‘Belachelijk? Terwijl er elke dag wel een vrouw wordt beroofd, verkracht of vermoord? Terwijl deze stad vol perverselingen zit?’
‘Laat me los.’
‘Wil jij soms de volgende worden? Moet ik straks naar het politiebureau om je lichaam te identificeren?’
‘U bent belachelijk zojuist ontstegen, Mr. McBride. U moet wel knettergek zijn.’
Misschien was hij dat wel. Als zij wilde uitgaan met de reïncarnatie van Dracula, dan ging dat hem toch zeker niets aan? Minder dan niets.
‘Goed, dan.’ Demonstratief liet hij haar arm los. ‘Voor mijn part pik je een vent op van de straat.’
‘Dank u. Fijn om te weten dat ik uw permissie heb.’
‘Ga met de eerste de beste vent mee die in de metro zegt: “Hoi, schatje, zullen wij een filmpje pakken”?’
‘Ik zou nooit uitgaan met een man die ik niet kende.’
‘Behalve gisteravond dan.’
‘Behalve gisteravond… omdat ik aannam dat mijn baas me niet zou voorstellen aan een menselijke octopus!’
Jakes ogen begonnen vervaarlijk te schitteren. ‘Zeg op, wat heeft die hufter je gedaan? Ik sla hem verrot.’
‘Hij heeft niets gedaan! En ik heb echt geen beschermer nodig!’
‘Klopt.’ Doelbewust zette hij zijn handen aan weerszijden van haar gezicht tegen de muur. ‘Jij hebt een oppasser nodig.’
Zijn gezicht was vlak bij het hare, zo dichtbij dat hij het spiertje kon zien kloppen bij haar mondhoek. Wat zou er gebeuren als hij er zijn mond op drukte?
‘Jake,’ zei ze met lage stem.
Ze stond naar hem te kijken alsof ze hem nooit eerder had gezien – en misschien was dat ook wel zo. Hemel, hij voelde zich een vreemde in zijn eigen lichaam, een man die dingen wilde doen waarvan hij wist dat ze krankzinnig waren.
Dit was zijn assistente. Dit was Emily Taylor, superefficiënt maar heel gewoontjes. Toch jeukten zijn vingers om die speld uit haar haren te trekken, om haar jas los te knopen, zodat zijn handen eronder op onderzoek konden uitgaan.
Het allersterkst was echter het verlangen om haar weer te kussen.
‘Emily.’ Zijn blik dwaalde omlaag naar haar mond. ‘Emily…’
Razendsnel door ze onder zijn arm door – maar hij was sneller. Hij greep haar bij de arm en trok haar terug.
‘Hoor eens,’ zei hij, zo kalm en redelijk mogelijk. ‘Bekijk het nu eens van mijn kant, oké? Ik, eh… ik voel me verantwoordelijk voor je. Je werkt voor me, en je hebt hier geen familie waarbij je kunt aankloppen.’
‘Hoe weet u dat?’
Omdat hij haar dossier had doorgelezen, daarom. Opeens had hij alles over haar willen weten. Wat in wezen heel begrijpelijk was. Ja, hoe kon hij haar nu aan de juiste mannen voorstellen als hij geen goed beeld van haar had?
‘Dat heb je me zelf verteld toen je kwam solliciteren. Je zei dat je uit Rochester kwam, geloof ik.’
‘Klopt. Maar dat betekent nog niet –’
‘Ik voel me, denk ik, gewoon schuldig. Als ik je niet had voorgesteld aan Archer, als ik je niet zo boos had gemaakt…’
‘Nergens voor nodig. U valt niets te verwijten. Ik had gewoon beter moeten weten. Wat Archer betreft, en die contactadvertenties… U had gelijk. Dat is niets voor mij.’
Die paar ontsnapte lokken krulden nog steeds rond haar gezicht, dacht Jake, en hij glimlachte. Bijna afwezig pakte hij er eentje tussen zijn duim en wijsvinger en begon ermee te spelen. ‘Mooi zo. Ik moet er niet aan denken dat ik al die kerels in die rubriek had moeten opzoeken.’
Ze zette grote ogen op. ‘Waarom zou u dat doen?’
‘Om ze te waarschuwen dat ze met mij van doen zouden krijgen als ze rare geintjes met je uithaalden.’
Bij het horen van die woorden schoot ze in de lach.
Haar gezicht straalde wanneer ze lachte. Waarom was hem dat nooit eerder opgevallen?
‘Dat zou ik u niet aan willen doen. Dus beloof ik plechtig dat ik niet zal uitgaan met iemand die zichzelf omschrijft als K, S en S.’
‘K, S en S?’ vroeg hij afwezig.
‘Knap, sexy en succesvol. Nog even, en dan bestaan die advertenties alleen nog uit letters en cijfers. Je weet wel: K, S en S zkt M, S en S… Jake? Wat doe je?’
Iets stoms. Haar haarspeld los maken. Hij voelde haar huiveren toen hij met zijn vingers licht door haar haren streek. ‘Is dit echt?’
‘Is wat echt?’ wist ze moeizaam uit te brengen.
‘Dit,’ mompelde hij, en hij liet een paar haarlokken door zijn vingers gaan. ‘De kleur. Hoe noem je dat?’
Ze lachte nerveus. ‘Bruin. Doodgewoon bruin.’
‘Mussenbruin,’ prevelde Jake. ‘Ik vind het mooi.’ Genietend boog hij naar voren en snoof eraan. ‘Het ruikt ook lekker. Wat is dat?’