Home>>read Vierspel free online

Vierspel(63)

By:Jane Fallon


‘Nee,’ zeg ik met klem, ‘dat hebben we niet.’

‘Rebecca is de reden waarom het nu uit is met Lorna en waarom Dan niet meer mijn beste vriend is. Dat klopt toch?’ Hij kijkt me wazig aan. Mijn god, hij heeft echt flink zitten tanken.

‘Let maar niet op wat hij zegt,’ zeg ik. ‘Hij is dronken en hij kletst uit zijn nek. Ik leg het later wel uit.’

‘Ah, nee, toe, leg het nu allemaal maar uit aan haar. Ik zou het hele treurige verhaal ook zo graag eens willen horen vanuit jouw perspectief.’

Ik ben er klaar mee. ‘O ja? Zou je echt zo graag mijn versie willen horen van wat er is gebeurd, Alex? Goed, daar komt-ie. Ben je er klaar voor?’ Ik kijk hem aan en hij zwalkt nog wat. ‘Let op, Kay, dan volgt hier het verhaal van mijn relatie met Alex. Wij zijn twintig jaar lang vrienden geweest. Wat hij zegt klopt, hij was de beste vriend van mijn man en zijn vrouw was mijn beste vriendin. Dat is ze trouwens nog steeds. Maar Alex is een poosje terug bij haar weggegaan. Zo maar ineens. En toen heeft hij mij gezegd dat hij verliefd was op mij. Dat hij nooit echt van zijn vrouw heeft gehouden, omdat hij altijd al van mij hield. Hij vroeg me zelfs om bij mijn man weg te gaan – zijn allerbeste vriend, weet je nog wel – en er met hem vandoor te gaan. Waarop ik nee zei. Uiteraard. Ik heb hem gezegd dat ik niet geïnteresseerd was, en dat ik dat ook nooit zou zijn. En toen heeft hij Lorna mee uit gevraagd. Hij heeft haar gebruikt, daar komt het op neer. Gelukkig is zij zo verstandig geweest om hem te dumpen.’

‘Ja, omdat jij je ermee ging bemoeien en de boel hebt verziekt,’ zegt Alex agressief.

‘En hij en Dan zijn nu geen vrienden meer,’ ga ik verder, zijn opmerking negerend. ‘Dat zul je wel snappen. Dus het komt erop neer dat Alex zijn verdiende loon heeft gekregen. En nu is hij verbitterd – vooral vanwege het feit dat iedereen nu de waarheid kent, vermoed ik – maar het is allemaal zijn eigen schuld. Hij heeft zijn eigen graf gegraven en dat is wat hem nu zo kwelt.’

Ik zwijg en kijk of mijn woorden tot hem doordringen. Het valt lastig te zeggen. Hij legt een hand op de hoek van Kays bureau om in balans te blijven.

‘Dat lijkt mij een vrij redelijke analyse, wat jij, Alex?’

‘Weet jij waarom ik hier nu ben?’ zegt hij.

‘Nee, vertel.’

‘Jij denkt dat jij mijn leven kunt ruïneren,’ zegt hij. ‘Nou, prima, maar dat mes snijdt aan twee kanten.’

Ik heb geen flauw idee wat hij daarmee bedoelt, maar ik laat niet zien dat ik ervan schrik, want dat plezier gun ik hem niet.

‘Jij bent zo zelfingenomen,’ zegt hij, ‘en je bent er zo zeker van dat jouw relatie helemaal perfect is, dat je hele leventje helemaal perfect is.’

Ik zeg niks, vooral omdat ik niet weet wat ik zou moeten zeggen. Ik heb geen goed gevoel over wat er nu gaat komen.

‘Denk jij soms dat Dan daar ook zo zeker van is? Denk jij soms dat hij nooit aan jullie twijfelt?’ En komt een voorzichtige grijns op zijn gezicht. ‘Denk jij niet dat hij jou ook wel eens helemaal zat is, en dat hij nooit naar andere vrouwen kijkt? Vraag hem maar eens wat er in Edinburgh is gebeurd. Vraag hem wat er is gebeurd toen wij samen dat weekend weg waren.’

Mijn hart staat praktisch stil. Waar heeft hij het over? Dan heeft toch voor mij geen geheimen? Hij is vier jaar geleden een keer een weekend met Alex in Schotland geweest. Ze hadden zin om daar te gaan wandelen, en toen gingen ze ’s avonds naar van die oude pubs voor een borrel, en Isabel en ik gunden hun dat van harte. Ik probeer uit mijn geheugen op te diepen of er toen vege tekenen waren, dingen die erop konden duiden dat er iets mis was. Dat Dan ongelukkig was of anders, toen ze thuiskwamen, maar ik kan niks bedenken.

‘Jij lult maar wat,’ zeg ik en Alex trekt weer die ontstellend irritante grijns.

‘Goed,’ zegt hij. ‘Dan geloof je me toch niet?’

Kay komt naast me staan alsof we er met zijn tweeën intimiderender uitzien.

‘Oké,’ zegt ze, en ik hoor haar weifelen. Zij weet niet dat Alex niet gewelddadig is. ‘Je moest maar weer eens gaan.’

‘Jeetje, wie is deze rottweiler?’ zegt Alex tegen mij, en hij lacht, want hij vindt zichzelf enorm geestig.

‘Zij is degene die hier de hele boel bij elkaar gaat gillen als jij nu niet meteen weggaat. En ze is ook degene die dan meteen de politie belt,’ antwoordt zij, want ze denkt dat twee dreigementen meer zoden aan de dijk zetten dan een.

‘Nou goed, hoor,’ zegt hij. ‘Ik ga al. Ik heb alles gezegd wat ik te zeggen had.’ Hij maakt een terugtrekkende beweging en wendt zich dan weer tot Kay: ‘Geloof jij nou dat ik ooit verliefd ben geweest op dat daar?’ Hij monstert me theatraal. ‘Ik bedoel, moet je dat nou zien. Wat een bitch.’