Eigenlijk was Will nergens zeker van. Hij vermoedde dat Frank bewijs had achtergehouden. Hij vermoedde dat Frank had gezorgd dat de centrale in Eaton de audiotape waarop Maxine.911 belde zo lang mogelijk achterhield. Hij vermoedde dat de man het onderzoek had belemmerd, roekeloos, gevaarlijk en onnadenkend had gehandeld, en misschien wel opzettelijk had bijgedragen aan de dood van drie mensen.
Zoals Frank zelf had gesuggereerd: weten was iets anders dan bewijzen.
‘Ik heb Lena hier nooit bij willen betrekken,’ zei Frank. ‘Ze had geen idee wat er allemaal speelde. Dat alles neem ik voor mijn rekening.’
Het zou Will niet verbazen als Lena hetzelfde over Frank zei. De band tussen die twee zou hij nooit snappen, al werd hij honderd. ‘Wanneer ontdekte u dat Darla erbij betrokken was?’
‘Toen Lena...’ Hij begon weer te hoesten. Deze keer kwam er zoveel bloed mee dat hij het in een zakdoek moest uitspugen. ‘Jezus,’ kreunde Frank terwijl hij zijn mond afveegde. ‘Neem me niet kwalijk.’
Het kostte Will moeite om zijn maag in bedwang te houden. ‘Wanneer ontdekte u het?’
‘Toen Lena vertelde dat er nog een student op dezelfde wijze was vermoord...’ Weer haperde zijn stem. ‘Ik kon er niet bij dat Darla het gedaan had. Dat begrijp je pas wanneer je zelf kinderen hebt. Ze was mijn baby. Ik heb ’s nachts met haar op de arm door het huis gelopen. Ik heb haar zien opgroeien van klein meisje tot...’ Frank maakte zijn zin niet af; het was duidelijk wat er van Darla geworden was.
‘Wanneer hebt u haar voor het laatst gezien?’
‘Gisteravond.’ Hij wachtte niet tot Will de voor de hand liggende vraag stelde, maar zei uit eigen beweging: ‘We kregen ruzie. Ze zei dat ze de stad uit moest. Ze wilde meer geld.’
‘Hebt u haar dat gegeven?’
Hij schudde zijn hoofd. ‘Maxine had nog een paar honderd dollar in haar tas. Ze kregen ruzie. Het ging er heftig aan toe.’ Hij wees naar de zuurstoffles en de stangen om zijn bed. ‘Tegen de tijd dat ik mijn bed uit was, had ze Maxie tegen de grond gewerkt en sloeg ze erop los.’ Frank perste zijn dunne lippen opeen. ‘Ik heb nooit gedacht dat ik dat nog eens zou meemaken: een kind dat haar eigen moeder te lijf gaat. Mijn kind. Zo heb ik haar niet opgevoed. Dat was mijn kind niet.’
‘Wat gebeurde er toen?’
‘Ze stal het geld en haalde ook nog wat uit mijn portefeuille. Zo’n vijftig dollar.’
‘We hebben bijna driehonderd dollar op haar lichaam aangetroffen.’
Hij knikte, alsof hij dat bericht al verwacht had. ‘Vanochtend heeft Brock me gebeld. Hij zei dat ze stroomafwaarts van die rotspartij uit het water is gehaald.’ Hij keek Will aan alsof hij het nog niet helemaal geloofde.
‘Dat klopt. Het was in de buurt van de hogeschool.’
‘Hij zei dat ik niet meteen moest komen. Hij had tijd nodig om haar op te knappen.’ Franks adem stokte. ‘Hoe vaak heb je dat wel niet tegen ouders gezegd die hun kind wilden zien, omdat je wist dat dat kind helemaal naar de sodemieter was geslagen of gestoken?’
‘Vaak,’ beaamde Will. ‘Maar Brock heeft gelijk. Zo wilt u niet aan haar terugdenken.’
Frank staarde naar het plafond. ‘Ik wil geloof ik helemaal niet meer aan haar terugdenken.’
Will liet zijn woorden even bezinken. ‘Is er verder nog iets wat u me wilt vertellen?’