‘Ik heb niks verkeerd gedaan.’
‘Laten we dan maar hopen dat de rechter het met je eens is, anders verklaart hij de arrestatie ongeldig, en ook de bekentenis en alles wat er is gebeurd nadat we Tommy in de garage aantroffen. Die jongen komt straks met moord weg omdat jij niet eens rechtop kunt staan zonder een fles whisky in je pens.’ Ze bracht haar gezicht tot vlak bij het zijne. ‘Wil je zo herinnerd worden, Frank? Als de smeris die een moordenaar liet lopen omdat hij tijdens zijn werk niet van de drank af kon blijven?’
Frank draaide de kraan weer open. Hij spetterde water tegen zijn gezicht en maakte zijn nek nat. Ze zag dat zijn handen beefden. Zijn knokkels lagen open. Op zijn pols zaten diepe krassen. Hoe hard had Frank Tommy wel niet geslagen dat de tanden van de jongen door zijn leren handschoenen heen waren gedrongen?
‘Het is jouw schuld dat dit verkeerd is afgelopen,’ zei ze. ‘Je hebt Tommy laten ontsnappen. Ik heb geen idee waarom je daar op de vloer lag te rollen en hoe je aan die snee in je arm komt, maar ik weet wel dat als jij je werk naar behoren had gedaan en hem bij de deur had tegengehouden...’
‘Bek houden, Lena.’
‘Krijg wat!’
‘Ik ben nog steeds je baas.’
‘Niet langer, smerige zuiplap.’ Ze stak haar hand in haar zak en haalde haar ontslagbrief tevoorschijn. Toen hij die niet aannam, gooide ze hem de envelop in zijn gezicht. ‘Ik heb het helemaal gehad met jou.’
Hij raapte de brief niet op. Hij overlaadde haar niet met scheldwoorden. Wel stelde hij haar een vraag: ‘Welke pen heb je gebruikt?’
‘Wat?’
‘De pen die je van Jeffrey hebt gekregen. Heb je die gebruikt?’
‘Probeer je me een schuldgevoel aan te praten zodat ik blijf? Ga je nu de herinnering aan Jeffrey bezoedelen om te zorgen dat ik je uit deze zooi red?’
‘Waar is je pen?’ Toen ze die niet wilde pakken begon hij in haar jas te zoeken en klopte op haar zakken. Ze stribbelde tegen, waarop hij haar sloeg en tegen de muur drukte.
‘Blijf van me af!’ Ze duwde hem weer tegen de wasbak. ‘Jezus, wat heb je?’
Voor het eerst sinds hij het toilet was binnengelopen keek hij haar recht in haar ogen. ‘Tommy heeft zich in zijn cel van kant gemaakt.’
Lena sloeg haar hand voor haar mond.
‘Hij heeft zijn polsen opengesneden met een inktpatroon. Zo eentje van metaal, die in kwaliteitspennen zit. Zoals de pen die we van Jeffrey hebben gekregen.’
Een paar tellen lang weigerden Lena’s handen dienst. Ze pakte de pen, die ze altijd op dezelfde plek bewaarde: in de spiraal van haar notitieboekje, dat in haar achterzak zat. Ze draaide aan de huls. De punt van de inktpatroon kwam niet naar buiten. ‘Shit,’ siste Lena, en nu schroefde ze de dop van de pen. ‘Nee... nee...’ De pen was leeg. ‘Hoe heeft hij...’ Ze werd misselijk van ellende. Haar maag kromp samen. ‘Wat heeft hij...’
‘Heb je hem gefouilleerd voor je hem opsloot?’
‘Natuurlijk heb ik...’ Was dat wel zo? Had ze de tijd genomen om hem te controleren of had ze hem zo snel mogelijk in een cel gegooid zodat ze naar het ziekenhuis kon gaan?
‘Nog een geluk dat hij niemand heeft aangevallen terwijl hij daar zat. Hij had al een moord op zijn geweten en een agent neergestoken.’