Home>>read Verbroken free online

Verbroken(140)

By:Karin Slaughter


                Will zweeg. Sara’s persoonlijke betrokkenheid vertroebelde haar visie. Voor haar was dit iets anders dan een misdaadonderzoek. Als er twee verdachten waren, probeerde je altijd de een tegen de ander uit te spelen om te zien wie het eerst doorsloeg om er nog iets gunstigs voor zichzelf uit te slepen. Zelfbehoud won het doorgaans van loyaliteit. Door het incident in Tommy’s garage waren Frank en Lena in zwaar weer beland. Nu ging het er alleen nog om wie het eerst begon te praten.

                Sara tuurde door het glas. ‘Daar zul je hem hebben.’

                Will zag een kleine zwarte man naderen. Hij was jong en mager en het overhemd van zijn uniform bolde op als een damesbloes. Met zijn mobiel tegen zijn borst geklemd stapte hij op hen af. In zijn andere hand had hij zijn sleutelkaart, die hij voor een plaat bij de deur hield. Het slot klikte open.

                Sara liep op een drafje naar binnen. ‘Marty, gaat het?’

                Will zag meteen waarom ze zo bezorgd klonk. Het gezicht van de man was asgrauw.

                ‘Dokter Linton,’ zei hij. ‘Neem me niet kwalijk. Ik was even naar buiten gegaan om wat lucht te krijgen.’

                ‘Kom, dan gaan we zitten.’ Sara loodste hem naar een bank bij de deur. Ze had haar arm om zijn schouders geslagen. ‘Waar is je inhalator?’

                ‘Die heb ik net gebruikt.’ Hij gaf Will een hand. ‘Sorry dat ik er zo aan toe ben. Marty Harris. U hebt vanochtend geloof ik met mijn opa gesproken.’

                ‘Will Trent.’ Will schudde de hand, die slap aanvoelde.

                Marty zwaaide met zijn telefoontje. ‘Ik was met Lena in gesprek; ik vertelde haar net wat er gebeurd is.’ Hij hoestte. Geleidelijk aan kreeg zijn gezicht weer wat kleur. ‘Sorry, ik had het even te kwaad.’

                Will leunde tegen de muur. Hij stak zijn handen in zijn zakken. Lang geleden had hij geleerd dat hij zijn irritatie moest bedwingen om zijn doel te bereiken. ‘Kunt u me vertellen wat u tegen rechercheur Adams hebt gezegd?’

                Hij hoestte nog een paar keer. Sara wreef over zijn rug. ‘Het gaat wel,’ zei hij. ‘Het is alleen moeilijk om het allemaal weer boven te krijgen. Ik heb nog nooit van mijn leven zoiets gezien.’

                Het kostte Will moeite om zijn geduld te bewaren. Hij keek de gang op en neer. Het licht was nog uit, maar zijn ogen wenden snel. Bij de voordeur was geen camera. Hij vermoedde dat het toetsenpaneel bij de ingang studenten en bezoekers registreerde die het gebouw in gingen. Boven de nooduitgang aan de achterkant was wel een camera, die op het plafond was gericht.

                ‘Zo stond hij al toen ik hier kwam,’ vertelde Marty. Hij stopte zijn mobiel in zijn borstzak en schoof zijn bril omhoog.

                ‘Wanneer was dat?’

                ‘Ongeveer een halfuur geleden, denk ik.’ Marty keek op zijn horloge. ‘Het lijkt veel langer geleden.’

                ‘Kunt u me vertellen wat er gebeurd is?’

                Hij klopte op zijn borst. ‘Ik was mijn ronde aan het maken. Dat doe ik om de drie uur. Omdat het vakantie is, ging ik niet in de studentenhuizen kijken. We rijden langs om te zien of de deuren voor en achter goed dicht zitten, maar we gaan niet naar binnen.’ Hij hoestte in zijn hand. ‘Ik was in de bibliotheek toen het me opviel dat een van de ramen op de eerste verdieping openstond. De eerste verdieping van dit gebouw.’ Even zweeg hij om adem te halen. ‘Dat kwam vast door de wind, dacht ik. Die oude ramen sluiten niet goed. Met al die regen zou er behoorlijk wat waterschade zijn als ik er niks aan deed.’ Weer zweeg hij. Ondanks de kou in het gebouw zag Will hem zweten. ‘Ik ging naar boven en toen zag ik hem, en...’ Hij schudde zijn hoofd. ‘Ik heb het noodnummer gebeld.’