Zodra ze het bord zag waarop werd aangekondigd dat ze zich nu officieel op het grondgebied van Grant County bevond, begon haar zorgvuldig opgebouwde façade echter barstjes te vertonen. Ze kreeg zo’n beklemd gevoel dat ze haar auto aan de kant van de weg zette. Op de achterbank kwamen de honden in beweging. Sara dwong zichzelf niet aan haar gevoel toe te geven. Daarvoor was ze te sterk. Ze had een keiharde strijd geleverd om de depressie te boven te komen die haar na de dood van haar man had meegezogen, en ze peinsde er niet over om erin terug te vallen alleen vanwege een of ander stom plaatsnaambord.
‘Waterstof,’ zei ze. ‘Helium, lithium, beryllium.’ Dat was een truc uit haar jeugd: ze zei de elementen uit het periodiek systeem op om maar niet aan de monsters te hoeven denken die onder haar bed op de loer lagen. ‘Neon, natrium, magnesium...’ Ze bleef ze net zo lang herhalen tot haar hart niet langer als een razende tekeerging en haar ademhaling weer rustig werd.
Toen ze eindelijk gekalmeerd was moest ze lachen bij de gedachte aan wat Jeffrey gezegd zou hebben als hij had geweten dat ze aan de kant van de weg het periodiek systeem opdreunde. Op de middelbare school was hij een echte sportieveling geweest: knap, charmant en moeiteloos cool. Hij had de nerd in Sara altijd buitengewoon komisch gevonden.
Ze stak haar arm naar achteren om de honden wat aandacht te geven zodat ze weer gingen liggen. In plaats van de auto te starten, bleef ze nog een tijdje uit het raam zitten kijken naar de verlaten weg die de stad in voerde. Ze bracht haar hand naar het kraagje van haar bloes en toen naar de ring die ze aan een halsketting droeg. Jeffreys ring van Auburn University. Hij was lid geweest van het footballteam tot hij er genoeg van kreeg om op de bank te zitten. Het was een lompe ring en hij was veel te groot voor haar vinger, maar als ze hem aanraakte voelde ze zich heel dicht bij Jeffrey. Het was een talisman. Soms raakte ze hem even aan zonder zich van het gebaar bewust te zijn.
Haar enige troost was dat alles gezegd was wat er gezegd moest worden. Jeffrey wist dat Sara van hem hield. Hij wist dat ze met hart en ziel bij hem hoorde, zoals hij bij haar. Toen hij stierf waren zijn laatste woorden voor haar. Zijn laatste gedachten, zijn laatste herinneringen, ze waren allemaal voor Sara. En ze wist dat haar laatste gedachte voor hem zou zijn.
Ze drukte een kus op de ring en stopte hem weer in haar bloes. Voorzichtig stuurde Sara de auto de weg op. Weer kwam dat verlammende gevoel opzetten toen ze de stad in reed. Het was veel gemakkelijker om alles wat ze kwijt was te verdringen zolang het haar niet recht in haar gezicht staarde. Het footballstadion van de middelbare school, waar ze Jeffrey had ontmoet. Het park waar ze samen de honden hadden uitgelaten. De restaurants waar ze hadden gegeten. De kerk die ze af en toe bezochten als Sara’s moeder weer op hun schuldgevoel had ingewerkt.
Toch moest er een plek zijn, een herinnering, die niet met Jeffrey was verbonden. Lang voordat Jeffrey Tolliver ook maar wist dat er zoiets als Grant County bestond, woonde zij hier al. Sara was in Heartsdale opgegroeid, had er de middelbare school bezocht, ze was lid geweest van de wetenschapsclub, had geholpen in het opvanghuis voor vrouwen waar haar moeder vrijwilligerswerk deed, en af en toe was ze met haar vader meegegaan naar een klus. Sara had in een huis gewoond waar Jeffrey nooit één voet had gezet. Ze had in een auto gereden die hij nooit had gezien. Ze had haar eerste zoen gekregen van een jongen uit de buurt, de zoon van de eigenaar van de ijzerwarenzaak. Ze was naar feestjes en etentjes van de kerk geweest en had footballwedstrijden bijgewoond.
Allemaal zonder Jeffrey.
Drie jaar voor hij in haar leven verscheen, was Sara als parttime gemeentelijk patholoog gaan werken om haar compagnon in de kinderkliniek te kunnen uitkopen. Ze had de baan gehouden, ook toen haar lening allang was afbetaald. Tot haar verbazing merkte ze dat het helpen van de doden soms dankbaarder werk was dan het genezen van de levenden. Elke zaak was een puzzel en elk lichaam zat vol aanwijzingen voor een raadsel dat alleen Sara kon oplossen. Bij haar werk als patholoog werd een deel van haar brein actief waarvan ze het bestaan nooit had vermoed. Ze had beide taken altijd met evenveel hartstocht verricht. Ze had aan talloze zaken meegewerkt en in de rechtszaal had ze over talloze verdachten en situaties getuigenis afgelegd.