Home>>read Verlossing free online

Verlossing(67)

By:Birger Baug


‘Mag ik roken?’ Nilsen had dat al zeven, acht keer gevraagd.

‘Nee,’ zei Halvor, en hij keek naar Hans Petter. ‘Maar wij nemen vijf minuten pauze.’

Bij de koffieautomaat vertelde hij de brigadier waar hij aan dacht, en ze werden het eens over de strategie. Halvor zette het opnameapparaat niet aan toen hij ging zitten. Hij vroeg of Nilsen maandag in de buurt van een bepaald huizenblok in Torshov was geweest.

Zelfde liedje: ‘U kunt niet verwachten dat ik me dat allemaal herinner.’

‘Ik vind van wel. Het is pas drie dagen geleden.’

‘Ja, maar ik rij door de hele stad. Dan moet ik mijn rittenboekje hebben, zei ik toch, en dat heb ik hier niet.’ Hij zat nog steeds aan zijn pakje sigaretten te peuteren.

‘U rookt Prince, zie ik. Mag ik dat pakje eens zien?’ vroeg Halvor.

Aarzelend gaf Nilsen het Halvor aan, die het uitvoerig van alle kanten bekeek. De onzekere blik die hij aan de andere kant van de tafel meende te zien, beviel hem wel.

‘U rookt nogal veel, hè?’

‘Gaat wel.’ Nilsen probeerde ongeïnteresseerd te klinken.

‘Gooit u de peuken altijd op de grond?’

‘Wilde u me daarop pakken? Straatvervuiling?’

Halvor grijnsde. ‘Ik denk dat dat wat verder onder aan ons lijstje tegen je komt.’ Hij wendde zich tot zijn collega: ‘Hans Petter?’

De brigadier naast hem stond op, liep om de tafel heen en ging achter Nilsen staan, die zich even omdraaide voordat hij Halvor weer aankeek. ‘Waar zijn jullie verdomme mee bezig?’

Halvor knikte naar Hans Petter, die zich snel vooroverboog en de man een haar uittrok.

‘Au! Politiegeweld! Ik wil een advocaat!’

‘Kalm aan, u hebt alleen maar de status van getuige. U hebt nog geen recht op iemand.’ Halvor keek Hans Petter aan. ‘Wil je het Forensisch om een vergelijking vragen?’

Nilsens ogen leken uit zijn hoofd te puilen toen ze Hans Petter volgden, die naar de deur liep. De brigadier bleef in de deuropening staan.

‘We hebben een getuige die zegt dat ze maandag aan het begin van de middag een man voor een trapopgang aan de Per Kvibergsgate in Torshov heeft zien staan die op jou lijkt,’ zei Halvor luchtig. ‘Die man rookte Prince. Het voordeel van sigarettenpeuken is dat er meestal genoeg speeksel aan blijft zitten om er een volledig dna-profiel af te kunnen halen. Dat kan lastig voor je worden om uit te leggen, maar dat weet je zelf het beste.’

Zijn ogen waren ongetwijfeld het meest expressieve onderdeel van Nilsens vlezige gezicht. Op dit moment slaagden ze er op de een of andere manier in naar alle kanten tegelijk te kijken, en toch bleven ze steeds op Halvor gericht.

‘Jullie mogen niet zomaar een dna-proef doen met mijn haar!’

‘Nee, dat mag niet,’ zei Halvor. ‘Maar ik dacht dat die haar toch duidelijk op de grond lag.’

Nu was Nilsen niet alleen uit zijn evenwicht gebracht, maar werd hij ook nog kwaad.

‘O ja? En wat dan nog? Ik was verdomme niet in die fl…’ Hij stopte.

‘Waar niet?’ vroeg Halvor, terwijl Hans Petter met een glimlachje terugliep naar zijn stoel. Maar nu was Nilsens mond weer dichtgeklapt. Hij zat in elkaar gedoken op de houten stoel en hield zijn blik strak op een plek ergens onder aan de tafelpoot.

Halvor was toch tevreden. Zijn bluf had iets opgeleverd. Eén enkel haartje was, in tegenstelling tot wat veel mensen dachten, maar zelden genoeg om een volledig dna-profiel vast te stellen, dus ze moesten later toch nog een bloedproef nemen. Maar doordat Kent Willy Nilsen blijkbaar niet veel van dna-bepaling wist, had hij wel al iets toegegeven.

Halvor was er echter nog niet gerust op dat wat Nilsen had gezegd voldoende was om hem gevangen te zetten. Het beviel hem ook niet dat de man kennelijk had besloten nu zijn mond helemaal te houden. Wat ze ook probeerden, ze konden hem er niet toe brengen zijn mond weer open te doen. Na tien minuten stond Halvor op, en hij wenkte Hans Petter om mee te komen.

‘Probeer jij het nog maar even, maar beheers je. Ik ga even de benen strekken.’

Hij liep naar Bastians kantoor om zijn zinnen te verzetten. Die zat plichtsgetrouw voor zijn computer, blijkbaar zwaar in iets verdiept. Hij draaide zich geeuwend om toen Halvor binnenkwam.

‘Ik heb tot nu toe niets verkeerds kunnen vinden bij Reality of MediaGevinst, en Economische Delicten ook niet. We moeten hun boeken bekijken.’

Halvor ging achter Bastian staan en keek op het scherm. Hij zat op de website van MediaGevinst, en het logo boven aan het scherm probeerde hem duidelijk iets te zeggen. Wat was er met dat logo? Waar had hij dat meer gezien? Of had hij erover gehoord? Hij hoorde dat Bastian hem iets vroeg, maar het drong niet tot hem door wat. Hij leunde naar het scherm en wees.