‘En die waren?’
Met enige tegenzin vertelde ze Will hetzelfde verhaal dat hij een uur eerder van Marty Harris had gehoord. ‘Ik heb Jasons contactgegevens achterhaald en zijn moeder gebeld,’ vervolgde ze. ‘Die woont in West Virginia. Ze leek er niet echt van op te kijken dat de politie over haar zoon belde.’
‘Hoe hebt u de identiteit van het slachtoffer vastgesteld?’ Nog voor hij de vraag had voltooid, wist Will het antwoord al. ‘U bent naar de hogeschool gegaan.’ Lena had Will waarschijnlijk vanuit het gebouw gebeld, een detail dat ze wijselijk verzwegen had. ‘Nou?’ drong hij aan.
‘Ik was daar al om de gegevens van Allison te controleren toen Marty me belde.’ Ze haalde haar schouders op. ‘Ik wilde zien of het dezelfde moordenaar was.’
‘En?’
‘Ik weet het niet. Ergens klopt het wel. Jason was Allisons vriendje. Ze blijken binnen een dag na elkaar vermoord te zijn. Tommy past niet langer in het plaatje.’
Dat verklaarde voor een deel waarom ze als een blad aan een boom was omgeslagen. Tommy was al dood voor Jason werd vermoord. Lena wist dat hij onschuldig was aan de eerste moord omdat hij de tweede niet gepleegd kon hebben. ‘Hebt u het raam op Jasons kamer dichtgedaan?’
‘Ik had een handschoen aan. Ik wilde niet dat de regen sporen wegspoelde. Ik heb mijn schoenen en mijn haar ook bedekt. Ik ben heel voorzichtig geweest, maar op het politiebureau kunt u mijn dna-gegevens vinden. Als het goed is staan die ook bij het gbi geregistreerd.’
Met moeite onderdrukte Will een verwensing. ‘Wat hebt u op de hogeschool ontdekt? U zei dat u Allisons gegevens hebt doorgenomen.’
Ze haalde haar notitieboekje tevoorschijn en bladerde naar de juiste pagina. ‘Allison volgde dit semester vier colleges. Ik zal u niet vervelen met de details, het heeft allemaal met scheikunde te maken. Ik heb drie van haar docenten te pakken gekregen. Een telefonisch en twee persoonlijk. Ze zeiden allemaal dat Allison een goede studente was, ze gedroeg zich onopvallend en werkte hard. Ze hebben haar nooit bij een bepaald groepje gezien. Ze was nogal op zichzelf. Ze was altijd present. Miste geen dag. Ze haalde allemaal achten en negens. Bij de campusbewaking was ze niet bekend. Ze heeft nooit een klacht ingediend en er is ook nooit over haar geklaagd.’
‘En de docent die het vierde college gaf?’
‘Alexandra Coulter. Die is op vakantie. Ik heb een bericht op haar mobiel en haar vaste telefoon ingesproken.’
‘Zijn er verder nog namen bekend van mensen met wie ze omging?’
‘Niemand van hen kende Jason, maar dat is niet zo vreemd. Hij studeerde voor zijn master. Ze troffen elkaar alleen buiten college. Vriendinnen had ze niet. Ik heb de naam Julie Smith nog laten vallen, omdat u die hebt genoemd. Die studeert hier niet.’
‘Had u daar een gerechtelijk bevel voor aangevraagd?’
‘Niemand heeft ernaar gevraagd, en dus heb ik mijn mond verder gehouden. Ik heb ook met Tommy’s baas bij de bowlingbaan gesproken,’ voegde ze eraan toe. ‘Ik heb hem Allisons foto laten zien. Hij heeft haar daar weleens met iemand anders gezien, een wat dikkige jongen met donker haar. Dat moet Jason Howell zijn geweest. Tommy liet ze gratis spelen, maar zodra zijn baas dat ontdekte heeft hij er een stokje voor gestoken.’
‘Nu weten we in elk geval dat ze elkaar allemaal kenden,’ zei Will. ‘En verder?’
‘Er woont hier niemand die Julie Smith heet. Ik heb het in het telefoonboek nagezocht. Er zijn vier Smiths: drie in Heartsdale en een in Avondale. Ik heb ze alle vier gebeld. Niemand kent een Julie of heeft een familielid dat Julie heet. Gaat u me vertellen wie ze is?’