Wauw. Gewoon alleen maar... wauw.
Hij liet zich vlak voor mijn neus elegant op zijn hurken zakken. Met al die volmaakte mannelijkheid op ooghoogte vlak voor me kon ik alleen maar staren. Sprakeloos.
Toen gebeurde er iets in de lucht om ons heen.
Toen hij naar mij keek, veranderde hij... alsof er een luik voor zijn ogen weggleed, waardoor een verzengende wilskracht tevoorschijn kwam die de lucht uit mijn longen zoog. De intense aantrekkingskracht die hij uitstraalde werd steeds sterker tot ze bijna tastbaar was. Een dynamische, onverbiddelijke kracht.
Puur instinctief schoof ik achteruit. En viel hard op mijn kont.
Mijn ellebogen bonkten van de harde impact op de marmeren vloer, maar de pijn drong nauwelijks tot me door. Ik was te druk bezig met staren, volledig in beslag genomen door de man voor me. Inktzwart haar omlijstte een adembenemend gezicht. De structuur van zijn gelaat zou een beeldhouwer doen huilen van geluk. Een krachtig getekende mond, een messcherpe neus en intens blauwe ogen maakten hem ongenadig knap. Hij kneep die ogen een klein beetje samen, terwijl de rest van zijn gelaat beheerst uitdrukkingsloos bleef.
Zijn overhemd en pak waren allebei zwart, maar zijn das had precies dezelfde kleur als die schitterende irissen. Zijn ogen waren sluw en berekenend, en ze boorden dwars door me heen. Mijn hartslag versnelde; mijn lippen gingen van elkaar om sneller te kunnen ademen. Hij rook schandalig lekker. Geen aftershave. Douchegel misschien. Of shampoo. Wat het ook was, het was verrukkelijk. Net als hijzelf.
Hij stak zijn hand naar me uit en ik zag onyxen manchetknopen en een heel duur horloge.
Ik haalde bevend adem en legde mijn hand in die van hem. Mijn hart sloeg over toen hij me nog beter vastpakte. Zijn aanraking was elektrisch en stuurde een schok door mijn arm waardoor mijn nekhaar rechtovereind ging staan. Hij bleef heel even stilstaan, en in een flits zag ik een frons die de ruimte tussen zijn arrogant opgetrokken wenkbrauwen ontsierde.
‘Gaat het?’
Zijn stem was beschaafd en zacht, met een raspje waar ik rillingen van in mijn buik kreeg. Het deed me denken aan seks. Onvoorstelbaar goede seks. Ik had eventjes het idee dat hij me een orgasme kon bezorgen door gewoon lang genoeg te blijven praten.
Mijn lippen waren droog, dus gleed ik er met mijn tong overheen voordat ik antwoord gaf.
‘Ja, prima.’
Hij stond met een efficiënte elegantie op en trok me naar zich toe. We hielden oogcontact, want het lukte me niet om weg te kijken. Hij was jonger dan ik eerst dacht. Niet ouder dan dertig schatte ik hem, maar zijn ogen waren veel wijzer. Hard en intelligent.
Ik voelde me tot hem aangetrokken, alsof er een touw strak om mijn middel zat gebonden dat hij langzaam maar onverbiddelijk binnenhaalde.
Ik knipperde met mijn ogen om mijn verdwazing kwijt te raken, en liet hem los. Hij was niet zomaar mooi, hij was... betoverend. Hij was het soort man van wie een vrouw het overhemd wil openscheuren, zodat de knopen alle kanten op vliegen, tegelijk met haar remmingen. Ik keek naar hem in zijn verfijnde, elegante, waanzinnig dure pak en dacht aan rauwe, primitieve seks.
Hij bukte zich en pakte het identiteitspasje op dat ik zonder dat ik het wist had laten vallen, en daardoor kwam ik eindelijk los van die uitdagende blik. Mijn hersenen kwamen hortend en stotend weer op gang.
Ik was kwaad op mezelf dat ik me zo onbeholpen voelde, terwijl hij zo volkomen beheerst was. En waarom? Omdat ik verdomme totaal van mijn stuk gebracht was.
Hij sloeg zijn blik naar me op, en die houding – hij zat bijna knielend voor me – bracht me opnieuw uit mijn evenwicht. Hij bleef me aankijken terwijl hij ging staan. ‘Weet je zeker dat alles oké met je is? Misschien moet je even gaan zitten.’
Ik kreeg het er warm van. O, wat fijn om onbeholpen en stuntelig over te komen op de meest zelfverzekerde en gracieuze man die ik ooit had ontmoet. ‘Ik verloor even mijn evenwicht. Niks aan de hand.’
Ik keek weg en mijn blik viel op de vrouw die de inhoud van haar tasje uitgestrooid had. Ze bedankte de bewaker die haar had geholpen en wendde zich toen tot mij. Ze verontschuldigde zich uitvoerig. Ik keerde me naar haar toe en hield het handjevol munten op dat ik had verzameld, maar haar blik bleef hangen bij de god in het maatpak en ze was me meteen totaal vergeten. Na een tijdje stak ik mijn hand maar uit en liet het kleingeld in haar tas vallen. Toen waagde ik opnieuw een blik op de man en zag dat hij naar mij keek, ook al overstelpte de brunette hem met bedankjes. Hém. Niet mij, terwijl ik toch degene was die haar had geholpen.