‘Is er al sectie verricht?’
‘Nog niet.’
‘Hoe weet je dat ze die messteek niet zelf heeft toegebracht?’
‘Het zag eruit...’
‘Hoe diep is de wond? Wat was de baan van het lemmet? Zat er water in haar longen?’
Met een zekere wanhoop in zijn stem praatte Frank eroverheen. ‘Er zaten touwsporen om haar polsen.’
Sara keek hem strak aan. Ze had Frank altijd voor een integer man gehouden, maar nu durfde ze op een stapel bijbels te zweren dat hij loog dat hij barstte. ‘Heeft Brock dat bevestigd?’
Hij aarzelde en toen schudde hij zijn hoofd.
Sara werd steeds kwader. Ergens in haar achterhoofd wist ze dat haar woede onredelijk was, dat die voortkwam uit dat duistere oord dat ze jarenlang had genegeerd, maar nu was er geen houden meer aan, ook al zou ze het willen. ‘Was het lichaam verzwaard zodat het onder water bleef?’
‘Er waren twee betonblokken aan haar middel vastgeketend.’
‘Als ze met haar handen naar beneden dreef, zijn er lijkvlekken rond haar polsen ontstaan, of misschien lagen haar handen in een hoek op de bodem van het meer, zodat het voor een ongeoefend oog leek alsof ze vastgebonden was geweest.’
Frank wendde zijn blik af. ‘Ik heb het zelf gezien, Sara. Ze is vastgebonden geweest.’ Hij sloeg een dossier open dat op zijn bureau lag en gaf haar een geel blaadje uit een blocnote. Het was nogal ruw losgetrokken en de bovenkant was gescheurd. Beide kanten waren beschreven. ‘Hij heeft alles toegegeven.’
Sara’s handen beefden toen ze de bekentenis van Tommy Braham las. Hij schreef met het overdreven schuinschrift van een basisschoolleerling. Zijn zinnen waren al even onvolwassen: Pippy is mijn hond. Ze was ziek. Er moest een foto genomen van haar binneste. Ik heb mijn vader gebeld. Die is in Florida. Ze sloeg het blaadje om en las de kern van het verhaal. Hij had zich aan Allison opgedrongen, maar ze had hem afgewezen. Er was iets geknapt bij Tommy. Hij had haar neergestoken en haar meegenomen naar het meer om zijn misdaad te verhullen.
Ze bekeek beide kanten van het blaadje. Twee pagina’s. Met minder dan twee pagina’s had Tommy een einde aan zijn leven gemaakt. Sara betwijfelde of hij er ook maar de helft van begrepen had. De enige keer dat hij een komma had gebruikt, was pal voor een moeilijk woord. Dergelijke woorden schreef hij in blokletters, en bij het nakijken had hij onder elke letter met pen een stip gezet.
‘Ze heeft het hem voorgezegd,’ kreeg ze er met moeite uit.
‘Het is een bekentenis, Sara. Bij de meeste criminelen moet je zoiets dicteren.’
‘Hij begrijpt niet eens wat hij schrijft.’ Ze liet haar blik weer vluchtig over het papier gaan. ‘“Ik sloeg Allison om haar te overmeren.”’ Vol ongeloof keek ze Frank aan. ‘Tommy heeft een iq van nauwelijks tachtig. Denk je echt dat hij een zelfmoord in scène heeft gezet? Het scheelt niet veel of hij valt binnen de categorie geestelijk gehandicapt.’
‘Dat concludeer je uit die twee alinea’s die je hebt gelezen?’
‘Dat concludeer ik omdat ik hem heb behandeld,’ snauwde Sara. Terwijl ze de bekentenis las, was het allemaal weer bovengekomen: het gezicht van Gordon Braham toen Sara het vermoeden uitsprak dat zijn zoon zich te traag ontwikkelde voor zijn leeftijd, de testen die Tommy had ondergaan, Gordons ontreddering toen Sara hem vertelde dat zijn zoon nooit boven een bepaald niveau zou uitstijgen. ‘Tommy was traag, Frank. Hij kon geen wisselgeld tellen. Hij heeft er twee maanden over gedaan om zijn veters te leren strikken.’