‘Het is natuurlijk duidelijk,’ gaat Joshua verder, ‘dat je met vier cliënten en voice-overacteurs geen volwaardige agent bent, maar we dachten dat je het niet erg vond om voor hetzelfde salaris te blijven werken totdat we je kunnen helpen om je portfolio wat meer uit te breiden. Of totdat een van jouw cliënten een goedbetaalde klus krijgt, en dat is niet onmogelijk, gelet op wat je allemaal voor elkaar hebt gekregen de afgelopen weken.’ Hij glimlacht warm naar me, en ik kan hem wel omhelzen. Gelukkig weet ik me te beheersen.
‘Ja. Ik bedoel nee. Natuurlijk vind ik dat niet erg. Menen jullie dit nou?’
‘Jazeker,’ zegt Melanie. ‘We moeten dan wel meteen iemand zoeken om jou te vervangen natuurlijk. We dachten dat Lorna en jij Kay wel kunnen delen, als jij het daar ook mee eens bent.’
Ik kan het bijna niet geloven. ‘Absoluut. Tenminste… Lorna, als jij dat ook goedvindt?’
‘Het was Lorna’s voorstel,’ zegt Joshua. ‘We hopen alleen dat Heathers contract inderdaad zo lucratief is als we vermoeden, anders zijn we mooi de sigaar,’ lacht hij.
Ik ben misselijk van opwinding. Ineens snap ik precies hoe Lorna zich toen voelde. Waarom ze zo met zichzelf ingenomen was. Ik heb zin om uit het raam te schreeuwen: ‘Kijk mij nou, ik ben AGENT!’
‘Ik… ik weet niet wat ik moet zeggen. Dankjewel. Ontzettend bedankt. En het kan me niet schelen als ik voor eeuwig op hetzelfde salaris blijf zitten, ik wil dit werk zo graag doen, en ik wil het ook zo graag goed doen en…’
‘Rustig aan,’ zegt Melanie. ‘Straks houdt Joshua je er nog aan.’
Nu dit achter de rug is, stort Joshua zich op iets op zijn bureau, en dat is voor ons het teken om weg te gaan.
‘Aan het eind van de dag drinken we samen een glas champagne om het te vieren,’ zegt hij tegen onze ruggen.
Lorna loopt weer terug naar haar kantoor.
‘Lorna,’ zeg ik, en ze blijft staan. ‘Ik weet niet wat ik moet zeggen. Ontzettend bedankt.’
‘Je hoeft mij niet te bedanken. Ik betwijfel of ik mijn baan nog wel zou hebben als jij er niet was geweest…’
‘Nee. Ik moet je wel bedanken. Je had dit niet hoeven doen en ik ben je zo dankbaar, zo ongelofelijk, verschrikkelijk en eeuwig dankbaar.’
Ze glimlacht verlegen en ik denk, wat kan mij het ook schelen, en voor ik weet wat ik doe heb ik mijn armen al om haar heen geslagen. Het voelt een beetje als knuffelen met een skelet, en ik maak me ook heel even zorgen dat ik haar in tweeën breek, maar ik doe het toch. Als ik terugstap is zij rood aangelopen, maar ze kijkt toch ook blij. Ze lijkt een compleet ander mens.
‘Dankjewel,’ zegt ze.
‘Hé,’ zeg ik voor ik me kan bedenken, ‘we hebben morgen een klein kerstetentje, Dan en ik. Er komen maar een paar vrienden en hun kinderen, maar heb je misschien ook zin om te komen? Kay komt ook…’ Wat doe ik nou? Vijf minuten geleden haatten we elkaar nog, dus waarom zou zij in godsnaam bij mij thuis op bezoek willen komen?
‘Meen je dat?’ vraagt ze, en ik zeg: ‘Absoluut.’
‘Nou, heel graag.’
De volgende anderhalve dag voltrekt zich in een waas van champagne – eerst die van Joshua, en dan staan Dan en Isabel er ook nog eens op om op mijn succes te klinken – en opgewonden plannen smeden. Ik bruis van de ideeën over hoe ik mijn zootje ongeregeld aan cliënten kan opstoten in de vaart der volkeren. Ik heb me in geen jaren meer zo gevoeld, al niet meer sinds… sterker nog, volgens mij heb ik me helemaal nog nooit zo gevoeld. Lorna blijft vriendelijk maar gereserveerd en zoals altijd als mensen aardig tegen jou doen is het onmogelijk om onaardig terug te doen. Ik geloof dat Dan, Isabel en Kay enigszins zijn geschrokken dat ik haar ook heb uitgenodigd voor ons gezellige etentje, maar ze begrijpen wel dat ik iets aardig voor haar wilde terugdoen, en dat ik haar wilde tonen dat ik haar echt heel dankbaar ben.
Kay gaat meteen aan de slag om vervanging voor mij te regelen. Gelukkig heeft die Amita al ergens anders een baan gevonden, maar Kay belt de twee die net afgestudeerd waren, Nadeem en Carla, en vraagt hen of ze nog eens op gesprek willen komen voor een andere maar toch verbazend soortgelijke baan, en ze zouden allebei haar voeten willen kussen voor deze kans.
Op donderdagmiddag werkt Kay me om halfvijf de deur uit met de boodschap dat niemand zin heeft om pas om halftien vanavond te eten omdat ik niet op tijd van mijn werk ben weggegaan om te koken. De kinderen zijn klaar met het versieren van het huis, en zijn vrolijk bezig met tafeldekken. Hun waan dat ze te cool zijn voor dit soort dingen is gesneuveld in de opwinding over de aanstaande kerstdagen.
‘Waarom is Lorna zo’n verschrikkelijk mens?’ vraagt William als hij de traditionele engelen voor alle bordjes zet.