‘Isabel,’ zegt hij. ‘Luister toch niet naar hen.’
Ze kijkt hem aan met een lichte frons op haar gezicht. ‘Is dat waar, wat Lorna net zei?’
‘Natuurlijk niet. Ze zijn allemaal of jaloers, of ze hebben iets tegen me. Ze nemen mij liever te grazen dan dat ze jou gelukkig zien…’
‘Dus, het klopt niet wat ze zegt?’
Dan mengt zich ertussen. ‘Alex, als jij Isabel echt terug wilt, dan is dit het moment om alles op te biechten…’
Alex zegt niets.
‘Dus het klopt wel,’ zegt Isabel.
Dan kijkt naar de tafel, want hij wil er verder niets over zeggen.
‘Het spijt me zo, Isabel,’ zegt Lorna nog eens.
‘Jij hoeft je nergens voor te verontschuldigen,’ zegt Isabel. ‘Ik zou jullie trouwens moeten bedanken, want jullie hebben helpen voorkomen dat ik dezelfde fout nog een keer bega. Jij denkt nu dat je me terug wilt, Alex, en misschien is dat waar, of misschien komt het je wel gewoon goed uit – maar het zou al snel weer precies zo gaan als voorheen. Hoe moet ik jou ooit nog vertrouwen? Jij hebt net de kans gehad. Je had kunnen zeggen: “Ja, dit is allemaal waar, maar ik ben nu een ander mens.” En die kans heb je niet gegrepen. Je hebt ons hele huwelijk tegen me gelogen en je liegt nu nog steeds.’
‘Kom op,’ zegt hij. ‘Doe me dit niet aan.’
‘Sorry, Alex. Ik aarzelde omdat ik je miste en omdat het doodeng is in je eentje. Maar je hebt me nu zelf geholpen om de knoop door te hakken. Je mag de meisjes nog gewoon zien, daar zal ik nooit moeilijk over doen, maar we gaan weer over op onze vaste regeling, en je mag niet meer zomaar onaangekondigd binnenvallen. Tussen ons komt het namelijk nooit meer goed. Nooit meer.’
Ik geef Isabel een knuffel. Ze trilt helemaal.
‘O, en Alex,’ zegt ze, ‘ik zou maar een baan gaan zoeken.’
‘Het is nu echt tijd om op te stappen, vriend,’ zegt Dan.
Alex gaat staan. ‘Zal ik jullie eens wat zeggen, jullie verdienen niet beter dan dat je met elkaar opgescheept zit,’ spuwt hij uit terwijl hij wegloopt.
We blijven even verbluft zitten.
‘Jemig,’ zegt Simon dan. ‘Dit is echt beter dan een avondje voor de buis hangen,’ en we beginnen allemaal te giechelen, ondanks alles.
‘Gaat het met je?’ zeg ik tegen Isabel, en ze zegt: ‘Zal ik je eens wat zeggen? Ik voel me prima. Ik hoef nu niet meer naar hem te verlangen, want ik weet nu dat ik hem nooit echt heb gekend.’
‘En jij?’ vraag ik aan Lorna, en ze glimlacht en zegt: ‘Idem dito.’
Kay loopt naar de keuken en komt terug met nog een fles wijn. ‘Ik zeg, fuck it, laten we ons maar eens flink bezatten.’ En dat is precies wat er gebeurt, en we lachen iets te hard om dingen alsof we willen bewijzen dat er niks aan de hand is, en we zingen kerstliederen en ik zet de speakers van de iPod veel te hard, en dit keer komt de buurvrouw echt naar boven om ons toe te spreken.
31
DE VOLGENDE MORGEN WORD IK wakker, nog helemaal aangekleed, dwars over het bed. Ik herinner me vaag dat ik om vier uur wat taxi’s heb besteld en dat ik mijn onsterfelijke liefde heb betuigd aan al mijn gasten toen de avond op zijn eind liep. De wekker zegt dat het halftien is, dus ik ben al te laat voor mijn werk. Ik wil Dan roepen, maar mijn tong plakt tegen mijn verhemelte en dus kruip ik van het bed en waggel naar de deur. Dan bedenk ik met een schok dat het hele huis vol ligt met andermans kinderen, en dat het mijn verantwoordelijkheid is om die op tijd een ontbijt voor te zetten en naar school te sturen (te laat). Dit is dan wel de laatste schooldag voor de vakantie, maar dat wil nog niet zeggen dat ze op een willekeurig tijdstip mogen binnenwandelen, als dat hen (of hun ouders) zo uitkomt. Het lijkt heel stil in huis. Ik kom heelhuids in de keuken aan. Daar is het verbazingwekkend schoon, gezien het slagveld van gisteren. Midden op de tafel ligt een briefje. Dan is vroeg opgestaan en met hulp van Zoe heeft hij alle kinderen gewassen, aangekleed, ontbijt gegeven en op tijd de deur uit gewerkt. Hij (Dan) heeft Melanie gebeld op haar mobieltje om te zeggen dat ze erop moet rekenen dat Kay, Lorna en ik pas laat op kantoor zullen zijn, omdat we tot in de kleine uurtjes aan de borrel zijn geweest en volgens het briefje moest zij daarom lachen en vond ze het prima.
‘Vergeet niet even in de zitkamer te kijken voor je weggaat,’ staat er raadselachtig. Ook al heb ik niet het idee dat ik snel in staat zal zijn om het huis te verlaten, aan een mysterie kan ik geen weerstand bieden, en dus loop ik naar de zitkamer en duw de deur open. Het eerste wat me tegemoetkomt is de stank van alcohol. Het ruikt hier als in een kroeg. Het is donker in de kamer, maar ik zie nog wel twee comateuze figuren liggen, op elke bank eentje. O ja! Kay en Lorna wilden liever hier blijven slapen, in hun kleren, in plaats van naar huis te gaan. Nou weet ik alles weer. Isabel heeft in het stapelbed op Williams kamer geslapen (want alle meisjes sliepen uiteraard bij Zoe. ‘Bij een jongen op de kamer? Ja doei!’). Dus Rose en Simon waren de enigen die hier ook daadwerkelijk zijn vertrokken.