Home>>read Verlossing free online

Verlossing(53)

By:Birger Baug




6 september



Het heeft me wat moeite gekost te bedenken hoe Jakob zijn behoefte moest doen, maar uiteindelijk heb ik een oplossing gevonden die goed lijkt te werken. Gelukkig, mag je wel zeggen, want hij zit midden in de diarreeperiode.

Het systeem komt er in het kort op neer dat ik het middelste deel uit het bed en het matras heb gezaagd. Als hij moet, trek ik dat deel er gewoon uit en zet ik een teil onder zijn achterwerk. De constructie blijft nu vrijwel constant zo. Als hij moet plassen, heb ik een slang en een emmer. Nadat het de eerste paar keer in het bed terecht was gekomen, staat hij me toe het zo te doen.

Mijn zwaarmoedigheid van gisteren is een beetje weg. Waarschijnlijk omdat ik zie dat het de goede kant op gaat. Het lijkt een beetje op het verplegen van een grieppatiënt. Hij heeft koorts, opvliegers en spierkrampen, maar ook vrij lange betrekkelijk rustige periodes, vrijwel alleen onderbroken door de keren dat hij overeind probeert te komen. Dat draait er meestal op uit dat hij schreeuwt: ‘Verdomme, ik haat je!’ of ‘Ik vermoord je!’. Het is dus net of je weer een tiener in huis hebt.

Volgens ‘het boekje’ zijn de onthoudingsverschijnselen over een klein etmaal op hun ergst. Intussen probeer ik wat eten en drinken in hem te krijgen. In de rustige periodes vindt hij het soms wel goed dat ik hem met een lepel voer. Ik weet eigenlijk niet of het zin heeft: het lijkt of alles zo door hem heen de teil in gaat.



7 september



Ik heb bijna vierentwintig uur niet geslapen. Jakob ligt levenloos in het bed, dat vol bloed zit. Het ziet er niet goed uit. Het bloed heeft een heel erg sterke kleur.

Hoe is dat gekomen? Ik verlang er ook alleen maar naar om naar bed te gaan, maar eerst moet ik opschrijven wat er vannacht is gebeurd. Ik doe het terwijl de tranen me over de wangen stromen; ik kan er niets aan doen.

Ik was net klaar met het bakken van mijn eerste, mislukte brood in de houtoven. Ik heb ontdekt dat het helemaal verkeerd gaat als ik het deeg in aluminiumfolie verpak en dat zo op het vuur leg. Het werd een verschrikkelijke troep, en toen ik het eruit haalde, was het brood afwisselend zwartgeblakerd of nog gewoon deeg. Afgezien van een klein stukje in het midden was er niets van te eten. Hoe dan ook, Jakob was op dat moment rustig, dus ik nam brood en boter, een snijplank en het broodmes mee naar zijn bed om hem te voeren met het beetje dat eetbaar was.

Na twee happen vraagt hij me of ik een beetje water voor hem wil halen. Onderweg naar het aanrecht hoor ik een hoop kabaal op het bed, ik draai me om en daar zit hij met het broodmes te zwaaien! Op de een of andere manier heeft hij voor me verborgen weten te houden dat hij zijn ene arm los had gekregen. Terwijl hij in de riem om zijn andere hand begint te snijden, haast ik me terug.

Hij richt het mes meteen op mij. De waanzin straalt uit zijn ogen en ik begrijp dat ik een groot probleem heb. In zekere zin is het een stellingenoorlog, maar ik weet niet of hij dat begrijpt. Hij kan niet in de andere riem snijden zonder dat ik me op hem stort en ik kan hem niet beetpakken zonder dat hij me steekt.

‘Maak me los, verdomme!’

Ik weet dat het een cliché is, maar de haat straalt echt uit zijn ogen. Even krijg ik zin om het hele project op te geven, maar in plaats daarvan zeg ik zo rustig mogelijk: ‘Nee.’ Hij steekt naar me, maar ik ontwijk hem makkelijk. ‘Niet voordat de ontwenningsverschijnselen over zijn.’

Het zweet staat hem weer op zijn hele lichaam. Het stroomt; het vormt bijna plassen in het bed. Hij moet minstens de helft kwijt zijn van het vocht dat een mens in zijn lichaam hoort te hebben. Ik begin bang te worden dat hij uitdroogt.

Kan hij dan niet begrijpen dat ik het beste met hem voor-heb?

Dan doet Jakob iets wat echt bewijst hoe wanhopig hij is. Hij zet de punt van het mes op zijn borst en maakt aanstalten om te steken. Ik twijfel er geen moment aan dat hij dat zal doen, dus ik buig me over naar zijn voet en maak de riem los. Ik overweeg het mes uit zijn handen te slaan, maar wat als het mislukt…? Ik krijg de ene voet los en hij schopt me er onmiddellijk mee in mijn gezicht. Ik merk dat er wat knakt en dat er iets uit mijn neus begint te gutsen. Ik keer me naar hem toe; hij ligt nog steeds met het mes in dezelfde houding en heeft een merkwaardige grijns om zijn mond. Zijn lippen krullen nog iets meer omhoog wanneer hij mijn bebloede gezicht ziet.

Hij wuift met het mes in de richting van zijn andere voet. Ik loop om het voeteneinde van het bed heen om een nieuwe schop te vermijden. Deze riem zit heel ruim; ik zie dat dat enorme getrek van hem het gat naar de gesp heel groot heeft gemaakt. Hij zou waarschijnlijk toch gauw hebben losgelaten. Dan is die ook los. Hij kan zich niet inhouden en haalt uit voor een nieuwe schop, ook met die voet, maar ik ben erop voorbereid en hij mist me op een halve meter.