Hij is vast nieuw, dacht Halvor.
Op wonder nummer vijf durfde hij nog niet helemaal te rekenen; hij hoopte dat Hans Petter dat tijdens hun vergadering kon bevestigen. In dat geval zou hij al een stuk verder zijn gekomen in de overdoseszaak – en dat al op de eerste dag nadat ze die op hun bordje hadden gekregen.
Merete Markussen was zoals altijd de eerste die op zijn deur klopte. De voormalige handbalinternational had kort, donker haar en een tamelijk vierkant gezicht, met opvallend brede kaken. Haar schouders leken elk moment uit haar shirt te kunnen knappen en met haar bijna 1,90 meter had ze op de politieacademie op superieure wijze alle fysieke opdrachten – voor mannen – geklaard. Halvor wist dat plaatsdelictonderzoeker Gundersen korte tijd min of meer een verhouding met haar had gehad, maar hij betwijfelde of de zelfbewuste Bergenaar zijn vriendin ooit met armdrukken had kunnen verslaan; misschien was dat de reden dat de relatie maar zo kort had geduurd.
‘Heb je de kinderen op vakantie gestuurd of zo? Je ziet er ongewoon wakker uit,’ constateerde ze, en ze ging zitten.
Terwijl Halvor haar bedankte voor het compliment, kwam de uit Indonesië geadopteerde Bastian Eide binnen, balancerend met twee kopjes koffie. Het ene zette hij voor Merete neer en het andere voor zichzelf. Ooit had de 1,74 meter korte Bastian zich met een truc bij de politieacademie naar binnen gewerkt: hij had één centimeter dikke inlegzolen aan zijn voet gelijmd – in de sok – en zo ternauwernood aan de toenmalige lengte-eis voldaan. Zulke eisen bestonden niet meer en de zolen waren allang verdwenen. Hij had nog wel steeds de neiging om zich niet aan de regels te houden; dat kon Halvor officieel niet goedkeuren, maar hij moest stiekem toegeven dat het meer dan eens tot resultaat had geleid.
Het kon Halvor niet ontgaan dat de zomervakantie Bastians Zuid-Aziatische huid nog donkerder had gemaakt.
‘Ben je de zonnebrandcrème weer eens vergeten?’ vroeg Halvor.
Bastian grijnsde: ‘Ik heb het deze keer met een parasol geprobeerd. Dat ging niet zo goed.’
‘Je moet zo’n parasol ook opzetten, weet je,’ zei Merete behulpzaam.
Halvor glimlachte. Hij had ze gemist.
Hans Petter kwam zoals gewoonlijk als laatste en Halvor keek zoals gewoonlijk demonstratief op zijn horloge. Dat was een ritueel dat ze beiden verwachtten, en de verwarring zou totaal zijn als een van de elementen plotseling ontbrak. Vandaag leek het wel of hij zelfs geen tijd had gehad om te douchen: zijn blonde haar stond alle kanten op en zijn ooghoeken zagen er ook ongewassen uit. Als er trouwens zoiets bestond als het doorsnee-uiterlijk van een politieman, dan was Hans Petter daar wel het toonbeeld van: flink boven de gemiddelde lengte, kort, blond haar, forse borstkas en een lichaamstaal die autoriteit uitstraalde. Behalve wanneer hij met Kristine samen was.
‘Tja, ik zag wanneer je je laatste rapport gisteravond hebt geschreven, dus ik zal je ook ditmaal maar niet bestraffend toespreken,’ zei Halvor.
‘Dank u beleefd,’ zei Hans Petter, terwijl hij voor de zoveelste keer de stevige haardos terug probeerde te duwen die als een fallussymbool op zijn schedel omhoogstak.
‘Je nieuwe software doet het, begrijp ik,’ zei Bastian.
Hans Petter zag eruit als een vraagteken en Bastian vervolgde: ‘De software die alle tijdsaanduidingen in je systeem zes uur opschuift.’
‘Ha, ha,’ mompelde Hans Petter.
Even was het stil en Halvor wist waar de anderen aan dachten: de lege stoel die bij de vensterbank achter Halvors rechterschouder stond, ditmaal niet naar de tafel getrokken.
‘Kristine wordt vandaag uit haar coma gehaald en kan misschien vanaf vanavond bezoek ontvangen. Ik ga er vanmiddag heen om te horen hoe het met haar is. Misschien kunnen we morgen of overmorgen allemaal even gaan,’ zei Halvor.
Daarmee was het ongezegde gezegd en konden ze overgaan op het werk van vandaag. Halvor gaf een korte samenvatting van de binnengekomen rapporten. Toen deelde hij de drie rapporten van Hans Petter uit aan Bastian en Merete en gaf de verklaringen van de technische recherche en van de getuige aan de laatkomer.
‘Ik wil graag met iets nieuws beginnen,’ zei Halvor. ‘Ik wil dat jullie allemaal alle rapporten lezen en ideeën en eventuele vervolgmogelijkheden noteren. Als jullie dat hebben gedaan, komen jullie naar mij toe en dan praten we erover. Op die manier blijven we creatief en worden we niet star.’
‘Ben je naar een cursus geweest?’ vroeg Bastian.
‘Nee,’ glimlachte Halvor, ‘ik heb zelf nagedacht.’
‘Klinkt mij verstandig in de oren,’ zei Merete, en de beide anderen knikten.
‘Lees de stukken als jullie tijd hebben. Maar voorlopig zijn er dringendere taken. We moeten de buren nog een keer langs. Het rondvragen van gisteren heeft niets opgeleverd, maar ik weiger te geloven dat niemand iets heeft gezien. Ik wil graag dat jij dat doet, Bastian.’ Halvor wist dat Bastian onder collega’s wel heel ironisch en sarcastisch kon zijn, maar dat hij heel goed met mensen kon omgaan. Hij vond bijna altijd de juiste toon.