‘Dat gaat niet gebeuren, denk ik.’
‘Dat denk ik ook niet, nee. Twee: Lorna komt niet terug, jij zegt tegen Heather en Niall dat ze zonder haar moeten lunchen. Heather is pissig omdat ze niet wordt behandeld met de mate van respect die haar toekomt en verhuist weer naar een ander impresariaat en het wordt bekend dat Lorna aan iets vreselijks lijdt en misschien wel nooit meer aan de slag gaat, dus al haar andere cliënten nemen ook de benen.’
‘O god,’ zeg ik.
‘Drie: we gaan samen aanstaande maandag naar Lorna’s huis, sleuren haar de deur uit en leveren haar af in het restaurant waar ze erbij zit als een kwijlende idioot, maar ze is er in elk geval.’
‘Dat is net zo erg,’ zeg ik.
Kay is nog niet klaar: ‘Vier: we vertellen Joshua en Melanie precies hoe de vork in de steel zit, en dan neemt een van hen de zorg voor Heather over.’
‘En ik raak mijn baan kwijt.’
‘O ja? Terwijl je alleen maar hebt willen helpen?’
‘Ja, zeker. Ik heb tegen ze gelogen, me voorgedaan als Lorna, de cliënten misleid… O god, ik word al gek als ik eraan denk.’
‘Nou, in dat geval hebben we alleen nog optie vijf.’
‘Weglopen?’
Kay lacht. ‘Nee. We… ik zeg we, maar ik bedoel jij… zorgt dat Lorna uit bed stapt en weer op kantoor komt, je brengt haar aan het verstand dat je alles voor haar bestwil hebt gedaan en dat ze Joshua, Melanie of de cliënten nooit iets mag vertellen van wat er is gebeurd. En dan moet zij maar weer haar oude dynamische zelf zien te worden en gewoon maandag naar die lunch gaan.’
Ze kijkt me triomfantelijk aan. ‘En hoe ga ik dat voor elkaar krijgen?’ vraag ik.
‘Ik heb geen idee.’
Ze heeft natuurlijk gelijk. Het enige wat me nu nog kan redden is dat alles weer bij het oude wordt zonder dat iemand ooit door heeft gehad dat er iets goed mis was, maar ik zie niet hoe dat zou kunnen.
Kay, praktisch als altijd, zegt: ‘Hoe sneller je met haar praat, des te meer tijd zij heeft om zichzelf voor maandag weer op de rit te krijgen.’
‘Wat zal ik doen? Moet ik er weer langs? Ik denk niet dat ze dit keer de deur nog opendoet.’
We besluiten dat Kay aan Joshua en Melanie zal zeggen dat Lorna me heeft gevraagd bij haar langs te gaan om nog wat spullen voor het werk te brengen. Joshua reageert hierop door te zeggen: ‘O, mooi, ik wilde Lorna vandaag al bellen om te vragen wanneer ze weer aan de slag denkt te gaan,’ waarop Kay antwoordt: ‘Nou, dat kan Rebecca je dan straks dus vertellen’, en ze hoopt dat hij daaruit opmaakt dat hij zich de moeite net zo goed kan besparen.
In de tussentijd ga ik naar Lorna’s huis, al weet ik niet wat ik daar moet doen. Op weg naar de metro neem ik een telefoontje van Phil aan, die heeft besloten dat hij Jasmine elke donderdag als vaste gast wil, want dat vond hij een heel goed idee. Hoewel ik weet dat ik moet wachten tot ik Lorna heb gesproken, aangezien ik naar haar op weg ben, vertel ik hem dat Jasmine dan wel een hoger honorarium moet krijgen, aangezien ze elke donderdag voor hem vrij zal moeten houden. Tot mijn verbazing vindt hij dat meteen prima. Hij vindt het wel logisch dat een vaste gast meer betaald krijgt dan mensen die maar af en toe langskomen. Ik hang op en vraag me af of ik soms nog meer had moeten vragen, maar als ik het Jasmine meld is ze dolblij.
‘Dankjewel. En bedank Lorna ook voor me,’ zegt ze.
‘Natuurlijk,’ zeg ik. ‘Ik zie haar over een paar minuten.’
Ik doe het trucje met voor de deur hangen nog een keer, maar niemand gaat naar binnen of naar buiten, dus uiteindelijk druk ik op een paar willekeurige deurbellen, en als iemand eindelijk antwoordt zeg ik: ‘Ik kom de meterstand opnemen.’ De man vraagt niet eens voor welke meter ik kom en doet de deur voor me open.
Ik klop aan bij Lorna en wacht af. Ik hoor haar binnen rondlopen, dus ik weet dat ze er is, maar ze lijkt niet van zins om open te doen en me binnen te laten.
‘Lorna,’ zeg ik luid. ‘Ik ben het, Rebecca. Ik weet dat je me niet wilt zien, maar dit gaat over het werk. Het is heel belangrijk en ik ga niet weg. Ik weet dat je nu denkt dat het je allemaal niets kan schelen, maar als ik straks niet kan vertellen dat ik je heb gesproken, gaat Joshua je zelf bellen…’
De deur van de buren gaat open, en een vrouw van middelbare leeftijd gluurt naar me, en vraagt zich duidelijk af wat er hier aan de hand is. Ik schenk haar een glimlach en probeer er niet-bedreigend en vriendelijk uit te zien, maar ze kijkt me boos aan en gaat weer naar binnen zonder een woord te zeggen. Ik weet dat Lorna het heel belangrijk vindt wat anderen van haar denken; haar image van de succesvolle zakenvrouw die alles onder controle heeft, is alles voor haar, dus ik denk: wat kan mij het ook schelen? Ik ga nog wat harder praten.