Lena haalde haar pen en notitieboekje tevoorschijn. ‘Mag ik uw naam, alstublieft?’
‘Darla Jackson.’ Uit haar zak diepte ze een visitekaartje op. Ze had felrode nepnagels die pasten bij de dikke laag make-up op haar gezicht.‘Ik werk vanuit het E-Medgebouw bij Highway Five.’
Lena wees naar de oude Accord die voor het huis stond. ‘Is die van u?’ vroeg ze, hoewel ze het antwoord al wist.
‘Ja. Het is een oude roestbak, maar ik heb hem betaald. Ik betaal al mijn rekeningen op tijd.’ Ze keek hen veelbetekenend aan en Will concludeerde dat mevrouw Barnes niet op de hoogte was van de valse cheques.
Lena gaf hem het kaartje. Hij bekeek het even en vroeg toen aan Darla: ‘Waarom hebt u de politie gebeld over Tommy?’
Ze wilde al antwoorden, maar mevrouw Barnes was haar voor. Ze richtte zich tot Will: ‘Die jongen heeft nog nooit een vlieg kwaad gedaan. Het was een schat van een jongen met een goed hart.’
Will stak zijn handen in zijn zakken voordat zijn vingers afbraken van de kou. Hij was benieuwd naar de plotselinge stemmingswisselingen van Tommy voor het geval Faith gelijk had wat het spul betrof dat hij in het medicijnkastje van de jongen had aangetroffen. ‘Volgens het incidentenrapport ging Tommy tegen iemand tekeer. Mag ik aannemen dat u dat was, mevrouw Jackson?’ De verpleegster knikte, en Will vroeg zich af waarom Darla’s naam niet in het rapport stond. Het was vreemd dat de betreffende agent die niet had genoteerd samen met alle andere gegevens. ‘Kunt u me vertellen wat er gebeurd is?’
‘Nou, allereerst wist ik niet dat hij achterlijk was,’ zei ze, en het klonk bijna verontschuldigend. ‘Als gediplomeerd verpleegster voel ik me begaan met mensen met een beperking, maar die hond was als een gek aan het keffen en mevrouw Barnes wilde slapen...’
‘Ik lijd vreselijk aan slapeloosheid,’ onderbrak de oude vrouw haar.
‘Ik ben bang dat ik me heb laten gaan. Ik ging naar hem toe en zei dat hij die hond stil moest zien te krijgen en toen zei hij dat hij dat niet kon, waarop ik weer zei dat ik het asiel zou bellen als het hem niet lukte en dat ze er daar wel iets op wisten om die hond stil te krijgen. En dan bedoelde ik doodstil.’ Ze keek wat opgelaten. ‘Voor ik het wist hoorde ik een hard geluid. Ik kijk naar het voorste raam en zie dat het gebarsten is. Ik heb er tape op geplakt, zie maar.’ Will keek naar het huis. Over de onderkant van de ruit liep een ongelijke, zilverkleurige streep tape. ‘Dat stond niet in het rapport.’
Mevrouw Barnes mengde zich weer in het gesprek. ‘Gelukkig voor ons werd Carl Phillips erop afgestuurd. Ik heb hem nog in de klas gehad toen hij in groep drie zat.’ Ze legde haar hand op haar borst. ‘Het leek ons allemaal het beste om het met Gordon af te handelen zodra hij terug was uit Florida.’
‘U bent hier elke avond,’ zei Will tegen de verpleegster. ‘Was u hier zondagavond en gisteravond ook?’
‘Ja, ik ben de afgelopen drie nachten bij mevrouw Barnes gebleven. Door haar nieuwe medicijnen is haar slapeloosheid verergerd.’
‘Dat is zo,’ beaamde de vrouw. ‘Ik doe geen oog meer dicht.’
‘Is u iets opgevallen aan het huis? Stopten er auto’s? Ging Tommy met zijn scooter op pad?’
‘De slaapkamer is aan de achterkant van het huis,’ legde Darla uit. ‘We zijn daar de hele avond gebleven, want dat is vlak naast het toilet.’
‘Darla, alsjeblieft,’ zei mevrouw Barnes waarschuwend. ‘Dat hoeven ze niet te weten.’