Ze kon niet meer op haar benen staan. Haar knieën begaven het. Ze liet zich op de vloer zakken. ‘Is hij echt dood? Weet je dat zeker?’
‘Hij is doodgebloed.’
Lena legde haar hoofd in haar handen. ‘Waarom?’
‘Wat heb je tegen hem gezegd?’
‘Ik heb niet...’ Ze schudde haar hoofd om zich te bevrijden van het beeld van Tommy Braham die dood in zijn cel lag. Hij was overstuur geweest toen ze hem opsloot, maar ook suïcidaal? Die indruk had ze niet. Al had Lena nog zo’n haast gehad om naar het ziekenhuis te vertrekken, ze zou ongetwijfeld iets tegen de dienstdoende agent hebben gezegd als ze van mening was geweest dat Tommy in de gaten moest worden gehouden. ‘Waarom heeft hij dat gedaan?’
‘Je zult wel iets tegen hem gezegd hebben.’
Ze keek op naar Frank. Nu zette hij het haar betaald. Dat zag ze aan de valse blik in zijn ogen.
‘Dat denkt Sara Linton tenminste,’ voegde hij eraan toe.
‘Wat heeft Sara hiermee te maken?’
‘Ik heb haar gebeld toen Tommy, jouw gevangene, niet rustig wilde worden. Ik dacht dat zij hem misschien iets kalmerends kon geven. Ze was erbij toen ik hem vond.’
Lena besefte dat ze zich om haar eigen hachje zou moeten bekommeren, maar ze kon alleen maar aan Tommy Braham denken. Wat had hem bezield? Wat had die domme jongen het laatste zetje gegeven?
‘Ze heeft een of andere hoge ome van het gbi hiernaartoe laten komen om de zaak te onderzoeken. Knox heeft hem al op bezoek gehad. Hij heeft uitgevogeld dat Tommy die pen van een van ons heeft gekregen.’
Lena kreeg een vieze smaak in haar mond. Tommy was haar arrestant. Zij had hem onder haar hoede gehad. Wettelijk viel hij onder haar verantwoordelijkheid. ‘Weten ze dat de inktpatroon van mij was?’
Frank groef in zijn jaszak. Hij wierp Lena een kartonnen doosje toe. Ze herkende het Cross-logo. In een plastic omhulsel zat een nieuwe inktpatroon.
‘Heb je die net gekocht?’ vroeg ze.
‘Zo dom ben ik nou ook weer niet. Ik koop ze online. Die patronen kun je hier niet krijgen.’
Zo deed iedereen het. Het was lastig, maar het geschenk betekende veel voor hen, zeker nu Jeffrey er niet meer was. Lena had thuis een doos met wel tien inktpatronen.
‘We zitten allebei dik in de problemen,’ zei Frank.
Lena antwoordde niet. Ze was met haar gedachten bij de tijd die ze met Tommy had doorgebracht en vroeg zich af wanneer hij had besloten zich van het leven te beroven. Had hij nog iets tegen haar gezegd voor ze de celdeur op slot deed? Lena meende van niet. Misschien was dat een van de vele aanwijzingen die ze had gemist. Tommy was veel te snel rustig geworden nadat ze de kamer uit was gegaan om zakdoekjes voor hem te halen. Kort daarna had ze hem teruggebracht naar de cel. Hij had nog wat nagesnotterd, maar niets meer gezegd, ook niet toen ze de zware metalen deur dichtdeed. Wie zweeg had zijn besluit genomen, werd altijd beweerd. Hoe had ze dat over het hoofd kunnen zien? Waarom had ze niets gemerkt?
‘We moeten één lijn trekken, zorgen dat we hetzelfde verhaal vertellen,’ zei Frank.
Lena schudde haar hoofd. Hoe was ze toch in deze puinhoop beland? Hoe was het mogelijk dat ze van de ene drekput in de andere tuimelde?
‘Sara ruikt bloed. Jouw bloed. Ze denkt dat ze eindelijk een manier heeft gevonden om je te straffen voor wat je Jeffrey hebt aangedaan.’