Verbroken(84)
Het klopte helemaal.
De brievenbus met het Auburnlogo hoorde bij een smal, rechthoekig huis van één verdieping. De voortuin was een zee van groen. Sara had aan het meer gewoond en in het eerste ochtendlicht kon Will haar prachtige achtertuin zien. Hij vroeg zich af wat voor leven Sara hier had geleid. Hij vond haar niet het type vrouw dat het avondeten en een droge martini klaar had staan als haar man thuiskwam, maar misschien had ze af en toe uit genegenheid die rol gespeeld. Ze straalde een groot vermogen tot liefde uit.
De verandalamp ging aan. Will drukte het gaspedaal in en vervolgde zijn rit langs het meer. Hij miste Main Street en keerde. Met behulp van zijn trouwring probeerde hij te onthouden aan welke kant de afslag was. In de loop van de jaren had hij zich aangewend op zijn horloge af te gaan in plaats van op zijn ring. Waarschijnlijk omdat het horloge een blijvertje was.
Will had Angie Polaski leren kennen toen hij acht was. Angie was drie jaar ouder; ze was aan de zorg van de overheid toevertrouwd nadat haar moeder een overdosis heroïne met speed had genomen. Terwijl Diedre Polaski in coma in de badkamer lag, nam haar pooier in de slaapkamer haar dochter Angie onder handen. Uiteindelijk had iemand de politie gebeld. Diedre belandde in het ziekenhuis, waar ze tot op de dag van vandaag aan de beademing lag, en Angie kwam in het kindertehuis van Atlanta terecht voor de resterende zeven jaar van een jeugd die allang was afgeschreven. Will was op slag verliefd op haar geworden. Op haar elfde was ze een licht ontvlambaar type met de hel in haar ogen. Als ze de jongens niet stond af te trekken in de garderobe, sloeg ze ze met haar rappe vuisten verrot.
Will had van haar gehouden omdat ze zo fel was, en toen haar felheid hem helemaal had uitgeput, had hij zich aan haar vastgeklampt omdat ze zo vertrouwd was. Na jaren van loze beloften was ze met hem getrouwd, alleen om zich niet te laten kennen. Ze bedroog hem. Ze dreef hem tot het uiterste om vervolgens haar klauwen in hem te slaan en hem met een ruk terug te halen. Zijn relatie met Angie was net een getikte hokey-pokeydans. Ze was er en ze was weer weg. In en uit en alle kanten op.
Na een paar verkeerde afslagen had Will Main Street gevonden. De regen kwam niet langer met bakken naar beneden, en nu kon hij de bescheiden winkels langs de straat zien. Een ervan moest een ijzerwarenzaak zijn. Een andere was kennelijk een winkel voor dameskleding. Tegenover het politiebureau was een stomerij. Will dacht aan de berg vuile was op de bank. Als hij even tijd had ging hij snel terug om alles op te halen. Meestal droeg Will een pak met stropdas naar zijn werk, maar die ochtend had hij niet veel keus gehad. Hij had nog één T-shirt en een boxershort over. Zijn spijkerbroek kon nog wel een dag mee. De trui had hij de vorige avond ook al gedragen. Het kasjmier had de regen niet goed doorstaan. Telkens als hij zijn schouders spande, voelde hij hoe strak de wol zat.
Will parkeerde de Porsche zo ver mogelijk van de hoofdingang en met de neus naar de straat. Schuin tegenover het politiebureau stond een laag kantoorgebouw met een voorgevel van glassteen. Op het naambord was een teddybeer afgebeeld met ballonnen in zijn poot. Waarschijnlijk een kinderdagverblijf. Een patrouillewagen verscheen. In plaats van te stoppen reed hij de poort door van wat ongetwijfeld de hogeschool was. Wills auto was de enige op het parkeerterrein. Hij vermoedde dat Larry Knox nog op het bureau was, tenzij die inmiddels was afgelost na Wills bezoek van de vorige avond. Hij was hoe dan ook niet van plan om twintig minuten in de regen voor een gesloten deur te staan.
In de ijdele hoop dat ze nog niet op kantoor was toetste hij het nummer van Amanda Wagner in.
Het zat hem niet mee. Amanda nam zelf op.
‘Met Will. Ik sta bij het politiebureau.’
Amanda gunde niemand het voordeel van de twijfel, en Will al helemaal niet. ‘Ben je net aangekomen?’
‘Ik ben hier al sinds gisteravond.’ Hij voelde lichte opluchting. Ergens in zijn achterhoofd was hij bang geweest dat Sara Amanda zou bellen om te vragen of ze Will van de zaak wilde halen. Ze zou de beste agent willen hebben die het gbi te bieden had, niet een praktische analfabeet met een koffer vol smerig wasgoed.