Vertrouwd!
Hoofdstuk 1
Ethan Barron reed snel door het centrum van zijn geboorteplaats Serendipity in de staat New York. Er speelde maar één gedachte door zijn hoofd: het verleden haalde je altijd in. En hij kon het weten. Hij had zijn uiterste best gedaan het te ontvluchten.
En dat deed hij nog steeds, tenminste als je het feit meerekende dat hij het oude Harrington-huis onder de naam van zijn bedrijf had gekocht. Maar daar had hij zijn redenen voor. Hij had zijn broers laten weten dat hij terug was, maar hij wilde de rest van het stadje nog even in onwetendheid laten over wie het monumentale pand op de veiling had gekocht. Ethan hoopte maar dat het lot van de vorige eigenaar geen slecht voorteken was en dat zijn toekomst in Serendipity er rooskleuriger uit zou zien dan zijn jeugd.
Na tien jaar was hij terug om het verleden het hoofd te bieden en het goed te maken met zijn broers, als dat nog mogelijk was. Tot nu toe waren zijn jongere broers niet geïnteresseerd geweest in een reünie. Door zijn roekeloosheid waren hun levens verwoest en hij had de situatie nog erger gemaakt door weg te gaan en hen over te laten aan Jeugdzorg. Ze waren er, heel begrijpelijk, niet aan toe hem te vergeven. Hij had het zichzelf trouwens ook nog niet vergeven.
Nash en Dare waren nu volwassen, maar Ethan stond bij hen in het krijt en wilde bewijzen dat ze nu wél op hem konden rekenen. Hopelijk zouden ze hem uiteindelijk geloven. Hij zou het niet opgeven. De eerste stap was de aanschaf van het meest prominente huis van de stad geweest. Het bewijs dat hij was veranderd, dat hij succesvol was en dat hij zich hier wilde vestigen, dat hij niet meer die egoïstische zak was die hen in de problemen had gebracht.
Hij was bijna bij de afslag naar het huis waar hij nu drie weken in woonde toen hij een vrouw op het gazon naast de lange oprijlaan zag staan. Hij sloeg af, zette de auto aan de kant en stapte uit zijn Jaguar, nog een blijk van zijn succes. Hij liep naar zijn bezoekster toe en nam haar van top tot teen op. Ze had blond haar tot op haar schouders en droeg, ondanks de hete zomerdag, een donkere spijkerbroek met daarop een overduidelijk duur jasje zonder kraag en ze liep op hoge hakken. Ze hoorde hem aan komen lopen en draaide zich naar hem toe, haar ogen gingen schuil achter een grote zwarte zonnebril. Hij herkende haar niet. “Kan ik u helpen?”
Ze schudde haar hoofd. “Nee hoor, ik maak gewoon een wandelingetje.”
Haar stem riep een vage herinnering in hem op, maar die ontglipte hem meteen weer. “Dit is privéterrein.” Hij gebaarde met zijn hoofd naar de doorgaande weg, in de hoop dat ze de hint zou begrijpen. Hij had geen zin in een praatje met een vreemde. Hoewel hij wel degelijk in deze aantrekkelijke vrouw was geïnteresseerd, was hij hier om de banden met zijn familie aan te halen. Hij was hier niet naartoe gekomen voor een verzetje. Zelfs niet met een veel te warm geklede sexy vrouw. Naar zijn mening waren dat trouwens de gevaarlijkste vrouwen.
Ze schoof haar bril omhoog en haar goudkleurige ogen leken recht in zijn ziel te branden terwijl hij haar blik even vasthield. Het leek wel alsof ze hem beoordeelde.
“Yep. Nog steeds een arrogante kwal”, mompelde ze, maar nu klonk ze pissig.
Bekend.
Ze duwde haar bril weer op haar neus, rechtte haar schouders, keerde hem de rug toe en liep naar de weg.
“Wacht!”
“Ik ben verdorie geen jojo!” riep ze over haar schouder, en ze liep door.
Maar hij kon haar niet laten gaan. “Ik zei: wacht.” Hij liep met grote passen naar haar toe en pakte haar arm vast.
“Wat?” snauwde ze, en ze trok gepikeerd haar arm los.
Hij boog zijn hoofd. Waar was hij mee bezig? “Ken ik jou?”
“Zeg jij het maar.” Ze schoof haar zonnebril boven op haar hoofd, waardoor hij haar gezicht kon zien.
Een zachte blanke huid met lichte sproetjes, goudbruine ogen en een perfect neusje. Onder aan haar hals zag hij een ader kloppen en dat deed hem ergens aan denken. Een zwoele zomerdag… Hij op zijn motor en zij in haar cheerleaderpakje op weg naar het huis waar hij nu in woonde…
“Verdorie”, mompelde hij toen de herinneringen bovenkwamen. Hij had haar die dag een lift aangeboden en ze had zijn aanbod tegen de verwachting in geaccepteerd. In plaats van de heuvel op te rijden was hij gestopt achter een verlaten gebouw en had hij haar hartstochtelijk gekust.
Hij had meer gewild.
Zij had hem afgewezen.
Blijkbaar kon je echt niet ontsnappen aan het verleden.
“Dus je weet het nog wel”, zei ze uitdagend.
Hij knikte. “De prinses van de villa op de heuvel.”
Ze zette een hand in haar zij. “En wat ben jij dan als de nieuwe eigenaar? Een droomprins?”
Dus het was toch bekend. Dat had hij waarschijnlijk te danken aan zijn huishoudster Rosalita. Ze hoorde bij het huis, had een baan nodig en ze vond hem maar niets. Ze bracht hem ongevraagd op de hoogte van alle roddels over Serendipity en de inwoners. Ze praatte non-stop tijdens het werken. Natuurlijk was zij degene die de dochter van de vorige eigenaar had verteld wie hun huis had gekocht.