‘Hm,’ mompelde Will terwijl hij in zijn koffer zocht. ‘Ik heb mijn bril niet bij me.’ Hij stak de transcriptie omhoog. ‘Zou u misschien...?’
Lena’s hart bonkte tegen haar ribben. De rand van het stuk papier dat Will in zijn hand hield, fladderde heen en weer op de luchtstroom uit de verwarming.
Ze kon alleen nog fluisteren. ‘Waarom doet u dit?’
Elk woord was van angst doortrokken. Will keek haar langdurig aan, en ze kreeg het gevoel dat haar ziel werd losgepeld van haar lichaam. Ten slotte gaf hij een van zijn eigenaardig knikjes, alsof hij tot een besluit was gekomen. Hij stopte de transcriptie weer in zijn koffer en klikte de slotjes dicht.
‘Kom, dan gaan we naar Allisons kamer.’
Taylor Drive was nog geen tien minuten rijden van het politiebureau, maar het ritje leek uren te duren. Lena was zo panisch dat ze een paar keer vaart minderde omdat ze bang was dat ze moest overgeven. Ze moest zich op Frank concentreren, uitvinden hoeveel nagels hij in haar doodskist zou slaan, maar ze kon alleen aan Tommy Braham denken.
Hij was gestorven tijdens haar dienst. Hij was haar arrestant. Hij viel onder haar verantwoordelijkheid. Ze had hem niet gefouilleerd toen ze hem in de cel stopte. Omdat hij zo sloom was, was ze ervan uitgegaan dat hij van alle sluwheid verstoken was. Wie was er nou dom? Lena achtte de jongen in staat om een moord te plegen, maar tegelijkertijd vond ze hem zo onnozel dat ze hem opsloot terwijl hij een scherp voorwerp op zijn lichaam had verborgen. Frank had gelijk: ze mocht blij zijn dat Tommy het wapen niet tegen iemand anders had gebruikt.
Wanneer had Tommy de inktpatroon uit haar pen gehaald? Hij was op dat moment ongetwijfeld al van plan er iets ergs mee te doen. Tegen de tijd dat hij zijn bekentenis had opgeschreven, was Tommy in tranen. De doos met papieren zakdoekjes was leeg. Lena had hem nog geen halve minuut alleen gelaten om een nieuwe doos te halen. Toen ze de kamer weer binnenkwam, hield hij zijn handen onder de tafel. Ze had zijn neus afgeveegd alsof hij een kind was. Ze had hem getroost, over zijn schouder gewreven, gezegd dat alles goed zou komen. Hij leek haar te geloven. Hij had zijn neus gesnoten en zijn tranen gedroogd. Ze had gedacht dat Tommy zich bij zijn lot had neergelegd, maar misschien was het lot waarvoor hij had gekozen heel anders dan wat Lena in gedachten had gehad.
Was het uit medeleven met Tommy of uit een intuïtieve drang tot zelfbehoud dat Lena de briefopener waarmee hij Brad Stephens had verwond niet had laten verdwijnen? De vorige avond had ze overwogen hem van een van de ontelbare betonnen bruggen tussen hier en Macon te gooien. Maar dat had ze niet gedaan. Hij lag nog steeds in een plastic zak onder het reservewiel in de kofferbak van haar auto. Lena had hem niet thuis willen bewaren. Nu vond ze het een akelig idee dat het ding zich zo dicht bij het politiebureau bevond. Frank had met papieren geknoeid. Hij had het aanhoudingsprotocol geschonden. Hij had gerommeld met bewijsmateriaal. Het zou haar niet verbazen als die oude vent haar auto ook doorzocht.
Jezus. Waar was hij nog meer toe in staat?
Ze sloeg rechts af Taylor Drive in. De vorige avond had het gestortregend en het bloed op straat was weggespoeld. In gedachten zag ze het tafereel echter weer voor zich. Brad die de regendruppels had weggeknipperd. Zijn gezicht dat al grauw werd toen de helikopter landde.
Lena reed de auto naar de overkant van de straat en stopte. ‘Hier is Brad neergestoken.’
‘Waar woonde Spooner?’ vroeg Will.
Ze wees voor zich uit. ‘Vier huizen verderop, aan de linkerkant.’
Hij keek de straat in. ‘Welk nummer?’
‘16a.’ Lena trok weer op en reed weg van de plek waar Brad was neergestoken. ‘Het adres hebben we van de hogeschool gekregen. We zijn hiernaartoe gegaan om te kijken of er een kamergenote of een huiseigenaar was met wie we konden praten.’