Tessa streelde de honden. ‘Ze rijden de hele ochtend al langs.’
‘Hoe wisten ze dat ik kwam?’
‘Ik geloof dat het me gisteren in de supermarkt ontglipt is.’
‘Tess.’ Sara kreunde. ‘Je had vast je hielen nog niet gelicht of Jill June hing aan de telefoon. Ik wilde dit stilhouden. Nu zul je zien dat de deur hier wordt platgelopen.’
Tessa gaf Bob een luide smakzoen. ‘Gezellig toch, hè jongens?’ Voor de goede orde gaf ze Bill ook een zoen. ‘Er is trouwens al twee keer voor je gebeld.’
Sara haalde haar koffer uit de auto en sloeg de achterklep dicht. ‘Laat me raden. Marla van het politiebureau en Myrna van verderop, allebei kwijlend van roddelzucht.’
‘Nee, fout geraden.’ Tessa liep naast Sara naar het huis. ‘Een meisje, Julie of iets dergelijks. Ze klonk nogal jong.’
Sara’s patiënten hadden haar vaak thuis gebeld, maar ze kon zich niemand herinneren die Julie heette. ‘Heeft ze een nummer opgegeven?’
‘Mama heeft het opgeschreven.’
Terwijl Sara haar koffer de verandatrap op zeulde, vroeg ze zich af waar haar vader bleef. Ach, die lag waarschijnlijk lekker languit op de plasticvrije bank. ‘Wie heeft er nog meer gebeld?’
‘Beide keren was het dat meisje. Ze zei dat ze je hulp nodig had.’
‘Julie,’ herhaalde Sara peinzend, maar de naam zei haar niets.
Op de veranda bleef Tessa staan. ‘Ik moet je nog iets vertellen.’
Intuïtief wist Sara dat er slecht nieuws kwam en een sluipende angst maakte zich van haar meester. Net toen Tessa wat wilde zeggen, ging de voordeur open.
‘Je bent vel over been,’ zei Cathy afkeurend. ‘Ik wist wel dat je daarginds niet genoeg at.’
‘Ook leuk om jou weer te zien, mam.’ Sara kuste haar moeder op de wang. Achter Cathy dook Eddie op, en ook hij kreeg een kus op zijn wang. Haar ouders haalden de windhonden aan en overlaadden ze met troetelwoordjes, en Sara kon zich niet aan de indruk onttrekken dat de dieren hartelijker werden begroet dan zij.
Eddie pakte haar koffer. ‘Die neem ik wel.’ Voor ze iets kon zeggen liep hij de trap al op.
Terwijl ze haar vader nakeek, trok Sara haar gymschoenen uit. ‘Is er iets...’
Bij wijze van uitleg schudde Cathy haar hoofd.
Tessa schopte haar sandalen uit. Dat deed ze kennelijk vaker, want de pasgeverfde muur vertoonde al slijtplekken. ‘Mama, je moet het haar vertellen,’ zei ze.
De blik die Cathy Tessa toewierp voorspelde weinig goeds. ‘Wat moet ze me vertellen?’ vroeg Sara.
‘Iedereen maakt het goed, hoor,’ zei Cathy geruststellend.
‘Behalve?’
‘Brad Stephens is vanmorgen gewond geraakt.’
Brad was ooit patiënt van haar geweest, en later werd hij agent onder Jeffrey. ‘Wat is er gebeurd?’
‘Hij is neergestoken toen hij iemand wilde arresteren. Hij ligt in het Macon General.’