‘Het klinkt helemaal als Mary,’ zeg ik. ‘Op die mishandeling na dan.’
‘Dat dacht ik ook,’ zegt ze.
Ik beloof Marilyn dat ik haar op de hoogte hou en bel Mary op. Ze is in het restaurant aan het werk, maar gelukkig bestaat zo’n beetje het voltallige personeel daar uit acteurs, en samen hebben ze afgesproken dat ze voor elkaar inspringen in noodgevallen zoals dit. Dus zegt ze dat ze er binnen een uur kan zijn. In de tussentijd zoeken Kay en ik in de scripts die we hier op kantoor hebben liggen naar een geschikte scène. We vinden er eentje in Gary’s gangsterfilm, waarin een jonge moeder ruziemaakt met haar criminele vriendje. Perfect. Ik bel Isabel, want die werkt vandaag thuis, en zeg dat ik een fietskoerier langs stuur voor haar dvd-camera.
Als Mary er is, zetten we haar in Lorna’s kantoortje en richten we de camera op haar. Kay leest de stukjes van de criminele vriend. Ik heb letterlijk geen idee waar ik mee bezig ben, maar ach nou ja, wat is het ergste dat er kan gebeuren? Mary mag auditie doen, of niet. We schieten de scène drie keer, en ik vind dat Mary het prima doet, maar goed, wat weet ik ervan?
Ik laat Kay snel ergens een kopietje van de dvd maken en stuur hem per fietskoerier regelrecht naar de studio’s van Reddington Road in Streatham. Pas als dat allemaal achter de rug is, bedenk ik dat we misschien Joshua of Melanie om advies hadden moeten vragen voor ik dit allemaal ging regelen, maar nu is het te laat, en Kay zegt dat het dus geen zin heeft om me er verder druk over te maken. We wachten gespannen af of er nog iets van komt.
Maar er gebeurt niets. Tenminste, vandaag niet. Kate heeft ongetwijfeld honderden dvd’s om af te kijken, hou ik mezelf voor. Toch ben ik helemaal hyper, en aan het eind van de dag heb ik geen zin om meteen naar huis te gaan. Dus vraag ik Kay of ze zin heeft om snel even een borrel te drinken in de pub. Als ze ja zegt, bel ik Dan om te vragen of hij het erg vindt om de kinderen vast eten te geven, waar hij natuurlijk geen bezwaar tegen maakt. Hij doet tegenwoordig nog meer zijn best om lief voor me te zijn dan anders.
Kay en ik lopen naar de Crown and Two Chairmen en ik haal voor haar een wodka-tonic en voor mezelf een groot glas witte wijn. Ook al werken we in dezelfde ruimte, dit is de eerste keer dat we echt eens kunnen kletsen over persoonlijke zaken, omdat het steeds zo’n gekkenhuis is geweest sinds ze bij ons is begonnen.
Kay woont alleen in een klein huis in Shepherd’s Bush. Haar man is bij haar weggegaan toen haar jongste zoon – die nu achttien is – nog maar drie was, en de oudste zoon zeven. Ik vind het onvoorstelbaar dat ze haar jongens voor het grootste deel in haar eentje heeft grootgebracht. De vader maakt maar zeer sporadisch deel uit van hun leven. Ik vraag me af of ze zich eenzaam voelt, maar het lijkt me zo onbeleefd om dat te vragen. Ze is wel heel open over het feit dat ze weer is gaan werken omdat ze zich thuis niet meer nodig voelde. Ze wist niet wat ze met haar tijd aan moest, nu ze geen sportkleding meer te wassen had, en alleen nog maar één bed hoefde op te maken. Ze heeft de neiging om nogal veel over haar jongens te praten, maar dat is niet irritant, dat is juist wel schattig. Ze is duidelijk trots op hen en op de opvoeding die ze hen heeft gegeven. Ik heb zo het gevoel dat ze niet vaak iets van zich laten horen, en dat is hartverscheurend, maar zo is het nu eenmaal met studerende kinderen. De ene minuut ben je nog betrokken bij de kleinste details van hun leven, je geeft hen te eten, je ruimt hun spullen achter hun kont op, en ruziet over welk televisieprogramma ze mogen kijken, en het volgende moment – niks meer. Dan mag je van geluk spreken als ze je eens in de week even bellen.
Ik mag Kay echt heel graag. Ze is zo heerlijk nuchter. Het is verleidelijk om haar over al mijn problemen te vertellen, maar ik ben bang dat ze me dan een drama queen vindt, of een soort magneet voor emotioneel trauma. Ik ken haar trouwens ook nog niet goed genoeg, maar ik heb wel het gevoel, of in elk geval de hoop, dat we vriendinnen kunnen worden. En ik ben er inmiddels wel achter dat ik meer vriendinnen nodig heb.
We weerstaan de verleiding van een tweede drankje.
‘Ik heb morgen weer belangrijke deals te sluiten,’ zeg ik en zij moet lachen.
Op weg naar huis weet ik dat ik ergens stiekem hoop dat Lorna morgen nog niet op kantoor komt.
Dan heeft het eten en een glas rode wijn voor me klaarstaan als ik thuiskom. Hij slaat zijn armen om me heen. ‘Vertel eens, hoe was het vandaag?’ zegt hij, en hij kust me boven op mijn hoofd en dit keer heb ik voor de verandering eens iets interessants te melden.
Isabel zit in de stress, want ze weet niet wat ze allemaal mee moet nemen naar München.
‘Wat nu als we allebei de avonden chic uit eten gaan? Dan moet ik dus twee verschillende nette setjes meenemen,’ zegt ze als ze me voor de derde keer belt.