‘Zonder dat jij het wist?’ Ze knikt. ‘Maar dat kan hij toch niet maken?’
‘Ik durf niet al te moeilijk te doen,’ zegt ze. ‘Want straks gaat hij nog eisen dat de meisjes bij hem komen wonen. Hij heeft per slot van rekening het grootste deel van hun leven voor ze gezorgd.’
‘Alleen tot ze naar school gingen,’ zeg ik. ‘Dat zou hij toch nooit doen, joh.’ Ik weet niet zo zeker of ik wel helemaal scherp heb waar Alex allemaal wel en niet toe in staat is, als ik eerlijk ben. Kennelijk is hij overal toe in staat. ‘En ik geloof niet eens dat er een rechter is die twee kinderen aan de vader zou toewijzen in plaats van hun moeder.’
‘Dat gebeurt zo vaak,’ zegt ze. ‘En waarom ook niet? Soms kan de vader echt beter voor de kinderen zorgen.’
‘Niet in dit geval,’ zeg ik. Ik ben er ongerust over, dit gepraat over wie de kinderen krijgt.
‘Gaan jullie dan scheiden?’
‘Dat wil hij,’ zegt ze. ‘Hij zegt dat het voor iedereen beter is om echt te breken.’
‘Jemig,’ zeg ik. Jemig is mijn stopwoordje aan het worden nu ik mezelf heb opgelegd om niet meer te vloeken. Gossie! Potverdikkie! Jekkes! ‘Wat definitief.’
Isabel lacht vreugdeloos. ‘Dat is geloof ik ook het idee.’
Dus dat is het. In één klap is alle hoop voor de toekomst weg. Ik ben nu ook weer niet zo pessimistisch dat ik denk dat Alex wil scheiden omdat hij met Lorna wil trouwen en ze zo voor eeuwig deel uit zal maken van mijn sociale leven. Ik twijfel er niet aan dat hij haar binnenkort wel weer zat is, nu hij zijn punt heeft gemaakt, maar het is zeer zeker het einde van een tijdperk. Het einde van ‘het leven zoals wij dat kennen’. Alex en Isabel is voorbij, en er is geen weg terug. Diep vanbinnen – nee, eigenlijk helemaal niet eens zo diep – was ik ervan overtuigd dat Alex zijn verstand zou terugkrijgen en weer thuis zou komen. Het kwam alleen nooit bij me op dat het niet zo zou zijn. En ik geloof dat Isabel dat zelf ook dacht. Rebecca en Daniel, Alex en Isabel, zo is het nu eenmaal.
Als ik thuiskom ben ik down.
Alex wil echt scheiden van Isabel,’ vertel ik aan Dan, in de veronderstelling dat hij me wel begrijpt.
‘Ik had al zo’n gevoel,’ zegt hij. ‘Het lijkt me ook wel verstandig. Het is beter om echt te breken.’
‘Dat zei zij ook. Ben je er dan helemaal niet verdrietig om?’ vraag ik beschuldigend.
‘Natuurlijk wel,’ antwoordt hij, en hij slaat een arm om mijn schouders. ‘Maar dingen veranderen nu eenmaal.’
‘Maar waarom?’ zeg ik.
‘Zo is het leven nu eenmaal. Dat jij dat nou niet leuk vindt…’
‘Niet alles hoeft toch te veranderen. Wij toch niet?’ zeg ik ineens zielig.
‘Nee, rare,’ lacht hij. ‘Wij niet.’
O god. Zo meteen ga ik hem nog vragen of hij nog wel van me houdt en laat ik hem beloven dat hij nooit bij me weggaat. Als er iets is dat gegarandeerd zelfs de meest trouwe partner wegjaagt, dan is het wel vragen of hij echt nooit bij je weggaat.
Het is net of hij mijn onzekerheid ruikt (niet dat hij daar nu zo telepathisch voor hoeft te zijn; het ligt er duimendik bovenop), en Dan, omdat hij nu eenmaal Dan is, zegt: ‘Ik vrees dat je aan me vastzit,’ zodat ik niet hoef te laten blijken wat voor sneu wat je ik ben.
‘Ik weet het,’ zeg ik geroutineerd. ‘Hadden we maar geen kinderen, dan was ik nog lekker jong en loslopend.’
‘Nou, hooguit loslopend,’ zegt hij, en we lachen zoals we altijd lachen, in de veilige wetenschap dat in ons wereldje alles in orde is.
Dan lijdt niet aan onzekerheden. En als hij dat wel doet, dan weet hij het goed verborgen te houden. Hij weet dat ik van hem hou en dat is voor hem goed genoeg. Hij heeft niet steeds bevestiging nodig dat ik niet van gedachten ben veranderd. Hij neemt gewoon aan dat het nog altijd zo is, totdat ik hem het tegendeel laat weten. Ik benijd hem om zoveel zelfverzekerdheid.
11
LORNA IS OP EEN MISSIE om nieuwe cliënten te werven. Dit om haar bestaan als AGENT te bevestigen. Ze komt elke dag steeds een paar minuten later op kantoor, zuchtend en steunend tot ik vraag wat ze dan de vorige avond heeft gedaan, dat ze vanochtend zo laat was. En aangezien ik net doe of ik haar tot steun wil zijn, speel ik het spelletje een paar dagen mee, en hoor ik haar ademloze omschrijvingen aan van het waanzinnige nieuwe acteer- of schrijftalent dat ze ergens heeft opgeduikeld. Maar er komt nooit wat van terecht. Meestal blijkt dat haar ontdekkingen al enige maanden geleden door een ander zijn ontdekt, en dat ze allang een agent hebben, maar dat neemt niet weg dat ze ons allemaal flink inpepert hoe toegewijd ze is en hoe ze zich inzet voor de zaak. Na een paar weken vindt ze inderdaad een actrice die net van de toneelschool komt, en die wel wat lijkt te kunnen. Ook komt ze met een would-be scriptschrijver die, zoals zij het noemt, ‘een mooie korte film’ heeft geschreven, en ze lijft hem vol trots in en gaat aan de slag om supersterren van hen te maken. Ze slaat flink wat geld stuk op visitekaartjes met daarop de tekst: ‘Lorna Whittaker. Agent voor Acteurs en Schrijvers. Mortimer and Sheedy’, met ons kantooradres en ons telefoonnummer. Ze deelt de kaartjes rond als aalmoezen, en iedereen die ook maar haar kant op kijkt krijgt er eentje. Ik ben wel wat teleurgesteld dat er niet gewoon ‘Ik ben AGENT!!!’ op de kaartjes staat, hoewel dat waarschijnlijk op schrift minder indruk maakt dan als ze het hardop uitspreekt.