garagedeur kantelde omhoog; hij reed de auto naar binnen en zette de motor toen uit. Oké. Hij moest hier toch doorheen, er zat niets anders op.
‘Zo,’ zei hij, mikkend op opgewekt zonder daarin te slagen, ‘we zijn er.’
Vrijwel meteen duwde Emily het portier open. ‘Fijn dat je het me even laat weten,’ zei ze koel. ‘Anders had ik het nooit geraden.’
Dit beloofde een gedenkwaardige nacht te worden, dacht Jake met een zucht. Nou ja, echt beroerd lag je niet op de bank in zijn studeerkamer, daar had hij dan nog mazzel mee.
Via de keuken liep hij even later het huis binnen. Het was koud en donker. Fijn, dat paste precies bij zijn stemming. Toch draaide hij de thermostaat omhoog, waarna hij van vertrek naar vertrek liep om het licht aan te doen. Bij zijn terugkeer in de keuken stond zij nog op precies dezelfde plek, met haar rug naar hem toe.
Hij ontdooide, een beetje. Hemel, ze zag er zo verloren uit, zo klein en eenzaam…
Fout, besefte hij zodra ze zich omdraaide. Ze leek verdorie wel een ijspegel! Oké, prima. Als ze het zo wilde, kon ze het zo krijgen. ‘Ik haal je spullen even binnen,’ snauwde hij.
‘Bedoel je nu de dingen die we vandaag hebben gekocht?’
‘Ja.’
‘Doe geen moeite. Daar is niets van mij bij. Jij hebt het uitgekozen; jij hebt het betaald. Jij kunt het ook weer gaan terugbrengen.’
Jake propte zijn handschoenen in de zakken van zijn jack. ‘Daar hebben we het al over gehad, weet je nog wel? Bij Saks.’
‘Hoe zou ik dat kunnen vergeten. Je maakte er genoeg heibel over…’
‘Verdorie, ga je daar nu weer over beginnen? Al dat spul kopen was mijn…’
Emily knoopte haar jas los en trok hem uit, en Jake slikte moeizaam. Hij was bijna vergeten hoe ze er uitzag in die roze jurk met die laarzen met hoge hakken.
‘Het was mijn idee,’ hernam hij. ‘En we weten allebei dat je nooit zoveel zou hebben gekocht als ik… als ik niet…’
‘Wat heb je ineens?’