Amanda klonk afgemeten. ‘Hou het kort, Will. Ik heb niet de hele dag.’
Hij vertelde wat hij van Sara had gehoord: dat ze een telefoontje had ontvangen van Julie Smith, en daarna van Frank Wallace. Dat ze naar het bureau was gegaan en Tommy Braham dood in zijn cel had aangetroffen. Hij verzweeg de onmin tussen Sara en Lena Adams, en maakte een sprong naar de Cross-pennen die Jeffrey Tolliver aan zijn personeel had gegeven. ‘Ik weet bijna zeker dat de inktpatroon die Braham gebruikt heeft afkomstig was uit een van die pennen.’
‘Nu maar hopen dat je de eigenaar vindt.’ Amanda had hetzelfde losse draadje te pakken dat Will ook had ontdekt. ‘Het valt dus niet te achterhalen wanneer Tommy Braham precies is gestorven: voor of nadat Frank Wallace Sara belde.’
‘We zullen zien wat de sectie oplevert. Die gaat dokter Linton verrichten.’
‘Er gloort wat licht in de duisternis.’
‘Inderdaad prettig dat hier iemand is met verstand van zaken.’
‘Die iemand ben jij toch, Will?’
Hij ging niet op haar opmerking in.
‘Wat denk je van de moord op Allison Spooner?’
‘Ik hink op twee gedachten. Misschien heeft Tommy Braham het gedaan. Of anders denkt haar moordenaar dat hij ermee wegkomt.’
‘Goed, zoek die zaak uit en kom dan maar snel terug, want erg geliefd zul je daar niet meer zijn als je zijn onschuld bewijst.’
Ze had gelijk. Politiemensen hadden de pest aan boeven, maar je moest niet beweren dat ze de verkeerde boeven te pakken hadden. Will had in Atlanta een rechercheur meegemaakt die bijna een toeval kreeg, zo fanatiek hield hij vol dat het dna dat zijn verdachte vrijpleitte vals moest zijn.
‘Ik heb vanochtend het Macon General Hospital gebeld,’ zei Amanda. ‘Brad Stephens moest opnieuw onder het mes. De eerste keer hebben ze een bloeding over het hoofd gezien.’
‘Gaat hij het redden?’
‘Ze zijn heel voorzichtig met een prognose. Voorlopig wordt hij onder sedatie gehouden, dus het duurt nog wel even voor hij aanspreekbaar is.’
‘Ik wil wedden dat hij zich niet veel nuttigs zal kunnen herinneren, behalve dat zijn collega’s zijn leven hebben gered.’
‘Hoe het ook zij, hij is wel een politieman. Je zult er op zeker moment toch naartoe moeten en meedoen met de gezelligheid. Geef maar bloed. Koop een tijdschrift voor hem.’
‘In orde, chef.’
‘Hoe zien je plannen eruit?’
‘Vanochtend ga ik wat balletjes opgooien, kijken wat het oplevert. Faith trekt het papieren spoor van Julie Smith en Carl Phillips na. Die staan boven aan mijn lijstje, maar we moeten ze eerst vinden. Ik wil bij dat meer gaan kijken waar Spooner is gevonden en dan ga ik naar de garage waar ze woonde. Ik heb het gevoel dat de moord op haar het middelpunt vormt. Wat ze ook voor me verbergen, het is terug te voeren op haar dood.’
‘Denk je niet dat ze staan te dansen van vreugde vanwege die zelfmoord?’
‘Zou kunnen, maar mijn intuïtie zegt dat er iets anders speelt.’
‘Ah, je beroemde vrouwelijke intuïtie.’ Amanda liet nooit een kans schieten om hem te beledigen. ‘Hoe zit het met Adams?’