Home>>read Verlossing free online

Verlossing(97)

By:Birger Baug


‘Je zei net dat je Yngve Enger nooit aan de telefoon had gehad. Hoe verklaar je dan dat jouw telefoonnummer op een lijst staat van zijn telefoongesprekken vanaf 11.37 uur gistermorgen?’

Garvang zag er verbaasd uit.

‘Geen idee, echt niet. Ik heb in elk geval geen telefoontje van hem gehad.’ Hij dacht na. ‘Misschien heeft hij het verkeerde nummer gedraaid, en voordat ik opnam gemerkt dat het het verkeerde nummer was en weer opgelegd?’

‘Waarom staat hier dan,’ Halvor bladerde door zijn papieren, ‘dat het gesprek drie minuten en elf seconden duurde?’

Garvang zweeg. Even leek het alsof een enorm, onzichtbaar slakkenhuis zich om zijn lichaam sloot. De stilte hield aan en Halvor zag geen reden om die te vullen.

Toen leek het alsof het slakkenhuis zich weer terugtrok, en er kwam weer leven in Garvangs gezicht. Maar er was een diepe rimpel tussen zijn wenkbrauwen gekomen.

‘Ik begin het te begrijpen,’ zei Garvang. ‘Bel dat nummer maar eens.’

Halvor begreep niet wat er zich in het hoofd van de man aan de andere kant van de tafel afspeelde. Maar de intensiteit in zijn stem bracht hem ertoe de hoorn van de telefoon op het bureau te pakken en het nummer dat op het papier stond in te toetsen. Er verstreken een paar seconden, toen was de verbinding er en hoorde hij de telefoon overgaan. Vijf keer. Toen werd de standaard-voicemail van Telenor Mobiel ingeschakeld met het verzoek om een bericht in te spreken.

Halvor hing op en keek Garvang aan. ‘Geen gehoor.’

Garvang vertrok geen spier. Hij zei alleen: ‘En toets nu dit nummer eens in.’ Hij noemde een mobiel telefoonnummer. Halvor toetste alle getallen in en begon te begrijpen waar Garvang heen wilde. De seconden verstreken. Toen begon het plotseling te rinkelen in Garvangs jaszak. Halvor legde de hoorn weer neer en vroeg: ‘Wie belde ik de eerste keer?’





21





Oslo, vrijdag 7 augustus 2009


‘Dit moet het idiootste misverstand zijn dat ik ooit heb meegemaakt. Wie denken jullie wel dat ik ben? Zou ik me met iets crimineels bemoeien? De enige crimineel hier is jouw baas!’ snoof Enger.

De enige fysieke verandering die Bastian bij de man had waargenomen, was dat zijn haar niet meer zo keurig gekamd was en dat zijn bril een tikkeltje scheef stond. Al sinds het begin van het verhoor stelde Enger zich op op een manier waarvoor ‘arrogantie’ niet alleen een dekkende, maar zelfs de enige juiste benaming was. Minstens even vermoeiend was de advocaat naast hem, die er kennelijk van overtuigd was dat de politie niet de geringste reden had om zijn cliënt waar dan ook van te verdenken. De advocaat was gewoonweg onuitstaanbaar: hij onderbrak om de andere vraag door erop te wijzen dat die ‘onbetamelijk’ of ‘suggestief’ was en adviseerde zijn cliënt geen antwoord te geven. Zo hoorden advocaten helemaal niet op te treden als iemand een verklaring aflegde, maar ze hadden heel weinig machtsmiddelen om er iets aan te doen. Tot nu toe hadden ze niet één feitelijke inlichting uit Enger gekregen.

De zaak tegen Halvor was gemeld bij het bureau Interne Veiligheid en om te benadrukken wie er eigenlijk in zijn stoel had moeten zitten, zat de multimiljonair de hele tijd over het piepkleine plekje op zijn linkerkaak te wrijven. Als hij zich dan toch had laten gaan, was het ergerlijk dat Halvor niet wat harder had geslagen, dacht Bastian.

‘Als we nu even zouden kunnen afzien van de vermeende aanval tegen u…’

‘Vermeend! Er kan toch geen twijfel over bestaan dat…’

Bastian verhief zijn stem flink: ‘… willen we u graag een paar vragen stellen over uw relatie met Irene Wiltze.’

‘Wat wilt u daar in vredesnaam mee bereiken?’ vroeg de advocaat.

De brigadier negeerde hem en zei rechtstreeks tegen Enger: ‘We willen graag duidelijk hebben of u op de een of andere manier betaalde voor haar bezoeken aan u.’

Enger keek alsof hij het in Keulen hoorde donderen, en zijn advocaat vond blijkbaar – alweer – dat hij moest ingrijpen. ‘Wilt u nou echt insinueren dat mijn cliënt gebruik heeft gemaakt van prostituees?’

Enger klopte hem op de schouder en zijn advocaat voegde eraan toe: ‘Een ogenblik. Laat me even praten met mijn cliënt.’ Toen stonden ze als op commando op en liepen naar de hoek van de verhoorruimte. Daar gingen ze met de rug naar hem toe staan en Bastian ving niet meer op dan wat zacht gemompel. Even later kwam de advocaat terug, ging demonstratief bij de verhoortafel staan en nam de zittende brigadier van top tot teen op.

‘Wij hebben niets meer te zeggen. Mijn cliënt laat zich alleen nog verhoren door Interne Veiligheid of door een rechter.’

Enger had een zelfgenoegzame glimlach om zijn mond toen hij zich omdraaide. Bastian begreep heel goed wat Halvor ertoe had gebracht om de man een klap te geven, maar hij was niet van plan in dezelfde val te trappen. Dus toen Enger zijn gezicht vlak voor het zijne bracht en zachtjes fluisterde: ‘Maandag ben ik weer een vrij man en dan zal ik jullie aanklagen zodat jullie binnen een week naar de minister van Justitie moeten kruipen om nog een beetje budget te krijgen,’ trok Bastian alleen maar zijn schouders op.