‘Wat moet je hier?’ vraagt ze vlak, en ik zeg: ‘Ik wilde alleen controleren of het allemaal wel goed gaat. Omdat je niet reageert op Kays telefoontjes.’
‘Nou, dat weet je nu dus. Wat nou? Dacht je soms dat die sneue Lorna zich van kant had gemaakt omdat ze geen leven heeft? Dan heb je pech, sorry.’
‘Ik heb tegen iedereen gezegd dat je een virus hebt,’ zeg ik. ‘Alles is onder controle. Al je cliënten zijn tevreden – Jasmine is zelfs op London at Six – maar misschien zou je toch na het weekend weer terug willen komen, want het wordt anders wel heel lastig om te verklaren waar je uithangt, oké?’ Ik overweeg haar te vertellen wat er met Heather en Mary speelt, maar dat vergt nu te veel uitleg, en het lijkt er niet op alsof ze me met bedankjes zal overstelpen.
Ik loop achteruit. Ze wil me hier duidelijk niet hebben en ik wil hier ook niet zijn, dus weggaan lijkt me nu het beste.
‘Als er nog iets moet gebeuren, laat dat dan even weten aan Kay of aan mij.’ Ik draai me om en wil weglopen.
Ik kan me heel goed voorstellen hoe dit haar kwelt, maar dan klinkt het vragend: ‘Rebecca?’
Ik stop en draai me weer om.
‘Hoe gaat het met Alex? Heb je hem nog gezien?’
‘Nee,’ zeg ik. ‘Je moet Alex echt uit je hoofd zetten, Lorna. Hij komt echt niet ineens op andere gedachten en hij is dit ook allemaal niet waard. Ik zei toch…’
Ze slaat de deur dicht in mijn gezicht. Prima, denk ik. Dat ging lekker. Buiten hou ik een taxi aan, en als we wegrijden bel ik Kay.
‘Ze leeft nog,’ zeg ik. ‘Ze ziet eruit als een anorexiapatiënte, en ze is vals en gestoord, maar ze leeft nog wel.’
Kay moet lachen. ‘Dus ze is eigenlijk weer bijna de oude, bedoel je?’
‘Zoiets, ja.’
‘Denk je dat ze er binnenkort weer is?’
‘Ik heb geen idee,’ zeg ik, en dat heb ik ook werkelijk niet.
Dan en ik brengen onze kostbare vrijdagavond door met Rose en Simon, we gaan samen uit eten. Ik heb hem er eindelijk van kunnen overtuigen dat we toch echt ook eens andere mensen moeten zien als we de komende vijftig jaar nog eens iemand anders willen spreken dan Isabel en de kinderen. Eerlijk gezegd zie ik er zelf nogal tegenop. Het zijn best aardige lui, voor zover ik dat kan zeggen na die paar keer dat ik ze heb gezien. Ze zijn in elk geval de beste kandidaat-beste-vrienden van alle mensen die we kennen. Het punt is alleen, we kennen ze niet zo goed, dus dat levert vanavond waarschijnlijk wat ongemakkelijke momenten op. We moeten op eieren lopen om te ontdekken wat we eventueel gemeen hebben, en misschien, heel misschien, is dat wel genoeg voor ons alle vier om nog een keertje af te spreken. Het is van belang dat we hen allebei even aardig vinden. We willen niet zo’n relatie waarin we ons verplicht voelen om iemand te zien, en elke keer iets moeten zeggen als: ‘Zij is zo’n schat, maar wat is het toch jammer dat hij zo’n lul-de-behanger is.’ Verder mag er ook absoluut geen enkele sprake zijn van aantrekkingskracht tussen twee van de vier. Als Rose gaat flirten met Dan als ze een paar glazen achter de kiezen heeft, of als Simon me te lang in de ogen staart vanaf de andere kant van de tafel, dan zijn ze zeker geen mensen die we in ons leven willen toelaten. Het is een complexe zaak, deze stellenvriendschappen. Tenminste, voor ons, nu, want het voelt alsof er zoveel van afhangt. Voor Rose en Simon is het waarschijnlijk een mooi excuus om een avond weg te kunnen en lekker te eten. Ze hebben geen idee dat ze auditie komen doen voor de Nieuwe Beste Vrienden 2010.
Het duurt uren om me aan te kleden en op te maken. Ik wil er leuk uitzien maar ook weer niet overdreven opgedirkt. Ik trek twee keer iets anders aan en op een gegeven moment haal ik alle make-up weer van mijn gezicht en begin helemaal opnieuw. Ik probeer me te herinneren wat Rose en Simon ook alweer doen voor de kost. Hij zit in de recruitment, meen ik, iets saais dat wel heel goed betaalt. Rose werkt voor een goed doel, maar ik weet niet meer welk. Iets voor een of andere obscure ziekte. Ze zullen wat ik doe wel verschrikkelijk onbeduidend vinden. Ze hebben een dochter bij William in de klas, Lily, en dat lijkt me wel een leuk meisje. Ze zat trouwens ook op dezelfde basisschool als hij. Zo kennen we hen ook. Aan het begin van de zomer zijn alle kinderen die samen doorgingen naar Barnsbury Road een dag naar hun nieuwe school geweest als kennismaking, en de ouders mochten daar het eerste uur ook bij zijn. Rose en ik hadden meteen een klik, herinner ik me, omdat we allebei zo bang waren dat onze kinderen het niet zouden trekken. Lily is niet excentriek, zoals William, maar ze is wel een stil en gespannen meisje, en Rose was bang dat ze dit erg overweldigend zou vinden.
‘Hoe gaat het met Lily Freshney op school, is die al een beetje gewend?’ vraagt ik aan William als ik hem op zijn kamer gedag kom zeggen nadat ik de oppas de strikte opdracht heb gegeven dat hij niet aan wat voor keukenapparaat dan ook mag komen als zij er niet bij is.