Home>>read Voor altijd de baas free online

Voor altijd de baas(16)

By:Sandra Marton


Haar hart klopte woest in haar keel. ‘Shampoo.’

‘Het ruikt naar zonneschijn en bloemen.’

‘Mr. McBride. Jake. Ik moet er nu echt vandoor, als ik de ergste drukte wil mislopen in de metro –’

‘En hoe zit het met de rest?’

‘Welke rest?’ Praten was lastig wanneer hij zo dichtbij was. Net als ademhalen, of nadenken… ‘Haarproducten, bedoelt u? Die gebruik ik niet. Alleen shampoo. Wat er toevallig maar in de aanbieding –’

‘De rest van de kerels met wie je zult uitgaan.’ Jake leunde iets naar voren. Haar lichaam raakte nu het zijne. Het voelde zacht aan. Zo zacht. Zo heerlijk, opwindend zacht. ‘Hoe zit het daarmee?’

‘Ik zou het niet weten.’ Het klopte nog ook. Hoe kon ze nu nadenken wanneer ze zich zo vreemd voelde. Zo licht. Zo warm. Zo…

‘De mannen met wie je zult uitgaan. Mannen die ik niet ken. Hoe moet ik dan weten of ze te vertrouwen zijn?’

Prompt verstarde ze. Haar baas stond bijna neus aan neus met haar, snuivend aan haar haren, aaiend over haar wang, en hij vroeg haar met welke mannen ze dacht uit te gaan? Hoe was ze hier in vredesnaam in verzeild geraakt?

Ineens vastberaden, begon ze tegen zijn borstkas te duwen. ‘U hoeft nergens over in te zitten, want ik ga met niemand uit,’ zei ze kordaat.

Hij knipperde met zijn ogen. ‘Wat?’

‘U hebt me heus wel gehoord,’ zei ze, en ze diepte een verstandige wollen sjaal uit haar ene jaszak op en knoopte die om haar nek. Daarna haalde ze uit de andere zak een paar dito wanten te voorschijn en trok ze aan. ‘Ik heb er nog eens goed over nagedacht, Mr. McBride.’

‘Jake,’ zei hij automatisch, naar haar starend, terwijl hij poogde te bedenken wat hem kon hebben bezield om aan Emily Taylors keurige kapsel te gaan staan frunniken.

‘Mr. McBride,’ hield Emily beleefd vol. ‘Het lijkt me echt beter om op kantoor de regels in acht te nemen, vind u ook niet, sir.’

‘Hoezo? Wat is er mis mee om me Jake te noemen? Ik ken geen enkele secretaresse die haar baas “sir” noemt.’

‘Ik ben uw secretaresse niet, Mr. McBride.’

‘Weet ik. Ik bedoelde alleen… Je bent de laatste tijd wel erg tegendraads, Emily.’

‘Dat vind ik helemaal niet.’

‘Nou, ik wel. En ik ben je baas, dat heb je daarnet zelf gezegd, dus als ik zeg dat je tegendraads bent, dan ben je dat ook.’

‘Wat u wilt, sir,’ zei ze met een beleefde glimlach.

‘Verdorie nog aan toe, dit is belachelijk. Als je me nog één keer “sir” noemt, ben ik in staat om –’

De deur werd op een kiertje geopend. ‘Jake?’

Met een ruk keek Jake op, langs Emily heen, en hij kreunde zachtjes. ‘Brandi,’ zei hij vlak, naar achteren deinzend.

Brandi volgde hem onverstoorbaar en sloeg haar armen om zijn nek. ‘Jake, probeer je me soms te ontlopen?’

Met een zucht plukte hij haar handen van zijn nek en bracht die omlaag. ‘Wat doe je hier, Brandi?’

‘Jou opzoeken, natuurlijk. Om je te vragen waarom je me nooit terugbelt.’ Ze glimlachte naar hem.

Of ze pruilde. Bij Brandi wist je dat nooit, omdat haar lippen zo bomvol collageen zaten dat het gewoon niet leuk meer was.

‘Brandi,’ zei hij vriendelijk. ‘Ik heb je al uitgelegd dat wat jij en ik hadden nu –’

‘Zeg het niet! Het is niet waar. Dat kan gewoon niet.’

‘Brandi…’

‘Ik heb een tafeltje geserveerd bij Alfredo. We kunnen het er toch nog eens over hebben? Tijdens het eten?’

‘Nee,’ antwoordde Jake. ‘Het spijt me, Brandi, maar dat heeft totaal geen zin.’

‘Natuurlijk heeft het wel zin.’

‘Nee, echt niet.’

‘Tja,’ zei Emily opgewekt. ‘Het is al knap laat, Mr. McBride. En het vriest, dus als u het niet erg vindt…’

‘Je hebt gelijk, Emily. Wacht daar. Ik ben zo terug.’ Op een drafje verdween hij in zijn kantoor.

Emily glimlachte opgelaten naar de ander, wat haar alleen een zure blik opleverde. Oké, ook goed, dacht ze, en ze greep de deurkruk.

‘Ik ben klaar,’ kondigde Jake aan.

Met een ruk draaide ze zich om. Hij had zijn jas aan, en hij stak haar glimlachend zijn hand toe. Snel deinsde ze terug. Niet ver genoeg, want hij wist haar vingers toch te pakken. ‘Wat ben je aan het doen?’ beet ze hem nijdig toe.

‘We moeten nú weg als we niet te laat willen komen.’ Zijn ogen seinden een waarschuwing naar haar. ‘Je weet hoe Donovan denkt over mensen die te laat komen.’

‘Wie?’

‘Donovan. De voorzitter.’

‘Welke voorzitter? Jake, wat –’

Hij legde haar het zwijgen op door zijn mond teder op de hare te drukken. Daarna keek hij naar Brandi.