‘Ik weet meer dan je denkt.’
‘Nee, dat weet je niet.’
Nu kreeg Jareds stem iets scherps. ‘Hij deed zijn werk, en daarbij heeft hij de verkeerde mensen dwarsgezeten, en niemand had hem kunnen tegenhouden. Jij niet, Lena niet, ik niet, niemand. Hij besliste zelf. Hij liet zich door niemand de wet voorschrijven. En hij was eigenzinnig als de pest. Als hij eenmaal iets in zijn hoofd had, kon je hoog of laag springen, maar hij deed het toch.’
Sara besefte pas dat ze terugweek toen ze Will achter zich voelde. Ze greep zijn arm om niet te vallen. ‘Ze heeft het verhaal zo verdraaid dat je nog medelijden met haar hebt ook.’
‘Dat is niet waar.’
‘Ze kan als geen ander mensen manipuleren. Dat zie je nu nog niet, maar het is wel zo.’
‘Stop daar eens mee.’ Jared probeerde haar hand te pakken. ‘Ik hou van haar. En Jeffrey hield ook van haar.’
Sara kon niks meer zeggen. Ze wilde weg. Ze keerde zich naar Will toe en verborg haar gezicht tegen zijn borst. ‘Haal me hier weg. Alsjeblieft, breng me naar huis.’
‘Je mag niet weggaan,’ zei Jared. ‘Jullie moeten me helpen.’
Met zijn arm om Sara heen geslagen leidde Will haar de straat over.
Jared kwam op een drafje achter hen aan. ‘Jullie moeten me helpen zoeken. Ik weet niet waar ze is.’
‘Ga nou maar, jongen.’ Wills stem klonk hard.
‘Iemand heeft haar banden doorgesneden. Ze neemt haar mobiel niet op.’
Nog steeds met zijn arm om Sara heen hielp Will haar de heuvel op. Ze had haar blik neergeslagen en keek naar het gras op het gazon. De wortels waren weggespoeld. Modderklonten glibberden onder haar schoenen uit.
‘Ze heeft om zes uur gebeld, met haar mobiel,’ zei Jared. ‘Ze zei dat ze over een uur thuis zou zijn.’ Hij probeerde hun de weg te versperren, maar Will duwde hem met één hand opzij. ‘Ze heeft ontslag genomen!’ riep hij. ‘Ze vertelde me dat ze ontslag had genomen!’
Inmiddels waren ze op het parkeerterrein van de kliniek aangekomen. Will opende het portier en hielp Sara instappen.
Jared sloeg met zijn hand op de motorkap. ‘Kom op nou! Ze wordt vermist! Er is iets gebeurd!’ Hij rende om de auto heen, liet zich voor het open portier op zijn knieën vallen en drukte zijn handen als in gebed tegen elkaar. ‘Alsjeblieft, tante Sara. Alsjeblieft. Je moet me helpen zoeken. Er is iets gebeurd. Ik weet dat er iets ergs is gebeurd.’
Zijn gezicht was zo verwrongen van pijn dat er iets brak bij Sara. Ze keek Will aan en zag zijn bezorgde blik.
Met zachte, vaste stem zei hij: ‘Ze heeft ook geen contact meer met mij opgenomen.’
Nu huilde Jared. ‘Alsjeblieft, kijk dan alleen in de kliniek. Ik weet dat haar hand pijn deed vanochtend. Misschien heeft ze hulp gezocht. Misschien is ze gevallen of is ze ziek of...’
Heel even sloot Sara haar ogen om zich van haar emoties te distantiëren. Het liefst wilde ze weg, het liefst wilde ze de naam Lena Adams nooit meer horen.
‘Sara,’ zei Will. Het was geen vraag, eerder een schuldbekentenis.
‘Ga maar,’ zei ze. Het had geen zin zich ertegen te verzetten.