Ik schoof rusteloos heen en weer, ik had geen idee waar hij naartoe wilde. ‘Jij vond het toch ook lekker in de limousine? Op dat moment, bedoel ik. Uiteraard niet achteraf.’
‘Ik vond het heerlijk,’ zei hij gemeend. ‘De aanblik van jou in die rode jurk terwijl je op me zit en me kreunend vertelt hoe lekker mijn pik in je zit, zal me mijn leven lang bijblijven. Als je me ooit weer eens de baas wilt zijn, hoef je het maar te vragen.’
Ik kreeg kramp in mijn maag. Mijn nekspieren verstijfden. ‘Gideon, ik vind het zo langzamerhand een beetje eng worden. Je hebt het steeds maar over stopwoorden en de baas willen zijn... Volgens mij wil je iets waar ik niet rijp voor ben.’
‘Jij zit te denken aan vastbinden en pijn. Ik heb het over vrijwillige machtsovername.’ Gideon keek me onderzoekend aan. ‘Wil je nog wat drinken? Je ziet erg bleek.’
‘Vind je het gek?’ Ik zette het lege glas neer. ‘Het lijkt er verdacht veel op dat je mij zit te vertellen dat je een Dominant bent.’
‘Engel, dat wist je toch al?’ Hij glimlachte vriendelijk en sexy. ‘Wat ik je duidelijk wil maken, is dat jij onderdanig bent.’
17
Ik vloog overeind.
‘Nee, nee,’ zei hij op een gevaarlijk hese toon. ‘Je mag nog niet weg. We zijn nog niet klaar.’
‘Ik zou niet weten waar je het over hebt.’ Dat iemand de baas over me speelde – dat ik het recht niet meer zou hebben om iets te weigeren! – zou mij niet meer gebeuren. ‘Je weet wat ik heb meegemaakt. Ik moet net als jij de touwtjes in handen hebben.’
‘Ga zitten, Eva.’
Ik bleef staan om te laten zien dat ik het meende.
Hij glimlachte breed en ik smolt als sneeuw voor de zon. ‘Weet je wel dat ik helemaal stapelgek op je ben?’ mompelde hij.
‘Je bent inderdaad stapel als jij denkt dat ik jouw bevelen op ga volgen en al helemaal wat de seks aangaat.’
‘Hou nou op, Eva. Je weet ook wel dat ik je niet wil slaan, straffen, pijn doen, vernederen of je wil rondcommanderen alsof je een hondje bent. Die dingen passen niet bij ons.’ Gideon ging rechtop zitten, boog zich naar voren en zette zijn ellebogen op zijn bureau. ‘Jij betekent alles voor me. Ik koester je. Ik wil je beschermen en een veilige haven voor je zijn. Daarom zitten we erover te praten.’
Jezus! Hoe kon het toch dat hij zo fantastisch maar tegelijkertijd zo gestoord was? ‘Ik wil helemaal niet gedomineerd worden!’
‘Jij wilt iemand die je kunt vertrouwen... Nee, niets zeggen, Eva, laat me uitpraten.’
Ik sputterde niet meer tegen.
‘Je hebt me verzocht je weer vertrouwd te maken met handelingen die je pijn deden en je angst aanjoegen. Het feit dat je zoveel vertrouwen in me stelt betekent heel veel voor mij en ik zal jou dan ook beslist niet willen teleurstellen. Dat kan ik me niet veroorloven, Eva. We moeten het goed doen.’
Ik sloeg mijn armen over elkaar. ‘Ik zal wel erg blond zijn, maar ik dacht toch echt dat ons seksleven fantastisch was.’
Gideon zette zijn glas neer en ging door alsof hij me niet had gehoord. ‘Je wilde daarstraks dat ik aan een verlangen van jou tegemoetkwam, en daar heb ik aan voldaan. Nu moeten we zien te...’
‘Als ik niet goed genoeg voor je ben, zeg het dan gewoon!’ Ik plaatste de fotolijst en het glas op het bureau hoewel ik ze het liefst naar zijn hoofd had gesmeten. ‘Maak het niet mooier dan het is door...’
Hij stoof om het bureau heen en pakte me beet voordat ik de kans kreeg meer dan een paar stappen achteruit te zetten. Zijn mond sloot zich over de mijne en hij hield me gevangen in zijn armen. Ook deze keer pakte hij me op. Hij droeg me naar de muur en zette me ertegenaan terwijl hij mijn armen boven mijn hoofd optilde en ze bij de pols vasthield.
Ik kon geen kant op, terwijl hij licht door de knieën ging en met zijn erectie over mijn spleetje wreef. Een keer, twee keer. Zijde schuurde tegen mijn opgezwollen clitoris. Hij beet zachtjes door de stof heen in mijn tepel en een rilling voer door me heen terwijl ik bedwelmd raakte door de frisse geur van zijn warme huid. Naar adem snakkend zakte ik tegen hem aan.
‘Zie je nu dat je je binnen de kortste keren aan me overgeeft?’ Zijn lippen streken over mijn voorhoofd. ‘En dat geeft je een lekker gevoel, ja toch? Zo hoort het te zijn.’