Ireland kwam vervolgens naast me zitten op een dusdanig gracieuze manier dat duidelijk was dat ze erop geoefend had. Haar haar viel tot op haar middel en was recht afgeknipt, en ze keek me met haar prachtige ogen openhartig aan. Dat kon ik wel waarderen. Ze zag er wereldwijs uit voor haar zeventien jaar. ‘Hoi.’
‘Dag.’
‘Waar zit Gideon?’
Ik haalde mijn schouders op. ‘Ik zou het niet weten.’
Ze knikte wijs. ‘Hij kan heel goed alleen zijn.’
‘Is hij altijd al zo geweest?’
‘Dat zal wel. Hij ging het huis uit toen ik nog heel jong was. Hou je van hem?’
Ik snakte naar adem. Toen flapte ik er zonder erbij na te denken uit: ‘Ja.’
‘Dat dacht ik al toen ik dat filmpje van jullie zag in Bryant Park.’ Ze beet op haar weelderige lip. ‘Is hij leuk? Om mee om te gaan, bedoel ik.’
‘O. Nou...’ Jezus, kende niemand Gideon dan echt? ‘Leuk is het woord niet, maar ik verveel me geen moment met hem.’
De band zette I’ve Got You Under My Skin in en Cary dook als bij toverslag naast me op. ‘Laat me eens een goede indruk maken, Ginger Rogers.’
‘Ik zal mijn best doen, Fred Astaire.’ Ik wierp Ireland een glimlach toe. ‘Ik ben zo weer terug.’
‘Over drie minuten en veertig seconden,’ verbeterde ze me, als telg van een muziekfamilie.
Cary leidde me de verlaten dansvloer op en we dansten een snelle foxtrot. Ik moest er even inkomen, want door de ellende van de afgelopen dagen was ik zo stijf als een plank geworden. Maar doordat we al zo lang samen dansten kwam ik al snel in het ritme en voor ik het wist zweefden we over de vloer.
Toen de laatste noot verstorven was, bleven we buiten adem staan. Tot onze verbazing werden we beloond met een applaus. Cary boog sierlijk als een knipmes en ik hield zijn hand vast om mijn evenwicht te bewaren toen ik een reverence maakte.
Toen ik weer overeind kwam stond Gideon voor mijn neus. Geschrokken zette ik een stap naar achteren. Hij was niet echt op het feest gekleed en droeg een spijkerbroek met een overhemd met opgestroopte mouwen dat over zijn broek hing en openstond bij de kraag. Maar door zijn verschijning viel iedere aanwezige bij hem in het niet.
De hunkering die ik voelde toen ik hem zag, overviel me. Ik was me er vaag van bewust dat de zanger van de band Cary wegtrok, maar ik kon mijn ogen niet van Gideon afhouden, die me met zijn schitterende blauwe ogen strak aankeek.
‘Wat doe jij hier?’ beet hij me met een nijdige blik toe.
Ik schrok terug van de barse opmerking. ‘Pardon?’
‘Jij had hier niet moeten zijn.’ Hij pakte me bij de elleboog en dirigeerde me naar het huis. ‘Ik wil je hier niet hebben.’
Zijn woorden deden me meer pijn dan een klap in het gezicht. Ik trok me los uit zijn greep en liep met mijn kin in de lucht met gezwinde tred naar het huis, hopend dat ik de auto met Clancy’s beschermende aanwezigheid kon halen zonder in huilen uit te barsten.
Ik hoorde een zwoele vrouwenstem Gideons naam roepen en deed een schietgebedje dat de vrouw hem lang genoeg op zou houden zodat ik weg kon komen zonder hem nog te hoeven zien.
Ik dacht dat ik het had gered toen ik het koele huis in liep.
‘Wacht even, Eva.’
Ik kromp ineen toen ik Gideons stem hoorde en vertikte het hem aan te kijken. ‘Rot op. Ik weet de weg.’
‘Ik ben nog niet klaar...’
‘Nou, ik anders wel!’ Ik draaide me op mijn hakken om. ‘Waar haal je het lef vandaan om me zo te vernederen! Wat denk je nu wel? Dat ik hier soms voor jou ben? Dat ik hoopte je hier te treffen zodat je zo goedgunstig zou zijn om iets tegen me te zeggen? Misschien om je over te halen me even snel ergens in een donker hoekje te neuken om je weer terug te krijgen?’
‘Hou je mond, Eva.’ Hij keek me met opeengeklemde kaken witheet van woede aan. ‘Nou moet je eens goed naar me luisteren...’
‘Ik ben hier alleen maar omdat jij niet zou komen. Ik ben hier om Cary’s carrière een handje te helpen. Ga dus maar lekker feestvieren en denk niet meer aan mij. Ik kan je verzekeren dat zodra ik hier de deur uit ben, ik ook niet meer aan jou zal denken.’
‘Hou nu verdomme je mond.’ Hij pakte me bij de ellebogen en schudde me zo hard door elkaar dat mijn kiezen op elkaar klapten. ‘Hou je bek en luister naar me.’