Home>>read Verbroken free online

Verbroken(139)

By:Karin Slaughter


                ‘Wist je dat Charlie deze week op het centrale lab is?’ vroeg Faith.

                ‘Nee.’ Charlie Reed was lid van Amanda’s team. Hij was de beste technisch rechercheur met wie Will ooit had samengewerkt. ‘Het lab is een uur rijden hiervandaan.’

                ‘Zal ik hem bellen en vragen of hij naar je toe komt?’

                Will dacht aan de garage, aan de plek bij het meer. Hij zat nu op twee zaken: die van Lena Adams en Frank Wallace, en die van de man die Allison Spooner had gedood en mogelijk een nieuw slachtoffer had gemaakt. ‘Ik heb tegen de commissaris hier gezegd dat ik een eigen team zou inschakelen. Laat ik het dan maar doen ook.’

                ‘Ik bel hem wel,’ bood Faith aan. ‘vicap levert geen vergelijkbare hits op van moordenaars die van achteren de carotisschede, of de halsslagader en de halsader hebben doorgesneden. Ik heb ook nog gezocht op dat verdraaien van het mes. Geen overeenkomstige modus operandi.’

                ‘Dat is dan goed nieuws, denk ik.’

                ‘Of heel slecht,’ was haar reactie. ‘Dit is een schone moord, Will. Zo doe je het niet als het de eerste keer is. Op dat punt ben ik het met Sara eens. Ik zie dat die achterlijke jongen van jullie nog niet doen.’

                ‘Verstandelijk gehandicapt.’ Nu Sara zijn aandacht erop had gevestigd begon het woord hem te irriteren. Eigenlijk zou Will zich solidair moeten voelen met Tommy Braham, want ze hadden allebei een probleem. ‘Bel maar als je Charlie aan de lijn hebt gehad.’

                ‘Doe ik.’

                 Will klapte zijn telefoontje dicht. Een eind verderop zag hij Sara’s suv een ronde oprit oprijden die naar een bakstenen gebouw van drie verdiepingen voerde. Ze parkeerde achter een wagen van de campusbewaking. Het regende onverminderd. Ze trok de capuchon van haar regenjas over haar hoofd en snelde de trap naar de ingang op.

                Will stapte uit en rende spetterend door de plassen achter haar aan. Zijn sokken waren nog nat van die ochtend, toen hij het meer was in gelopen. Op zijn hiel voelde hij een blaar opkomen.

                Sara stond hem op te wachten in de kleine vestibule tussen twee stel dubbele glazen deuren. Het water droop van de mouwen van haar jas. Ze klopte aan. ‘Er zit niemand in de patrouillewagen.’ Met haar handen als een kommetje om haar ogen tuurde ze door het glas. ‘Zou hier iemand moeten zijn?’

                ‘De bewaker heeft opdracht gekregen in het gebouw op ons te wachten.’ Will drukte een paar toetsen in op het paneel naast de deur. Het lcd-scherm bleef leeg. Hij draaide zich om en zocht naar een camera.

                ‘De achterdeur staat open.’

                Will keek door het glas. Het gebouw was veel breder dan het diep was. Tegenover de voordeur zag hij een trap. Opzij was een lange gang. Achter in het gebouw, boven de openstaande nooduitgang, gloeide zacht een bordje met uitgang.

                ‘Waar is de politie?’ vroeg Sara.

                ‘Ik heb tegen Lena gezegd dat ze er niemand bij moest roepen.’

                Ze keek hem aan.

                ‘Ze kreeg de melding op haar mobiel. Blijkbaar is zij de contactpersoon voor de campusbeveiliging buiten kantooruren.’

                ‘Heeft ze Frank niet gebeld?’

                ‘Nee, grappig, hè?’

                ‘“Grappig” is niet echt het juiste woord.’