Home>>read Verlossing free online

Verlossing(48)

By:Birger Baug






Misschien hielpen de paar lichte klapjes op haar wang en de koude, natte doek, want Annelene Busch werd al na een kwartier wakker. De wachttijd hadden Merete en Hans Petter gebruikt om rond te kijken in de kleine flat, die slechts bestond uit een gang, een slaapkamer en een woonkamer met open keuken. Afgezien van een paar doses voor eigen gebruik op de salontafel vonden ze geen spoor van witte of bruine heroïne, maar er moest waarschijnlijk nog een hond het huis door.

Het sms’je van Halvor dat het spul dat ze Lone Slevatn had gegeven bijna honderd procent zuiver was, betekende dat ze allebei beseften in welke situatie de vrouw die nu voor hen op de bank lag, zich bevond. Ze zat ofwel zelf achter de overdosismoord op Terje ofwel ze had er bewust of onbewust aan meegewerkt. In beide gevallen zou ze strafbaar zijn, zeker als de juristen van de politie konden bedenken hoe ze iemand voor moord konden laten veroordelen die per slot van rekening ‘alleen maar’ heroïne had verkocht. Weliswaar veel te zuivere heroïne, maar vanuit gebruikersoogpunt had de klant toch veel meer voor zijn geld kunnen krijgen…

Hans Petter liet zijn blik nog eens over het uitgemergelde, afgeleefde lichaam voor hen gaan: ‘Kun jij je voorstellen dat zij dit allemaal heeft gedaan?’

‘Absoluut niet,’ verklaarde Merete.





Dus Kristine kon misschien geen kinderen meer krijgen. Had het mes haar onderlichaam echt zulke schade toegebracht? Het zou in elk geval de matheid verklaren die hij bij haar meende te hebben gezien. De afgelopen jaren had hij heel goed begrepen hoe graag ze kinderen wilde, en hij had gemerkt dat ze enthousiast luisterde als hij vertelde over de grote en kleine belevenissen van zijn eigen kinderen. In feite was zij de enige op het hele politiebureau die ooit reageerde op die verhalen, en ten slotte was zij de enige aan wie hij nog zin had ze te vertellen.

Maar hij keek wel uit om het te laten uitgroeien tot meer dan een kleine kantoorflirt. Hij was ervan overtuigd dat hij met andere vrouwen op het bureau minstens even joviaal omging. Maar hij wist ook van zichzelf dat hij zich, als het ooit misging met Birgitte, op Kristine zou storten.

Zijn hoofdpijn werd zo hinderlijk dat hij blij was dat zijn mobieltje zijn aandacht opeiste. De man aan de andere kant van de lijn had duidelijk geen behoefte aan small-talk: ‘U wilde me spreken?’

‘Dat hangt er een beetje van af wie u bent.’

‘U moet de groeten hebben van Kenneth Garvang.’

Er ging Halvor een licht op. ‘Dan snap ik het. Hij zei dat u misschien informatie voor me had.’

‘Inderdaad. Maar daar wil ik een cola en duizend kronen voor hebben.’

Wat had Garvang eigenlijk tegen die man gezegd? ‘De politie betaalt normaal gesproken niet voor tips. Dus ik moet het uit eigen zak betalen, en dan is duizend kronen volkomen uitgesloten,’ antwoordde Halvor.

Wat hij zei was waar. De regels voor de betaling van informanten waren flink aangescherpt nadat ongelukkigerwijs was onthuld dat politiemensen wel 20.000 kronen hadden betaald voor inlichtingen over een paar overvallen. Het geld kwam wel van verzekeringsmaatschappijen, maar de politie had het overhandigd en er zat wel wat in dat Dagbladet dat een ‘ongelukkige belangenverstrengeling’ noemde.

‘Oké, vijfhonderd dan.’

‘Nee, maar u krijgt misschien een briefje van tweehonderd als ik iets heb aan wat u me vertelt.’ Halvor wist dat dat ongeveer de prijs van een dosis was en dus waarschijnlijk verleidelijk genoeg.

Na een korte pauze kreeg Halvor het antwoord dat hij verwachtte: ‘Oké.’





De deur van café Funksjonær stond wijd open om een glimp van de Oslose zomer binnen te laten. Binnen bleef Halvor even staan om zijn ogen aan het pikkedonker te laten wennen. Ze waren het erover eens geworden waar hij zou gaan zitten om makkelijk te vinden te zijn, dus hij liep langs de lange, bruine bar door naar de kleine, met leer beklede salon aan de andere kant. Die was, zoals te verwachten was, leeg op dit tijdstip van de dag, waarop het geen tijd was voor lunch, diner of een pilsje na het werk. Hij bestelde een dubbele macchiato en ging in de stoel aan de andere kant van het kleine, zwarte tafeltje zitten.

Er verstreken drie minuten, toen vijf en toen acht. Net toen Halvor begon te denken dat de informant niet zou komen, werd hij zachtjes op de schouder getikt. Hij draaide zich om en keek recht in het gezicht van de man die hem zijn koffie had gebracht.

‘Er staat een vent buiten die zegt dat hij een afspraak met u heeft.’

‘Mooi. Kunt u hem dan niet gewoon binnenlaten?’

‘Nja… Hij ziet er niet best uit, zogezegd.’

Halvor zuchtte: ‘Helpt het als ik hem ga halen en netjes hierheen meeneem?’

De ober keek hem besluiteloos aan. ‘Oké,’ zei hij ten slotte. ‘Maar ik wil hem niet op het toilet hebben.’