Het is echt niet dat ik jaloers ben. Want dat ben ik niet. Ik ben zelf nooit ambitieus geweest. Ik wil ook helemaal niet meer verantwoordelijkheid. Ik wil niet dat een of andere ontevreden acteur me op zondagochtend belt om te klagen over hoe zwaar hij het heeft. ‘Mijn kleedkamer is tien vierkante centimeter kleiner dan die van haar’, of ‘Die-en-die kreeg verleden jaar zes weken vrij om een lucratieve klus tussendoor te doen, maar ik mag zelfs niet eens op vakantie van ze.’ O nee, wat aan mij vreet is veel erger dan jaloezie. Het is het feit dat mijn werkende leven ineens zo drastisch is veranderd. Lorna wordt mijn baas.
10
‘IK MOET OP ZOEK NAAR een nieuwe baan,’ zeg ik tegen Dan als hij in de keuken een fles wijn opentrekt. Het heerlijke vakantiegevoel is helemaal weg. Eén dag met Lorna en ik ben weer een negatieve chagrijn.
‘Doe niet zo belachelijk,’ zegt hij. ‘Je bent dol op je werk.’
‘Dat was ik, ja.’
‘Waar denk je dat je anders zo’n flexibele werkgever vindt? Wie gaat jou ooit een dag vrijgeven omdat een van je kinderen sportdag heeft, zonder het van je vakantiedagen af te trekken? En denk je dat er nog andere werkgevers zijn die je een fles champagne geven op je verjaardag en bij wie je gratis kaartjes voor het theater krijgt?’
‘Dat weet ik heus wel,’ zeg ik, en als ik rationeel ben, dan weet ik dat ik in mijn handjes mag knijpen, maar ik weet alleen niet of ik dat ooit nog zo kan voelen.
‘Nou ja, je moet het zelf weten,’ zegt Dan, als altijd de redelijkheid zelve. ‘Ik zeg het alleen maar.’
‘Kun jij niet eens met Alex praten?’ Ik weet ook wel dat het onzin is, maar ik heb het gevoel alsof ik meespeel in een heel slechte film. Waarom moet mij dit nu allemaal overkomen?
‘En wat moet ik dan zeggen? Wil je alsjeblieft je vriendin dumpen, want ze verziekt Rebecca’s leven?’
Ik moet lachen, al voel ik me nog zo beroerd. ‘Om te beginnen,’ zeg ik.
Wat een geluk, Alex en Lorna willen Lorna’s succes vieren, en met wie denk je dat ze dat willen doen? Met hun allerbeste vrienden, uiteraard. Dus om halfacht zitten we met zijn vieren in de bar van het York and Albany te wachten op ons tafeltje. Alex heft zijn glas en brengt een toost uit.
‘Op Lorna,’ zegt hij lachend. ‘Van harte en veel succes. Dat heb je wel nodig nu je Rebecca’s baas bent.’
Hij kijkt me triomfantelijk aan. Touché. Lorna lacht buitenproportioneel hard, want o, wat is hij toch geestig.
‘We komen er vast wel uit,’ zegt ze. ‘Ik ken haar streken zo langzamerhand. Ha ha ha.’
Hilarisch.
Lorna moet meteen beginnen met haar nieuwe taken. Hoewel we nog steeds samen op de receptie zitten – in afwachting van Melanies onderhandelingen met de huisbaas over het kantoortje naast dat van ons zodat de nieuwe hotshot haar eigen kamer kan betrekken – weten we allebei dat ik niet van Lorna kan verwachten dat zij de telefoon nog opneemt. Dat hoeft niemand me te vertellen; het is de Nieuwe Wereldorde. Ze is er nu veel te belangrijk voor. Tenminste, dat vindt ze zelf. En nu ik niemand meer heb om Telefoonoorlogje mee te spelen, blijkt het me veel minder energie te kosten om gewoon op te nemen.
Lorna hangt de hele dag aan de lijn met iedereen die ze ooit in haar leven heeft ontmoet en vertelt hen ‘Ik ben namelijk nu AGENT!’ En dan, als ze weet dat Joshua de vier minst succesvolle cliënten heeft gebeld, die dus waarschijnlijk niet durven klagen, om hen het heuglijke nieuws te brengen dat Lorna voortaan voor hen zal zorgen, belt zij hen ook om te zeggen dat ze het toch zo geweldig vindt dat zij vanaf nu ‘HUN AGENT!’ is. Ze geeft me bloedserieus de opdracht om aan iedereen die voor haar vier cliënten belt (alsof dat ooit gebeurt) te vertellen dat deze mensen nu door haar vertegenwoordigd worden, en dat als ze iets willen bespreken ze alleen nog maar met Lorna te maken hebben. Ik weersta de verleiding om te zeggen dat sinds mensenheugenis niemand ooit voor die vier cliënten heeft gebeld, behalve dan als een van hen een huurschuld had en de huisbaas via ons achter zijn verblijfplaats probeerde te komen.
Naast haar uitgebreide cliëntenportfolio zal Lorna vanaf nu ook alle jongens en meisjes vertegenwoordigen die voice-overwerk doen via ons. Tussen de telefoontjes door bestudeert ze oude contracten en gooit ze Melanie dood met vragen, waarbij ze uitvoerig aantekeningen maakt op het gloednieuwe notitieblok waarmee ze haar uitgebreide koninkrijk bestiert.
Tegen de lunch ben ik uitgeput van het kijken naar al die energie die zij verbruikt zonder ook echt iets te doen. Om kwart voor een sta ik op en trek mijn jas aan.
‘Ik ga lunchen,’ zeg ik. ‘Vind je het goed dat jij later gaat?’
‘O,’ zegt ze. ‘Nee. Ik bedoel, je moet maar even snel een broodje halen, want voortaan kun je niet meer buiten de deur lunchen. Ik heb genoeg aan mijn hoofd om ook nog eens mijn lunch met die van jou af te stemmen nu ik AGENT ben.’