‘Kun je zien wat er ontbreekt?’ vroeg Will.
Weer bladerde Sara het stapeltje door, en nu concentreerde ze zich op de inhoud in plaats van op de nummering. ‘De transcriptie van het 911- telefoontje.’
‘Weet je dat zeker?’
‘Er zat een blaadje uit Lena’s opschrijfboekje bij. Dat was op een apart stuk papier geplakt. Ze had er de inhoud van het 911-telefoontje op geschreven.’
‘Weet je nog wat er stond?’
‘Ik weet dat het een vrouwenstem was. Van de rest kan ik me weinig meer herinneren.’
‘Is het nummer nagetrokken?’
‘Daar heb ik niets over gelezen.’ Ze schudde haar hoofd. ‘Waarom weet ik nou niet wat er stond?’
‘Dat kunnen we via de centrale achterhalen.’
‘Tenzij ze het daar zijn kwijtgeraakt.’
‘Zo belangrijk is het nou ook weer niet,’ zei Will. ‘Je hebt dat dossier toch van Frank gekregen?’
‘Van Carl Phillips.’
‘De agent die bureaudienst had?’
‘Ja. Heb je hem vanavond nog gesproken?’
‘Hij is op vakantie met zijn gezin. Ik heb geen idee wanneer hij terugkomt. Hij heeft geen telefoon bij zich. Geen mobiel. Ik kan op geen enkele manier met hem in contact komen.’
Sara’s mond viel open.
‘Ik betwijfel of hij echt weg is. Waarschijnlijk houden ze hem bij mij uit de buurt. Misschien is hij morgen gewoon op het bureau en doet hij een mislukte poging om zich te verstoppen.’
‘Hij is de enige Afro-Amerikaan in het team.’
Will moest lachen. ‘Bedankt voor de tip. Dat beperkt de mogelijkheden aanzienlijk.’
‘Dit is toch niet te geloven?’
‘Politiemensen vinden het niet prettig om ondervraagd te worden. Dan schieten ze in de verdediging, ook al weten ze dat het verkeerd is.’
Ze vroeg zich af of Jeffrey zich ooit aan iets dergelijks had bezondigd. Als dat zo was, had hij het alleen gedaan omdat hij zijn eigen zaken wilde opknappen. Hij zou dat karwei nooit aan iemand anders hebben overgelaten.
‘Waar heb je die kopieën gemaakt?’ vroeg Will.
‘In de recherchekamer.’
‘De kopieermachine staat toch op de tafel bij het koffiezetapparaat?’
‘Dat klopt.’
‘Heb je nog een bak koffie gepakt?’
‘Ik wilde daar niet te lang rondhangen.’ Iedereen had naar haar gekeken alsof ze een monster was. Sara had alleen kopiën willen maken en er snel weer vandoor willen gaan.
‘Je staat dus bij de kopieermachine op de blaadjes te wachten. Het leek me een oud apparaat. Maakt het veel geluid?’
Sara knikte en ze vroeg zich af waar hij naartoe wilde.