Isabel, die al jaren verhalen over Lorna moet aanhoren, gaat haar ook voor het eerst ontmoeten als ze de tweeling bij de Pizza Express in Islington dropt.
‘Denk maar gewoon niet aan het boontje,’ zeg ik als ze me belt om te zeggen dat ze onderweg is.
‘Ik dacht dat ik moreel hoogstaand bezig was door haar uit te nodigen voor het feestje,’ zegt ze, ‘maar ik ben er nog helemaal niet klaar voor om hem met iemand anders te zien.’
Dat is dus typisch Isabel, om volwassen te willen doen. Ik weet dat ze zich heeft gekweld met de vraag of ze Lorna wel of niet zou uitnodigen, maar aangezien Isabel nu eenmaal is wie ze is weet ik ook dat ze zich heeft voorgenomen om zich vriendelijk op te stellen. Zij ziet het zo: Alex is degene die zich heeft misdragen, maar dat is geen reden waarom zij zich zou misdragen naar Lorna toe. Als ik in haar schoenen stond, nou, over mijn lijk dat Alex dan zijn nieuwe vriendin mee mocht nemen. Of liever gezegd: over haar lijk. En zodra ik dat had uitgesproken, zou Isabel me waarschijnlijk apart hebben genomen om me tot bedaren te manen en om me eraan te herinneren dat het enige waar ik macht over had, en het enige waar ik tot elke prijs aan moest vasthouden, mijn gevoel van eigenwaarde was. Isabel is altijd degene naar wie ik toe ga als ik weet dat ik mezelf buitenproportioneel zit op te winden over het een of ander. Zij is dan altijd degene die me de spiegel der redelijkheid voorhoudt.
Ik heb geen idee wat ik nu tegen haar moet zeggen. Ik kan me totaal geen voorstelling maken hoe het moet zijn om je nog-niet-eens-ex-echtgenoot te zien met een andere vrouw. Het weten is één ding, maar om er getuige van te moeten zijn is iets heel anders.
‘Natuurlijk wordt het zwaar,’ zeg ik. ‘Maar je doet het goed.’
Ik weet niet of ik dat zelf wel echt geloof, maar het klinkt als de juiste reactie. ‘En dan daarbij, we hebben het hier over Lorna,’ voeg ik eraan toe. ‘Dus je hoeft in elk geval niet het idee te hebben dat je tekortschiet, vergeleken met haar.’
‘Rebecca,’ zegt Isabel afkeurend, maar ik hoor haar glimlach.
‘Ze ziet eruit alsof ze nodig eens iets moet eten,’ is het eerste wat Isabel na afloop tegen me zegt.
‘Vertel eens,’ zeg ik, ‘hoe… hoe was het verder?’
‘Ze lijkt me best aardig. Een beetje territoriaal wat Alex betreft.’
‘Ze is onzeker,’ zeg ik. ‘Daar komen al haar neuroses vandaan.’
‘Moeten we soms medelijden met haar hebben?’ vraagt Isabel, en ik snuif.
‘We zijn allemaal onzeker,’ zeg ik, zodat zij in de lach schiet.
Isabel vertelt dat Lorna zich enorm uitsloofde voor de meisjes. Dat vond ze prima, tot bij navraag bleek dat Nicola haar een bemoeial vond en dat Natalie erover klaagde dat Lorna ‘veel te veel praatte’.
‘Denk je dat Alex gelukkig is met haar?’ vraagt ze.
Ik doe net of ik de vraag niet hoor. ‘Ze verdienen elkaar.’
Op maandag is het met Lorna ‘Nicola dit’ en ‘Natalie’ dat, alsof ze het over haar twee klasgenootjes heeft met wie ze zojuist heeft afgesproken om beste vriendinnen te zijn. Ik laat haar maar dooremmeren, want ik heb liever dit, dan dat zij mij vertelt wat ik moet doen. Na een poosje luister ik niet eens meer en dat voelt vertrouwd. Het is weer net die goeie ouwe tijd waarin ze onophoudelijk over zichzelf praatte en ik haar negeerde en dat ongeveer alle interactie was die we hadden.
William is buiten zichzelf van opwinding over het feestje en hij heeft op woensdag al een outfit uitgekozen: zijn bruidsjonkerspak dat hij verleden jaar op de bruiloft van zijn oom aanhad, met een nogal fatterig shirt met ruches dat hij ooit middels chantage van ons heeft losgepeuterd op vakantie. Hij heeft besloten dat zijn blauwe das het geheel afmaakt.
‘Wil je niet liever iets aan dat wat lekkerder zit?’ vraag ik, ook al weet ik precies hoe zijn antwoord luidt. ‘Jullie gaan vast rondrennen. Als je nou eens je joggingpak aantrekt?’
‘Het is een feestje,’ zegt hij met klem, alsof ik een beetje simpel ben. Ik weet dat hij visioenen heeft van zichzelf met een cocktail in zijn ene hand en een dikke sigaar in de ander terwijl hij Nicola of Natalie, wie dan ook in zijn gunst staat op dat moment, het hof maakt met zijn wereldwijsheid.
‘Nou ja, je moet het zelf maar weten, ik zeg het je alleen.’
Hij heeft zich suf gepiekerd over wat voor cadeautje hij hen moet geven. Hij heeft een budget van twee pond vijftig per dame en hij wil per se iets geven waaruit zijn diepe begrip en waardering voor hun unieke kwaliteiten blijkt. Uiteindelijk gaat hij voor een haarborstel voor Nicola en een boek over kevers voor Natalie.
‘Houdt ze dan van kevers?’ vraag ik. Ik kan het me nauwelijks voorstellen.
‘Ja, natuurlijk, waarom zou ik het anders voor haar kopen?’ vraagt hij, zuchtend om zoveel domheid. Uit zijn keuzes maak ik op dat Natalie momenteel zijn favoriet is onder de zusjes.