‘Nee,’ zei Will, want hij wist het zelf ook niet. ‘Hebt u al iets van Allisons tante vernomen?’
‘Helemaal niks. Een paar minuten geleden had ik die rechercheur uit Elba nog aan de lijn. Kennelijk vond hij het irritant dat ik hem alweer belde; hij zei dat hij terug zou bellen zodra hij iets had.’
‘Vond hij dat u hem onder druk zette?’
‘Hij lijkt me niet het type dat zich door vrouwen laat vertellen wat hij moet doen.’
Dan zou hij eens met Will moeten ruilen. ‘Verder nog iets?’
‘Ik heb met alle buren gepraat, op mevrouw Barnes na. Die woont daar.’ Ze wees naar de gele bungalow aan de overkant van de straat. Ervoor stond een oude Honda Accord geparkeerd. ‘Er zit geen post in haar brievenbus, de krant is opgehaald en haar auto staat niet in de carport, dus ze zal wel boodschappen aan het doen zijn.’
‘En die Accord?’
‘Ik heb door de raampjes naar binnen gekeken. Smetteloos schoon. Ik wil het kenteken wel door de computer halen.’
‘Doe dat,’ zei Will. ‘Wat hadden de andere buren te melden?’
‘Hetzelfde wat onze agenten te horen kregen toen ze gisteren dat buurtonderzoek deden. Tommy was een geweldige jongen. Allison was nogal stil. Er is amper sociaal contact, dit is een vrij oude straat. Er zijn niet veel kinderen.’
‘Hoe zit het met de criminaliteit?’
‘Mag geen naam hebben. Twee gedwongen verkopen. De jongen aan het eind van de straat werd twee weken geleden gesnapt toen hij rondcroste in zijn moeders Cadillac. Twee huizen verderop zit een ex-crackverslaafde, die woont bij zijn grootouders. Voor zover we weten is hij schoon. Drie huizen de andere kant op woont een gluurder, die in een rolstoel zit. Hij komt niet meer zoveel buiten, want zijn vader heeft de hellingbaan van de voorste veranda weggehaald.’
‘En dit leek nog wel zo’n aardige buurt.’
‘Er waren maar twee mensen thuis toen Brad werd neergestoken.’ Ze wees naar het tweede huis vanaf de woning van mevrouw Barnes. ‘Daar woont Vanessa Livingston. Ze ging pas laat naar haar werk omdat haar kelder was ondergelopen. Terwijl ze op de aannemer stond te wachten keek ze uit het raam, net toen het gebeurde.’
‘Wat heeft ze gezien?’
‘Hetzelfde wat ik heb gezien. Brad rende achter Tommy aan. Tommy draaide zich om. Hij hield zijn mes op deze hoogte.’ Ze bracht haar hand naar haar middel. ‘En Brad werd neergestoken.’
‘En de andere buren?’
‘Scott Shepherd. Beroepsgokker, dus die zit de hele dag achter de computer. Hij is pas gaan kijken toen het al gebeurd was. Brad lag op de grond. Ik zat naast hem.’
‘Heeft hij gezien dat Frank Tommy aanhield?’
Ze tuitte haar lippen. ‘Wilt u met Shepherd praten?’
‘Gaat hij me vertellen dat Frank Tommy in elkaar sloeg of dat hij zich er niks meer van herinnert?’
‘Tegen mij heeft hij gezegd dat hij Frank niet heeft gezien. Hij is weer naar binnen gegaan en heeft het bureau gebeld.’
‘Niet 911?’
‘Scott is bij de vrijwillige brandweer. Hij heeft het rechtstreekse nummer van het bureau.’