Frank kreeg een panische blik in zijn ogen.
‘Had je gedacht dat ik daar niet achter zou komen?’
‘Het was een jachtmes.’
‘Het was een briefopener,’ benadrukte Lena. ‘Dat weet ik van Tommy, Frank. Het was een cadeau van zijn opa. Een briefopener. Het leek een mes, maar dat was het niet.’
Frank spuugde in de wasbak. Lena’s maag draaide zich om toen ze de donkerbruine fluim zag. ‘Dat maakt niet uit. Hij heeft Brad ermee neergestoken. Dan is het een wapen.’
‘Waar heeft hij jou mee gestoken?’ wilde Lena weten. Frank had kronkelend op de vloer van de garage gelegen, met zijn hand om zijn linkerarm geslagen. ‘Je bloedde. Dat heb ik zelf gezien. Dat heeft de hele zaak in gang gezet. Ik heb tegen Brad gezegd dat hij jou had neergestoken.’
‘Dat had hij ook.’
‘Niet met een briefopener, en behalve een speelgoedautootje en kauwgom heb ik niks anders bij hem aangetroffen.’
Frank bekeek zichzelf in de spiegel. Lena richtte haar blik op zijn spiegelbeeld. Hij zag eruit alsof hij nog maar twee stappen van zijn graf verwijderd was.
Ze trok de pleisters van haar hand. In de spiegel was de wond rood en rauw. ‘Dat is van een verdwaalde kogel. Had je wel door dat je me geraakt had?’
Hij slikte moeizaam. Waarschijnlijk was hij aan een borrel toe. Zo te zien was hij daar hard aan toe.
‘Wat is er gebeurd, Frank? Je had je pistool getrokken, Tommy kwam op je af. Je haalde de trekker over en raakte mij. Hoe kom je aan die snee in je arm? Hoe kan het dat een sulletje van nog geen zestig kilo aan je ontglipte met een lullige briefopener in zijn hand?’
‘Ik heb toch gezegd dat hij me met dat mes heeft gestoken? Dat van die briefopener heeft hij verzonnen.’
‘Voor een smeris kun je wel erg slecht liegen.’
Frank zette zich schrap tegen de wasbak. Hij kon amper op zijn benen staan. ‘In zijn bekentenis zegt Tommy niks over een briefopener.’
‘Ik heb nog zo ongeveer één korreltje loyaliteit voor je over, ouwe,’ sneerde Lena, ‘en dat jeukt de hele dag al. Vertel op: wat is er in die garage gebeurd?’
‘Ik weet het niet. Ik kan het me niet meer herinneren.’
‘Hoe kon Tommy langs je rennen en ontsnappen? Had je een black-out? Ben je gevallen?’
‘Dat doet er niet toe. Hij is weggerend. Daar gaat het om. Alles wat daarna is gebeurd, is zijn schuld.’
‘We hebben ons niet gelegitimeerd in de garage. We waren gewoon drie mensen die hun wapen op zijn hoofd richtten.’
Hij keek haar woedend aan. ‘Blij te horen dat je zelf ook in de fout bent gegaan, prinses.’
Lena werd door woede overmand en nu kon het haar niet meer schelen of ze schade aanrichtte. ‘Toen Brad “Politie!” riep, bleef Tommy staan. Hij draaide zich om. Hij had de briefopener in zijn hand. Brad liep er recht in. Tommy wilde hem helemaal niet neersteken. En dat ga ik iedereen vertellen die ernaar vraagt.’
‘Hij heeft dat meisje in koelen bloede vermoord. Wil je beweren dat dat je niks kan schelen?’
‘Natuurlijk kan dat me wel iets schelen,’ beet ze terug. ‘Jezus, Frank, ik beweer niet dat hij het niet gedaan heeft. Ik zeg alleen dat jij voor de bijl gaat zodra Tommy een advocaat heeft.’